Cees Lok was meer dan tien jaar lang een zeer populaire speler van NEC. Een slepende blessure beeindigde zijn loopvaan voortijdig, en daar baalt hij nog steeds van. Inmiddels werkt hij aan een carriere als trainer. Nu nog bij Jong NEC (voorheen NEC2), straks wellicht bij een andere club. Maar de liefde voor NEC gaat nooit meer over.
Cees Lok (35) was een lange,fysiek sterke voetballer, type rots in de branding. Je kon hem achterin laten bikkelen, maar ook in de spits. Soms vervulde hij in één wedstrijd beide rollen. Zelf ziet hij het zo: ‘Ik was een goede eerstedivisiespits. Voor de eredivisie kwam ik als spits wat te kort, maar daar stond tegenover dat ik wel een goede eredivisie-verdédiger was.’ Ideale speler dus voor NEC, want zeker in de eerste jaren van de periode-Lok pendelden de Nijmegenaren op en neer tussen eerste en eredivisie. Met zijn toeweiding, zowel op als buiten het veld, werd Cees Lok een van de populairste spelers uit de clubgeschiedenis.
‘Ik denk dat de mensen zagen dat ik een echte clubman was. Ik deed niet alsof.’
Stoffeerder
Hij was zijn carriere begonnen bij FC wageningen, als semiprof. Zijn ouders hadden een stoffeerbedrijf en dus was Ceeks Lok voetballer anex stoffeerder.
’s Avonds trainde hij, overdag ging hij bij mensen thuis tapijt leggen. ‘Vonden ze leuk, want ze kenden me van het voetballen.’
Toen NEC zich in 1988 meldde voor Cees Lok, zei hij het tapijt vaarwel. Hij werd een heuse fullprof, wat in die dagen niet zo gebruikelijk was als tegenwoordig.
‘Toen ik bij NEC kwam, waren er maar vijf spelers die tweemaal per dag trainden. Dat waren Desmond Gemert, die van ajax kwam, Arno Arts, Carlos van Wanrooy, Frank Wijnhoven en ik. Leen Looyen was trainer, hij had me naarNEC gehaald.’
De liefde tussen Cees Lok en NEC duurt tot op de dag van vandaag. Hij is net zo onlosmakelijk verbonden met de club als de kleuren rood,groen en zwart.
Heeft hij in al die jaren nooit behoefte gehad om zijn heil elders te zoeken? ‘Er hebben zich wel eens andere clubs gemeld voor mij. Ik was een keer heel ver met FC Luzern uit Zwitserland. Ook Roda JC heeft een paar keer serieuze interesse gehad. Maar ja, dan ging ik praten met Henk van de Water (de toenmalige voorzitter, SV) en dan kwamen we altijd tot de conclusie dat ik bij NEC hoorde . Dus dan bleef ik gewoon. Soms kreeg ik er ook wat salaris bij. Als ik nou echt een droomaanbieding had gekregen, dan was ik wel vertrokken. Maar zover is het nooit gekomen.’
Spijt dat hij nog altijd NEC’er is gebleven, heeft Cees Lok niet. Integenedeel. Er waren vele hoogtepunten. Zo plaatste NEC zich regelmatig voor de nacompetitie, en dat leidde vaak tot promotie. ‘De nacompetities waren natuurlijk een belevenis. Dan zat het zó vol dat zelfs doe oude goffert gezellig werd.’ Mooie herinnereing bewaart hij ook aan het seizoen 1994-1995, zijn topjaar. NEC promoveerde en haalde de bekerfinale. ‘De finale tegen feyenoord in de kuip was een geweldige happening, maar het was ook klote, want we verloren. Persoonlijk vond ik de halve finale leuker. Tegen Ajax in De Meer scoorde ik de winnende goal- Daar wordt ik nu nog op aangesproken door de supporters. Dat vergeten ze nooit, en ik natuurlijk ook niet.
Heel erg vervelend
Eigenlijk kende de loopbaan van Cees Lok slechts één dieptepunt. Maar dat was wel een dieptepunt dat de laatste jaren van zijn carriere verknalde. Het gebeurde tegen Heerenveen, eind 1995. ‘Ik kreeg bij de achterlijn een duw in mijn rug van een tegenstander. Ik kwam tegen een reclamebord terecht en brak mijn rechterenkel.’ Wat volgde was een lijdensweg van zo’n vier jaar. Af en toe deed Cees Lok nog een wedstrijd mee, maar uiteindelijk ging zijn carriere als een nachtkaars uit. Het zit hem nog steeds niet lekker. ‘Het is gelaas niet gelukt om na een succesvol seizoen te kunnen zeggen: zo, nu houd ik er mee op. We denken allemaal dat we mooi en rustig zullen sterven met de kleinkinderen om ons heen, maar qua voetbal zat dat er niet in voor mij. Wat de pijn een beetje vergoede was de opebningswedstrijd van het nieuwe stadion in begin 2000, tevens mijn afscheidswedstrijd.’
Korte stilte. ‘Maar desondanks is mijn einde als voetballer erg vervelend geweest.’
Toch stamt zijn allermooiste NEC herinnering uit de blessureperiode. Eind 1997 mocht Cees Lok – na weer eens een half jaar uitgeschakeld te zijn geweest – invallen tegen Feyenoord. Hij scoorde de winnende 3-2. ‘De reacties van Nijmegenaren na die wedstrijd waren echt onvergetelijk. Tot s’ avonds laat kwamen er allerlei mensen aan de deru, de volgende dag ontving ik bloemen uit heel Nijmegen. Toen merkte ik hoezeer de mensen mijn inzet voor NEC al die jaren hebben gewaardeerd. Dat iedereen het me zé gunde, dat was echt heel mooi.’
Bevoorrecht
De laatste jaren is cees Lok geen speler meer, maar trainer van Jong NEC. Een tijdrovende job, want behalve voor zijn gezin (Cees Lok woont met zijn vrouw van 7 en 8 jaar in Elst) en golf (‘Ik ben de edele golfsport aan het oppikken’) houdt hij weinig tijd over. Helaas hebben alle inspanningen nog niet geleid tot een kampioensschap. Wordt het niet tijd? Jong NEC speelt in de een na hoogste afdeling. ‘Dat is een gevoelig punt.’ Bekent Lok. ‘De hoofdoelstelling van Jong NEC is te zorgen voor doorstroom naar het eerste. Dat botst nog wel eens met de doelstelling om te promoveren. Toch moet dat binnen twee jaar gebeuren.’ Zijn eigen ambities reiken nog verder. ‘Als trainer wil ik de top halen, want ik vind het een fantastische job.’ Betekent dit dat NEC met Cees Lok de opvolger van Johan Neeskens al in huis heeft? Lok schudt het hoofd. ‘Dat denk ik niet. Het zou best kunnen dat ik ooit terug kom. Maar voorlopig ga ik mijn eigen weg. Het zou bijvoorbeeld goed zijn om ergens assistent trainer te worden. Maar vooralsnog blijf ik lekker bij NEC.’ Kan hij ook lekker herinnering ophalen aan de dagen dat hij triomfen vierde als speler. Of doet hij dat niet? Lachend: ‘jawel hoor. Met de oudere fans, want de jongeren kennen mij niet eens. Geeft niet. Ik ben een bevoorrecht mens geweest al die jaren.’