2 Oktober 1982
Zelfs een vreemdeling in voetballand zal het zaterdagavond niet ontgaan zijn dat er in het Nijmeegse Goffertstadion twee ploegen aan het werk waren, die het maken van doelpunten zeker niet hebben uitgevonden.
Het is dan ook bepaald geen toeval dat NEC en Haarlem behoren tot de minst produktieve formaties in het betaalde voetbal. Voordat beide teams het met elkaar aan de stok kregen, had NEC zesmaal het vijandelijke doel gevonden. Haarlem was zowaar eenmaal meer succesvol geweest. Het wonderlijke daarbij is dat alle zeven treffers van de Noordhollandse cupfighter buiten de eigen poorten werden geproduceerd.
“Als je weet dat Haarlem juist in uitwedstrijden de meeste doelpunten maakt, mag je achteraf niet eens mopperen,” concludeerde NEC’s oefenmeester Pim vd Meent na afloop van de teleurstellende remise (0-0).
Natuurlijk is in deze moeilijke fase van de competitie elk punt mooi meegenomen, maar wanneer een middelmatige opponent als Haarlem niet op de knieƫn te krijgen is, wordt het toch wel een bedenkelijke zaak.
NEC had zaterdagavond vermoedelijk nog uren door kunnen voetballen, doelpunten zouden er nooit of te nimmer gevallen zijn, of het zou een lucky treffer hebben moeten zijn.
De thuisclub was wel vol goede wil, maar de fantasie en intellegentie ontbraken om de door Huyg en Haar voortreffelijk georganiseerde Haarlem-verdediging werkelijk te verontrusten.
Na de moeilijke UEFA-Cup wedstrijd van afgelopen woensdag tegen AA Gent, waarin Haarlem zich via agressief slotoffensief toch nog verzekerde van de tweede ronde, had de ploeg van trainer Hans van Doorneveld niet zozeer de behoefte om voluit te gaan.
NEC kreeg alle gelegenheid het initiatief naar zich toe te trekken. Maar al spoedig kwam het manco van de Nijmegenaren aan het licht. NEC mist behalve een spelbepalende middenvelder ook een echte killer, de stoorzender, een man die erin slaagt voortdurend paniek te zaaien in de doelmond van de tegenstander.
Via de flanken zorgden Ron de Groot en de weer enigzins op dreef zijnde Albert Helsper voor leuke acties, maar daar bleef het eigenlijk bij. Op het plein vlak voor Haarlem-keeper Edward Metgod was het vaak een drukte van belang, maar van enige dreiging was geen sprake.
De oranje-reserve moest alleen de handen uit de mouwen steken bij enkele afstandsschoten, waarbij zich NEC’s talent Carlos Aalbers onderscheidde.
Deze Nijmeegse jongeling kan in de toekomst wel eens uitgroeien tot een meer dan waardevolle kracht voor NEC. Maar in het kader van zijn ontwikkeling is het natuurlijk wel zaak dat NEC bij tijd en wijle ook goede prestaties op de mat legt. En dat nu was zaterdagavond zeker niet het geval.
In een poging de 3500 toeschouwers te tracteren op een glanzende overwinning liep NEC zichzelf compleet voorbij. Niemand was in staat orde op zaken te stellen, rust in het elftal te brengen en de goede patronen uit te zetten. Sije Visser zou in deze fase mogelijk als regelaar hebben kunnen optreden, maar de blonde aanvoerder moet vanwege een langdurige schorsing voorlopig genoegen nemen met een plaats op de tribune.
“Misschien dat het allemaal anders zou zijn gelopen als we vroeg in de wedstrijd een doelpunt hadden gemaakt.” vertelde Pim vd Meent na afloop. “Maar toen die treffer uitbleef werd het voor ons steeds moeilijker door de verdediging van Haarlem heen te komen.
Maar ik kan de jongens nauwelijks een verwijt maken. Iedereen heeft alles gegeven. Ik denk dat we geduld moeten hebben met dit elftal. Er lopen een paar knapen rond die het kunnen gaan maken. Maar dat gaat niet van de ene op de andere dag. Het zal via de weg der geleidelijkheid moeten gebeuren.”
NEC-Haarlem (0-0) 0-0
?????
?????