NIJMEGEN – Toen Rob Wielaert na veertien minuten aanlegde keek menig supporter verveeld om zich heen. NEC en vrije trappen. Het is al twee jaar een vrij vruchteloze combinatie. Maar gisteren vloog de bal hard in de rechterbovenhoek.
Jarda Simr kreeg op 14 oktober 2001 de heldenstatus. Een matige vrije trap verdween gelukkig achter de grabbelende Jim van Fessem. Het was het enige doelpunt in de derby tegen Vitesse en bezorgde de Tsjech emmers vol krediet.
In maart van dit jaar was er alleen nog een fraaie krul van Bart Latuheru tegen De Graafschap. Verder waren de vrije trappen van een zeer matig niveau. De tijden van Anton Janssen leken voorgoed vervlogen.
Ook dit seizoen konden de tegenstanders rustig een Nijmeegs mannetje net buiten de zestien vloeren. Keepers konden zonder angst in de maag een muur neerzetten en met vaste benen wachten omdat het schot toch niet in het doel zou belanden.
Tot gistermiddag veertien minuten over half drie. Rob Wielaert mocht alweer voor de tweede keer die middag vanaf kansrijke positie aanleggen. Snoeihard verdween de bal in de kruising. “Die eerste vrije trap raakte ik al behoorlijk lekker. Dat gaf veel vertrouwen voor de tweede. Ik moest hem iets meer drukken en dan was hij bijna onhoudbaar. En het lukte prachtig.”
Het doelpunt kwam mooi op tijd voor de Tilburger. “Ik kreeg al commentaar van een paar medespelers over mijn vrije trappen. Ik dreigde door te schuiven, maar nu ben ik wel weer de nummer één.”
Rob Wielaert had wel een aardige verklaring voor de magere score. “Het lukt niet vaak, maar we krijgen ook minder vrije trappen rond het strafschopgebied dan andere ploegen. Dat komt omdat De Nooijer en Demouge niet snel een vrije trap mee krijgen omdat ze fysiek sterk zijn.”
Het doelpunt van Wielaert was de aanzet voor een amusante wedstrijd. “Heerenveen speelde de afgelopen wedstrijd erg goed. Maar we begonnen heel fel en na die 1-0 gaan we toch wat rustiger spelen. Na rust was dat weer over en kregen we het door twee lullige doelpunten toch weer benauwd.”
Dat had NEC aan zichzelf te danken. “We profiteren in de tweede helft toch nog te weinig van de ruimte die we krijgen. En we gaan ineens slordig balverlies leiden. Als we iedere wedstrijd beginnen als vandaag, komen we tegen bijna elke ploeg op voorsprong. We moeten het dan alleen wel vasthouden.”
Door het flitsende begin lijkt NEC na rust steeds vermoeider te raken. “Een jongen als Demouge wil zo graag. Maar hij moet wat slimmer worden. Hij kan soms beter blijven staan en de tegenstander die bal dan maar diep laten geven. Nu maakt hij zo veel meters.”
Toch hield NEC tegen Heerenveen langer het initiatief dan tegen Willem II en Roda JC. “Het gaat steeds beter. Je ziet bijvoorbeeld Demouge steeds beter in zijn spel komen en dat geldt voor meer spelers. Daardoor heb je meer dreiging naar voren, waardoor de tegenstander automatisch wat verder terugzakt.”
Dat geeft hoop voor de toekomst. “Als je terugkijkt is het balen, want we hadden meer punten moeten halen. Maar het vertrouwen is er, al kunnen we nog veel beter. Het is makkelijk gezegd dat we de komende twee wedstrijden zes punten moeten halen. Van Groningen móet je woensdag winnen, maar uit naar De Graafschap is een ander verhaal. Voor die wedstrijd moeten we vasthouden aan onze goede momenten.”
En aan het feit dat een speler als Ax weer bijna fit is. “Dat kan heel belangrijk zijn. Ax is een ideale speler voor de manier waarop we nu spelen. Hij kan goed gebruik maken van de ruimte die we telkens krijgen, want er zijn er weinig die hem bij kunnen houden.”
Bron: De Gelderlander