‘De twijfelaars lachen weer’

NEC begint vanavond met de uitwedstrijd tegen Roda jc aan een geheel nieuwe periode in zijn bestaan. Na twee |aar eerste divisie, is de Nijmeegse ploeg er toch weer ingeslaagd terug te keren naar de hoogste voetbalafdeling. Nadat de promotie een feit was, leek er een betrekkelijk rustige periode aan te breken. Maar dat zou totaal anders uitpakken. Danny Hoekman leek over te stappen naar West Ham United, maar kwam alsnog op zijn beslissing terug, nadat de beide clubs nota bene al tot overeenstemming waren gekomen over de vergoedingssom en de komst van Wilf ried Brookhuls naar De Qoffert leek ook spaak te lopen. Maar op het allerlaatste moment was De Graafschap alsnog bereid zijn doelman te laten vertrekken. Enkele dagen daarvoor had NEC Ton Wlldenbeest al Ingelijfd. Chaos troef dus bij NEC. Sandor Popovics, de nieuwe trainer, blikt in onderstaand Interview terug, inventariseert zijn spelersgroep en kijkt vooruit. Danny van den Broek en Gerard Hachmang gingen op bezoek in het Nijmeegse kamp.


Vier dagen geleden heeft NEC de oefencampagne afgesloten met de wedstrijd tegen Achilles’29. Vanavond begint het echte werk met de uitwedstrijd tegen Roda JC. Het is allemaal niet van een leien dakje gegaan de laatste weken. Frans Paymans en Toon Willemse stopten met betaald voetbal, Danny Hoekman dreigde verloren te gaan voor NEC, de komst van Wilfried Brookhuis werd woensdagavond laat pas zeker en Ton Wildenbeest is ook nog maar net bezig.


Hoe hebt U de eerste toeken bij NEC ervaren?
“Toen ik bij NEC kwam heeft het bestuur de situatie precies uit de doeken gedaan. Ik ben ook niet direct gaan schreeuwen om aankopen. Ik werk nu eenmaal graag met de jeugd. Ik heb alleen gezegd dat we een klassekeeper nodig hadden. Tijdens mijn vacantie bleek er plotseling het nodige aan de hand te zijn. Frans Paymans gaf onverwacht te kennen te willen vertrekken, omdat hij een kroeg kon beginnen. Van Wim van Zinnen was het onzeker of hij op tijd fit zou kunnen zijn en Ronnie de Groot en John van Geenen waren nog niet helemaal genezen van hun blessures. Tot overmaat van ramp kwam de transfer van Wilfried Brookhuis maar niet rond. Het gevolg was dat ik vorige week maar een selectie had van zo’n twaalf,- dertien spelers en dat is eerlijk gezegd toch wel wat aan de magere kant. Toen daar de affaire Danny Hoekman ook nog eens bijkwam, sloop bij mij de nodige angst binnen. Wat gaat het worden? vroeg ik me af. Ik moet daarom een groot compliment aan het bestuur maken dat het er uiteindelijk toch in geslaagd is de spelersgroep intact te houden en dat er op de valreep ook de nodige versterkingen gekomen zijn. Wij zijn nu verplicht iets terug te doen. Want de aankopen hebben toch financiële offers gevraagd. Wat mezelf betreft, heb ik de indruk dat de groep en ik langzamerhand aan elkaar gewend zijn geraakt. Het probleem is alleen dat door de verwikkelingen van de laatste weken het elftal er eigenlijk nog niet helemaal staat. Dat zal tot gevolg hebben dat we in de eerste wedstrijden meer op zekerheid zullen spelen. We hebben een zeer intensieve oefenperiode achter de rug en we moeten in een kort tijdsbestek veel wedstrijden spelen. Ik moet daarom zuinig met mijn spelers omgaan. Maar laat ik het allemaal niet teveel dramatiseren. Ik klop het gelijk af, maar we zijn nog steeds gevrijwaard van blessures. En dat is in deze fase ook heel wat waard.”


