Het is ook altijd wat met die club van ons. Zo sta je weken droog en is een nul-nul tegen Ajax het enige wat er te bejubelen valt. En dan mag je opeens liefst vijf keer in één pot van je stoel om de handen de lucht in te steken. Het doelsaldo is in een klap met maar liefst 250% opgevijzeld en we hebben eindelijk een clubtopscoorder met meer dan één goal achter zijn naam. En wat voor een clubtopscoorder! Beide goals die Jhonny van Beukering maakte deden denken aan de man die sinds kort zijn ervaringen deelt met de spitsen van NEC: Jack de Gier. Van Beukering maakte gisteren doelpunten zoals Jack dat kon: met de rug naar het doel en praktisch uit stand. Erg prettig dat hij terug is, erg slim ook van Jhon om een kusje op het NEC-logo op zijn shirt te drukken. Mijn hart heeft ie gestolen. Ruimschoots.
Mijn gevoel vóór een wedstrijd is altijd een bijzonder slechte graadmeter voor het eindresultaat. Als ik met loden schoenen naar de Goffert kom om (pak hem beet) te gaan bekijken hoe PSV ons gaat afdrogen, dan winnen we met ruime cijfers. En als ik vol vertrouwen en met zeer goede zin een uitwedstrijd ga kijken tegen Excelcior, druip ik met een kater af naar Rotterdam Centraal. Weer verloren. Maar gisteren had ik er om een of andere reden de hele tijd al vertrouwen in. De gifbeker die NEC dit seizoen moest leegdrinken bleek écht leeg, Ajax was de ommekeer.
Scheidsrechter Wiedemeijer deed zijn best er een gezellige middag van te maken in de Goffert. Met zeven minuten op de klok had de beste man al twee penalty’s gegeven, vanuit mijn positie lastig te zien of ze terecht waren of niet. Maar ze zaten wel! Of Rutger Worm zelf besloot om de bal niet te nemen, of dat El Ak door Been is aangewezen als elfmeterman weet ik niet, maar het lijkt me gezien de voorgeschiedenis wel terecht dat hij ze voortaan neemt. Hij zat er lekker in. Wiedemeijer deed meer om het ons naar de zin te maken. Al na een half uurtje mocht Svejdik na twee gele kaarten zijn biezen pakken. De beste man bakte er helemaal niks van en had handen en voeten nodig gehad om zich de (tot op dat moment nog niet bijster overtuigend acterende) NEC aanvallers van het lijf te houden. In de rest van de eerste helft wist NEC nog niet goed raad met de man meer situatie. Groningen liet NEC steeds meer komen, maar erg gevaarlijk werd het niet. Prent viel (weer) door de mand, Lens liet bij tijd en wijle zien over een hele goede techniek te beschikken, maar had geen geluk in de afronding.
Dat was in de tweede helft wel anders. Been was in de gelukkige omstandigheid dat Van Beukering weer fit was en die maakte het verschil. Na 63 minuten gaf ie een lekker steekballetje op Davids, die zich koelbloedig toonde en de bal langs Van Loo schoot. Lekker pûh, want de Groningse doelman was al vanaf de eerste helft heel irritant aan het tijdrekken. Tien minuten later lag de bal alweer in het netje: Van Beukering liet zien waarom dit nog een heel leuk seizoen gaat worden en we terecht met zijn allen niet in paniek zijn geraakt de afgelopen weken. Olson maakte het feest na nog eens vijf minuten compleet, Beukering verzorgde vlak voor tijd het toetje.
Natuurlijk moeten we ons realiseren dat Groningen een uur lang met tien man speelde. Uitblinker El Akchaoui kon keer op keer opkomen over links, maar had ook gewoon geen tegenstander. Maar het is ook een feit dat Groningen sinds maart van dit jaar geen uitwedstrijd verloren had en vierde stond. Geen flauwe tegenstander dus. In dat licht bezien is het een zeer hoopgevende overwinning, temeer daar de verdediging weer erg goed stond en ook Kivuvu naar mijn mening en van zijn beste wedstrijden ooit speelde. En dat ook Tim Janssen er weer bij is.
En verder? Leuk dat Doelûh in de rust zijn gebeitelde Nijmegen-hit kwam zingen, nou ja, playbacken. Leuk dat Eppie de wedstrijd kwam becommentariëren. Geniaal commentaar ook op de de vraag of de rode kaart voor Svejdik terecht was. Eppie: ‘Twee keer geel, dat is rood’. Beslist een kenner.
En dan nog El Akchaoui, die in blessuretijd voor het oog van Groningenspeler de bal een keer of tig hoog houdt. Heel naar eigenlijk, maar ja, mogen we ook een keer…
Joris