Leen Looyen: ‘RKC en NEC moeten nu alles uit de kast halen’
RKC-trainer Leen Looyen was het lachen na afloop van het nacompetitieduel tegen NEC niet vergaan, en collega Pim van de Meent deelde vele handtekeningen uit aan jonge voetbalsupporters.
Al voor het begin van RKC-NEC bleken de beide trainers goede maatjes. Staande bij de middencirkel, terwijl de spelers van de twee partijen zich driftig warmliepen, kon er tussen beide heren al een gesprekje af.
Aanvallen
Na de 90 minuten zuivere speeltijd was het duel in Waalwijk in 1-1 geëindigd en was met name Looyen blij over het feit dat zijn ploeg nog niet echt uit de race voor een promotieplaats was geraakt.
Looyen: “Tegen De Graafschap gaan wij de komende twee wedstrijden va-banque spelen. Dat kan gewoon niet anders, willen wij nog in de buurt van FC Den Haag komen. Ik kom tegen die tijd met een aanvallend ingestelde ploeg het gras op, zowel op De Vijverberg als hier in Waalwijk.”
RKC, dat dit seizoen op eigen veld alleen door het Nederlands elftal kon worden verslagen (“Toen moest mijn ploeg nota bene net zo defensief spelen als Cyprus”, aldus Looyen), leverde krakkemikkie veldspel af in de eerste helft. Looyen: “Mijn spelers bewogen zich in eerste instantie als gebakjes over het veld. Het vlammetje brandde bij ons niet meer zoals vier maanden geleden. NEC had in die fase al op 0-5 kunnen komen, maar zij verzuimden gelukkig te scoren.”
Vastgezet
“In de rust heb ik de spelers verteld dat ze er op die manier maar beter mee op konden houden. Zo kon het niet langer. Wij speelden in de eerste helft oliedom. Die NEC-klanten liepen er bij ons zomaar door. In de tweede helft stuurde ik na vijf minuten Leo van Veen naar voren. Iedereen speelde achterin verder een tegen een en elke tegenstander werd vastgezet. De bal zo ver mogelijk van onze eigen goal gehouden, dat was de opzet. NEC had in eerste instantie gewoon moeten winnen. Nou ja, het uiteindelijke resultaat is bekend. Ik was trouwens blij dat Van de Meent pas laat Rob Hasselbach het veld instuurde. Anders had ik het nog niet geweten. Met die Hasselbach voorin weet je het maar nooit. NEC en RKC zullen in de komende wedstrijden alles uit de kast moeten halen in een poging FC Den Haag nog te achterhalen.”
Van de Meent analyseerde de wedstrijd natuurlijk vanuit een ander gezichtsveld. Van de Meent: “In de eerste helft speelde NEC goed en ontspannen. RKC kwam in het tweede bedrijf met lange ballen op de proppen en daar had mijn verdediging veel moeite mee. NEC had natuurlijk al eerder verder op afstand moeten komen. Frans Janssen ging alleen op de keeper af. Zo’n bal moet zitten. Als die zit, is het ijs gebroken en komt RKC er niet meer aan te pas.”
Geen aansluiting
RKC gooide het duidelijk over een andere boeg. Van de Meent weer: “Van Veen toog naar de frontlinie en Brands liet zich wat zakken. Op dat spel van de tegenstander hadden wij geen vat. Het is een kwestie van opvangen maar de aansluiting naar voren verdween. Een elftal dat tegen ons meer voetbalt, kan op een gepast antwoord rekenen. Maar nu had NEC geen antwoord klaar. Het gaat er nu gewoon om dat NEC overmorgen van FC Den Haag dient te
winnen.”
Bij de spelers van NEC was toch een lichte teleurstelling bespeurbaar. Zo was Bert van de Pol allesbehalve tevreden over zijn optreden, terwijl de Betuwnaar toch op een van zijn betere NEC-wedstrijden kon terugzien. Op de opmerking “’t Ging wel, hè Bert?”, antwoordde de aanvaller met een verontwaardigd “Vond je”?