U bent bij NEC uiterst vriendelijk begonnen. U deelde regelmatig schouderklopjes uit aan de spelers. Plotseling was dat afgelopen. De zweep ging ‘r overheen. NEC leerde een andere Popovics kennen.
“Als je pas bij een nieuwe club komt, houd je rekening met de geschiedenis van die vereniging. Kijk, de spelers van NEC hebben twee seizoenen lang onder druk gestaan. Voor het begin van de competitie was de ploeg steeds dé favoriet. Het bestuur eiste rechtstreekse promotie naar de eredivisie. Dat was natuurlijk een enorme belasting voor die jonge garde. Daar kwam bij dat het elftal ook erg negatief benaderd werd, omdat de resulaten uitbleven. Het was daarom niet onlogisch dat ik bij NEC een groep aantrof met veel twijfelaars. Henk Grim is daar een voorbeeld van. Die jongen heeft een paar jaar geleden toch uitstekend gespeeld en kan het voetballen natuurlijk niet verleerd zijn. Ik heb in die beginperiode dan ook geprobeerd elke speler in zijn waarde te laten. Voor mij was het belangrijk dat iedereen weer met plezier naar de training kwam. Ik wilde weer lachende gezichten zien. Ik heb het elftal dan ook bewust laten spelen, zoals het dat zelf wilde. Dat was voor mij de beste methode om te ontdekken wat de sterke punten waren en wat de tekortkomingen. Ik zag al gauw dat er een aantal goede spelers rondliepen, maar er stond geen team. Iedereen wilde de ander overtreffen. Iedereen dacht alleen aan zichzelf. Toen heb ik op gegeven moment gezegd: Nu is het voorbij. Nu wordt er gevoetbald zoals ik het wil en niet anders. En wie zich daar niet aan wenst te houden kan vertrekken. Wil een elftal naar behoren kunnen functioneren, dat moet er collegialiteit, sfeer en een goede organisatie zijn. Anders ben je nergens. Ik heb de indruk dat de groep die opvatting opgepakt heeft. De twijfelaars lachen weer.”



U gaat voor het eerst in uw loopbaan met een ploeg de eredivisie in. Een avontuur dus. Hoe kijkt U daar tegenaan?
“Dit is voor mij helemaal geen avontuur. Avontuurtjes had ik toen ik achttien jaar was. Maar dan met de vrouwtjes. Ik ben serieus met mijn vak bezig en ik ben zo hoog gekomen, omdat ik prestaties heb geleverd. De eredivisie is natuurlijk een uitdaging. Maar je zult mij niet horen zeggen dat ik rijp ben voor de top. Ik ben alleen rijp en klaar voor de club, waar ik nu in dienst ben. Ik kan alleen maar hopen dat de ploeg op positieve wijze in staat is een steentje bij te dragen aan het kleurloze betaalde voetbal in Nederland.”


Van NEC werd vorig seizoen al gezegd dat het barst van talent. U heeft een erg jonge ploeg. Bent U niet bang dat het gebrek aan routine het elftal kan opbreken. Sije Visser en Frans Janssen zijn eigenlijk de enige spelers die kunnen bogen op de nodige ervaring.
“Routine heeft niets met leeftijd te maken. In het betaalde voetbal gaat het om intelligentie en inzicht. Daar word je mee geboren of niet. Frans Janssen zou een van de meest ervaren spelers bij NEC zijn, maar hij is juist één van de meest labiele, Sije Visser is een uitstekende aanvoerder. Voor en na de wedstrijden denkt en praat hij mee. Maar hij moet ook een leider tijdens de wedstrijden zijn. Frans Janssen, Michel Mommertz en hij moeten hun ervaring juist op kritische momenten overdragen aan de jongere spelers. Dat moet veel meer gebeuren dan in het verleden het geval is geweest.”


Laten we de spelersgroep en hun mogelijkheden eens onder de loep nemen.
“Laat ik voorop stellen dat ik over het materiaal natuurlijk niet mag klagen. In elke linie zijn we verzekerd van zowel typische linksbenige als rechtsbenige voetballers. Ik ben daarom ook aan het proberen om verschillende concepten uit te stippelen, die bij de tegenstander nog niet bekend zijn. In kleine groepjes ben ik daarmee aan het experimenteren. Ik ben van plan om het seizoen in te gaan met twee mandekkers. Dat zijn Sije Visser en Eric van Rossum, waarmee ik er wel rekening mee moet houden dat Sije de neiging heeft veel mee naar voren te gaan. In dergelijke situaties moet Ton Wildenbeest zijn positie overnemen. Michel Mommertz wordt normaal gesproken de vrije verdediger. Hij is misschien niet de snelste van het stel, maar hij heeft zeker andere kwaliteiten. Inzicht bijvoorbeeld. Bovendien, de volmaakte speler bestaat niet. Belangrijk is dat een voetballer weet wat hij kan, maar nog belangrijker is dat hij weet wat hij niet kan. Wat betreft de positie van de linksbackplaats zijn er met Ronnie de Groot en John Vievermans voldoende mogelijkheden. Op het middenveld heb ik in de persoon van Carlos Aalbers een geweldige speler. Met hem ben ik bezig zijn koptechniek te verbeteren. Zijn passes moeten ook veel beter worden en hij moet in staat zijn elk seizoen zeker zo’n negen, tien doelpunten te maken. Danny Hoekman en Anton Janssen zijn in feite verfijnde straatvoetballers. Ze kunnen fantastische wedstrijden spelen, maar ook een keer nergens zijn. Het is aan mij de taak meer regelmaat in hun spel te brengen. Henk Grim kun je vergelijken met een viool. Als die niet goed gestemd is, klinkt hij ook vals. Met andere woorden: Er moet enorm aan het zelfvertrouwen van Grim gewerkt worden. En dat geldt ook voor Bert van de Pol.”


