Voetbal blijft natuurlijk de mooiste sport die er bestaat. Heerlijk al die meningen, al die kenners. Als de wedstrijden het aanzien niet waard zijn, zorgt het randgebeuren wel voor boeiende taferelen. Dat de geschiedenis zich ook in het voetbal herhaalt, maakt helemaal niets uit. De reality supersoap rolt dagelijks door en zorgt voor verbazing, vermaak en sterke verhalen op feestjes. Telefoonaanbieder HI stelt zelfs in een radiospot dat het jammer is als je hebt gekozen voor de verkeerde telefoon, maar dat je daardoor zeker niet depressief hoeft te worden. Een ‘verkeerde’ telefoon is niets vergeleken met ‘een trainer’ die bij ‘een Amsterdamse club’ ontslagen is en ziet dat ‘zijn’ spelers onder een andere trainer irritant goed voetballen.
De VI van 3 november jongstleden had in de rubriek ‘’t Wereldje’ ook weer een hilariteit: de wedstrijd op zondag 31 oktober 2010 in de Vierde Klasse Zondag – SC Millingen – SJN – werd afgelast, omdat de metalen doelpalen van beide doelen op de beide velden van het Millingse sportpark waren doorgezaagd! Beide clubs gaven elkaar de schuld onder het motto: jullie hebben dat gedaan, want jullie willen liever naar NEC-Vitesse dan tegen ons voetballen. Geweldig verhaal. Meteen wordt ik meegesleept naar het Zuiderpark in Den Haag waar op woensdag 21 april 1971 de halve finale van de KNVB-beker wordt gespeeld: Ajax – NEC. In die tijd kon dezelfde grap nog gewoon met een houtzaag worden verricht. Tijdens het inschieten raakt NEC-spits Cas Janssens de lat boven Nico de Bree. Al snel wordt duidelijk dat de vierkante, houten doelpalen vlak boven de grond voor 99,9% zijn doorgezaagd. Beide doelen zijn getroffen. Nuchtere Ajacied Sjaak Swart oppert dat er gespeeld kan worden, zolang er niet op het doel geschoten wordt. Vier timmermannen fiksen het euvel en NEC verliest voor 28.000 toeschouwers met 2-0. Het duel gaat de historie in als de wedstrijd van de doorgezaagde doelpalen. Smullen voor voetballiefhebbers met een hang naar opvallende bijzaken en nostalgie. Zoals mijn vader alleen maar van ijshockey genoot als er flink gemept werd. Dan pas was het een fantastische sport!
Zo kan je dus ook van voetballen genieten. Om een mooi bruggetje te maken naar het spel van NEC, wat min of meer mijn opdracht is, pak ik Cas Janssens maar eens even bij de horens. De geboren Tilburger lijkt wel wat op Björn Vleminckx qua speelwijze, karakter en de ontwikkeling tot scorende spits bij NEC. De flamboyante frommelaar speelt drie seizoenen bij NEC (1970-1971, 1971-1972 en 1972-1973) en ontwikkelt zich in Nijmegen tot topscorer van de eredivisie. Door hard werken en een noest doorzettingsvermogen zet hij alle criticasters uiteindelijk op een zijspoor als hij in het seizoen 1972-1973 met 18 doelpunten in 33 wedstrijden topscorer wordt van Nederland. Hij verslaat Willy Brokamp van MVV die evenveel doelpunten maakt, maar één wedstrijd meer daarvoor nodig heeft.
