Ron Delgado: “De beste NEC-supporters!”


De Beste NEC-Supporters!

Tijdens het bestaan van het voormalige NEC-The-Best-forum woekerde de discussie al in diverse topics : Wie is de beste NEC-supporter? En wie kan zich daaraan spiegelen. Het ging hard tegen hard : minstens 24 wedstrijden per jaar zien, nee 23, nee 25. Een nieuwsbrief verscheen via e-mail ‘voor de supporter die jaarlijks minimaal 22 á 23 duels van NEC bezoekt’. De rest mocht wel posten op het forum, maar zijn mening was tweederangs.

Alsof de thuisblijvende supporter niet even hard lijdt als de meereizende. Nog sterker, zijn leven is veel zwaarder. Hij ziet ten eerste al geen wedstrijd en heeft daarnaast nog het juk te dragen van de oorzaak van zijn afwezigheid. Een bedlegerige grootmoeder, een bejaard huisdier, een roedel kinderen of een kijvende wederhelft weerhouden hem van het aanschaffen van de combikaart, die een vrijbrief geeft voor een dagje ombekommerde pret met de maten in de bus. Zonder gène een vette hamburger bij het stadion, de wedstrijdspanning, het samen juichen bij de goals, het samen vloeken bij de missers, het samen uitschelden van de scheids.

Nee, de arme thuisblijver zit vanaf half drie in zijn eentje te bibberen voor teletekst, vrezend voor de plotse verplaatsing van het kruisje op 650 of de accumulatie van gele kaarten op de wedstrijdpagina van NEC. Zijn enige houvast is de opstelling, die tegenwoordig bij de aftrap in beeld komt. En dat is als hij geluk heeft en niet iemand anders in huis schaatsen of een opera wil kijken en de afstandsbediening verstopt heeft. Want dan is hij gedwongen om van half drie tot ruim kwart over vier paardekoersen, Franse chansons, minutenlange sterreclame, nieuws en allerlei onbenullige sportberichten bij Langs de Lijn aan te horen voor de anderhalve schakeling naar een verslaggever die zeer vasthoudend ‘nek’ ziet voetballen en daar meestal geen goed woord voor over heeft.
De meereizers kunnen aanvoeren dat ze veel geld en tijd kwijt zijn, maar zij hebben elkaar (gezellig!) en zien bovendien de nederlaag aankomen. De thuisblijver krijgt de rouwinformatie pas na de begrafenis. ‘Goal in Utrecht’,.. gejuich…o nee toch!. De flikkerende paginawissel op tv. Het onvermogen om te reageren. Een vloek tegen de geranium naast je bureau of bank. Een snauw tegen een onschuldige huisgenoot. De verlammende onzekerheid, zetten ze aan voor een gelijkmaker? Je weet het niet. Een middag onder hoge druk zonder ventieltje.

De meereizenden mopperen heel wat af op de fora over hoe ze te laat aankwamen of te vroeg wegmoesten, te veel geld kwijt zijn, het voetbal een verschrikking is, de tegenpartij ongastvrij was, maar ze vinden het maar wat leuk. De thuisblijver zit intussen letterlijk in een isolement. Zijn wanhoop is geen discussiepunt op de fora, want is een weinig hip onderwerp. Het is een taboe. Sta daarom eens stil bij de schlemielen die in Nijmegen achter moeten blijven wanneer jij goedgemutst de bus in stapt. Dát zijn de echte fans. 


Ron Delgado

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.