De grapjes bleven na afloop van de nederlaag tegen Excelsior bij Popovics achterwege. De trainer van NEC zat er verslagen bij, vooral omdat ook zijn taktiek van het oppurtunisme tegen dit Excelsior geen vruchten had afgeworpen.
Popovics: “Excelsior heeft laten zien hoe het moet. Ik had nog stilletjes gehoopt dat we een futloze ploeg als tegenstander zouden krijgen, na die ongelukkige nederlaag tegen Sparta, maar zelfs in dat geval hadden wij daar vanavond geen gebruik van kunnen maken. Erg gevaarlijk waren we niet. Vooral geestelijk tonen teveel spelers nog tekortkomingen op dit niveau. Goed, Excelsior speelt al vier jaar achter elkaar in de eredivisie. Dat zegt natuurlijk wat over de kwaliteiten, maar desalniettemin moeten wij juist van deze tegenstanders de punten pakken.
Op de manier zoals we nu echter spelen vragen we om moeilijkheden. Er zit geen verrassing in, daarentegen zoeken wij het in gebrei en terugspeelballen. Daarom heb ik in de tweede helft noodgedwongen gekozen voor opportunisme, maar ook toen werden we niet echt gevaarlijk. Mijn spelers moeten bepaalde dingen zien. Vanavond hebben ze veel kunnen leren van Excelsior. Maar ik moet ook zeggen dat mijn geduld niet eindeloos is. Een speler als Frans Janssen zat vanavond vol zenuwen. Dat begrijp ik niet. Hij speelde notabene als een debutant. Dat moet nu echt afgelopen zijn.”
Volgens Rob Jacobs, de trainer van Excelsior had de overwinning van zijn team nog hoger kunnen uitvallen. Jacobs: “We hebben de kansen nog te weinig uitgebuit. Vooral toen NEC in de tweede helft met vier spitsen ging spelen hadden wij de ruimte beter moeten benutten.”
En over de rode kaart voor Van Goozen: “Ik heb niet gezien wat er gebeurde, maar als Van Goozen iets stoms gedaan heeft is die rode kaart terecht. Ik had echter niet de indruk dat Mommertz daarna zwaar gewond afgevoerd moest worden.”
Ook Popovics had het niet gezien: “Ik betreur die rode kaart. Het paste absoluut niet in een wedstrijd, waarin Excelsior gewoon een sportieve tegenstander was. Maar goed, de nederlaag is er voor ons niet minder pijnlijk op.”