Janssens heeft letterlijk schijt aan kritiek en Vleminckx heeft dat in zekere zin ook, want hij buffelt ook onverdroten door. Ook na het vorige seizoen waarin hij in 32 wedstrijden ‘slechts’ acht keer scoort en de duurste ‘aanwinst’ aller tijden door de meeste supporters betiteld wordt als ‘Mechelse miskoop’. Acht goals in zijn debuutjaar bij NEC is nog altijd één doelpunt meer dan Cas Janssens in zijn eerste seizoen. Waar Cas in zijn tweede jaar bij NEC niet verder komt dat 10 goals, staat bikkelende Björn nu al op dertien. Knap werk. Had ik niet verwacht. Het intikkertje uit tegen Willem II waarmee hij Schöne een goal afhandig maakte, is hem vergeven. Alle goaltjes tellen als je bovenaan de topscorerslijst wil komen. Hij kan dus in de voetsporen treden van de enige topscorer allertijden uit de NEC-historie. Maar dan blijkt dat de geschiedenis niet altijd in herhaling treedt, want tegenwoordig is de winterstop een ware transferhype geworden. Vleminckx staat in de belangstelling van onder andere Club Brugge. Als hij 5 miljoen opbrengt daalt er een Keisuke Honda-gevoel neer in de Goffert. Na Niedzielan en Barreto eindelijk weer eens een speler die zijn investering terugbetaalt. Ik hoop echter wel dat onze ballende Belg het seizoen in Nijmegen afmaakt. Ben benieuwd of het de tweede topscorer wordt van onze club.
Terugkijkend naar de eerste seizoenshelft staat NEC met redelijk tot goed spel daar waar het thuishoort. Bovenin het rechterrijtje. De terugkeer van Lasse Schöne is de sleutel tot de wederoprichting. Laten we ook hier hopen dat hij in de winterstop niet naar FC Twente gaat. Hij is de regisseur die de lijnen uitzet. Verder is Jasper Cillessen natuurlijk een goudhaantje. Een natuurtalent waar NEC mee zwijnt. Zimling ontwikkelt zich goed en Goossens en Will zijn ook gegroeid. Nuytinck is in het centrum van de verdediging beter op z’n plaats dan als linksback. Ook al staan er dan, met naast hem Zomer, twee linkspoten centraal achterin. Amieux gaat mij ook steeds beter bevallen. Kortom ik heb niet zoveel te klagen. Behalve dan de uitschakeling tegen FC Dordrecht voor de beker, de tegenvallende Chatelle en de ondermaatse van Eijden. Chatelle, waar ik veel van had verwacht, mag nog niet in de schaduw staan van Rommedahl en die vond ik er al de kantjes vanaf lopen. Met de terugkeer van de blessuregevoelige George hoop ik op meer ballen vanaf de zijkant voor Vleminckx. Leroy durft bijna als enige het 1 tegen 1 duel aan als vleugelspeler. Die dreiging kan NEC verder helpen de tweede helft van het seizoen.
Carlos Aalbers heeft de zaken goed geregeld in die zin dat Vleminckx, Schöne en Cillessen – de laatste twee hebben contractverlenging getekend – niet zomaar transfervrij het stadion uit kunnen lopen. Tussentijdse transfers zijn een vloek voor de sportieve prestaties, maar een zegen voor de financiële huishouding. Als de opbrengsten tenminste niet rechtstreeks in de portemonnee van investeerders terecht komen.
Met allemaal tegenstrijdige aspecten en soms terugkerende verschijnselen als doorgezaagde doelpalen wordt het voetbal nooit saai. Nooit afgezaagd om te volgen. Als het op het veld wat minder gaat, zijn er ook altijd nog de prachtige, geestige spandoeken van Legio Noviomagum. Net als hen ben ik trots op ‘onze jongens’. Wel jammer dat ‘onze jongen’ Frank Demouge die andere ‘onze jongen’ Mark Otten zo opzichtig in de boot kon nemen bij FC Utrecht – NEC. Na afloop was Wiljan Vloet terecht witheet op Pieter ‘Blinde’ Vink die alleen maar kaarten gaf aan NEC en zich pedant manifesteerde als vriend van de Galgenwaard.
Hoe dan ook, NEC zal de play-offs niet halen, maar trots ben ik wel weer op het spel dat aan de beterende hand is. Wie weet kan komend jaar SV Millingen – SJN een keer ingehaald worden als voorwedstrijd in De Goffert. Als Marcel Boekhoorn en Hans van Delft dan gezamenlijk de aftrap verrichten als bewijs dat de strijdbijl begraven is, kan NEC ook financieel weer wat meer potten breken in de toekomst.
Maarten