Zijn naam werd dit seizoen nog met de Kasteelclub in verband gebracht toen er even sprake was van een samenwerking tussen Feyenoord en Sparta. Jarda Simr en zijn ploeggenoot Thomas Buffel werden genoemd als mogelijke versterkingen voor de zwalkende eredivisionist.
“Dat waren speculaties,” zegt Simr. “Ik heb er zowel van Sparta als van Rob Baan (Feyenoords bestuurslid technische zaken, red.) nooit iets concreets over gehoord. Of Sparta een club voor me is? Nee, want Sparta degradeert.”
En Simr wil hoe dan ook volgend seizoen op het hoogste niveau actief zijn. “Ik ga zeker niet meer in de eerste divisie spelen,” klinkt het zelfbewust. “Toen ik twee jaar geleden bij Excelsior kwam, had ik niet veel keus. Bij Feyenoord had ik niets gepresteerd en zat ik vast. We trainden bij het tweede soms met vier, vijf man en dan leer je niet veel meer. Excelsior was voor mij daarom de beste oplossing. Ik heb me hier perfect kunnen ontwikkelen. Het was mijn bedoeling om één of twee jaar in de eerste divisie te spelen en dat is goed uitgepakt. Blijf ik nog langer, dan ga ik me aanpassen aan het niveau.”
Over belangstelling van andere clubs heeft Simr niet te klagen. Nadat de kleine Tsjech in zijn eerste seizoen op Woudestein niet verder kwam dan drie goals, viel hij dit seizoen op door liefst zeventien keer te scoren. “Dit jaar is fantastisch verlopen. Het is nu zaak dat ik op een hoger niveau ga spelen. Ik wil progressie boeken.”
Hij hoopt op Feyenoord, de club die hem zes jaar geleden uit Tsjechië haalde. “Daar doe ik het nog steeds allemaal voor,” zegt Simr. “Ik zou graag willen weten waar ik aan toe ben, want iedereen vraagt me waar ik ga spelen. Er zijn al zo veel clubs genoemd. Ik lees ook dat Patrick Mtiliga, Thomas Buffel en ik weggaan, maar we zitten alle drie nog gewoon bij Excelsior. Misschien blijven we wel als we promoveren.’
Bron: Rotterdams Dagblad