Omdat er geen schot zat in de transfer van Wilfried Brookhuis, heeft het er lange tijd naar uitgezien dat Wim van Cuyk de eerste keeper zou worden. Nu Brookhuis uiteindelijk toch gekomen is, zal Van Cuyk weer genoegen moeten nemen met een plaats in de dug-out. Hoe lost U dat probleem op?
“Dat probleem hoef ik niet op te lossen. Ik kan hem alleen helpen deze tegenslag te verwerken. Als trainer is het mijn plicht ervoor te zorgen dat de beste keeper tussen de palen staat. Wim van Cuyk heeft zeker talent. Als hij bereid is aan zijn tekortkomingen te werken, zich mentaal kan oppeppen en leert het 16-meter gebied te beheersen, dan kan hij nog ver komen. Mocht Van Cuyk zich niet positief opstellen, dan ben ik genadeloos. Dan ken ik geen pardon. We hebben alleen maar te maken met het belang van het elftal. Wanneer een speler bij mij sneuvelt, dan is dat te wijten aan een slechte mentaliteit. Iedereen mag van mij fouten maken. Maar ik eis wél dat er gewerkt wordt. Keihard! Er moet een gezonde teamgeest zijn. De bereidheid om voor elkaar te knokken. Bij De Graafschap hadden we kwalitatief zeker minder in huis dan bij NEC. Maar toch draaiden we steeds hoog mee. Alleen omdat er een team stond. Geen elf individuen.”


Wat kunnen we het komend seizoen van NEC verwachten?
“Voornaamste doel is ervoor te zorgen dat we na een paar maanden zoveel punten vergaard hebben, dat we een beetje vrijuit kunnen spelen. Je hebt in Nederland drie topclubs, dan komt er een subtop met een club of acht en dan komt er een grote groep die niet veel voor elkaar zal onderdoen. Het eerste jaar moeten we proberen via leuk, aantrekkelijk voetbal uit de gevarenzone te blijven. Het tweede seizoen moeten we dan uitgroeien tot een goede middenmoter. De start van de competitie is doorslaggevend voor het verdere verloop. De tactiek zal afhankelijk zijn van de stand op de ranglijst. Als we na vier wedstrijden zes punten hebben, dan gaan we heel anders naar Feyenoord toe, dan dat we nog maar één punt hebben bijvoorbeeld. Vanavond gaan we naar Roda om in ieder geval één punt te halen. Ik weet dat Roda altijd veel moeite heeft om het spel te maken. We moeten dan ook uitkijken dat we niet in de val tuinen. Maar ja, stel dat je na twee minuten met 1-0 achterkomt, dan gaat het weer heel anders lopen en zijn alle taktische besprekingen voor niets geweest.”


U staat bekend als een emotioneel mens. U laat zich tijdens de wedstrijden helemaal gaan, zit geen moment op de bank. Dat moet toch slopend zijn?
“Wij Hongaren zijn nu eenmaal emotioneel van aard. Dat verbloem ik niet. Toen ik vroeger trainer was van een vierde klas club in Maasland beleefde ik elk moment al intensief mee. En dat doe ik nu nóg. Mag ik alsjeblieft. Van Rinus Michels en Ernst Happel accepteren de mensen ook dat zij als marmeren poppen in de dug-out zitten. Laten de mensen nou ook eens aanvaarden dat ik anders ben.”


In Nijmegen zijn de verwachtingen hoog gespannen. Ziet U op tegen het jaar bij NEC ?
“Ik heb de laatste maanden zoveel complimentjes gekregen dat ik al eens tegen mijn vrouw gezegd heb dat ik alleen nog maar op mijn bek kan vallen. Ik weet hoe betrekkelijk dit vak is. Als je wint, heb je het mooiste beroep en als je verliest heb je het rotste beroep. Maar ik ben verliefd op mijn vak en dat zal ik altijd blijven, ook al geeft het je veel zorgen. Na een verloren wedstrijd slaap ik bijna nooit. Dan ben ik nog steeds met die wedstrijd bezig. “Wat heb ik fout gedaan, hoe moet ik de spelers opvangen?” Maar desondanks kan ik niet zonder de voetballerij.”

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.