Hij was verrast door het verzoek, twijfelde oprecht, maar besloot uiteindelijk toch om zondag plaats te nemen op de reservebank van NEC. Wilfried Brookhuis, 41 jaar oud inmiddels, is tegen Feyenoord weer even de reservekeeper van NEC. Niet van harte, maar wel uit clubliefde. “Ik had er eigenlijk nooit bij stilgestaan dat ik nog in de dug-out plaats zou moeten nemen”, zegt Brookhuis.
De doelman nam in januari 2000 tijdens de opening van het verbouwde Goffertstadion officieel afscheid van het NEC-publiek. Maar zondag, tegen de nummer drie uit Rotterdam, zit hij door een chronisch gebrek aan fitte keepers dus toch weer op de bank. “Begrijp me goed. Ik doe dit echt niet om mezelf een plezier te doen. Integendeel. Ik ben keeperstrainer bij NEC en had allang een dikke streep gezet onder mijn actieve carrière. Maar toen Johan Neeskens (trainer NEC, red.) en Leen Looyen (technisch directeur, red.) met het verzoek kwamen, vond ik dat ik de club niet in de steek kon laten”, meent Brookhuis.
“Ik heb het eerlijk gezegd best moeilijk gehad met het verzoek. Ik ben als keeperstrainer inmiddels een soort van vertrouwenspersoon geworden voor de talentvolle keepers die NEC tegenwoordig bezit. Ik wil vooral niet de indruk wekken dat ik hen nu passeer omdat ikzelf zonodig in de belangstelling moet staan. Maar de situatie die nu bij NEC is ontstaan, is er één die normaal gesproken alleen in theorie voorkomt. Albert van der Sleen. Henry Timmer én Mattheus Hoop zijn geblesseerd. Dat is extreem. Als de club dan onverwacht toch een beroep op je doet, moet je geen nee zeggen.”
Brookhuis kwam in 1985 van De Graafschap naar NEC. De keeper – met bijna 450 wedstrijden in het betaald voetbal op zijn naam – verdedigde tot halverwege de jaren negentig trouw het NEC-doel en is inmiddels al een kleine drie jaar een zeer gewaardeerde keeperstrainer in De Goffert. In het seizoen 1999-2000 zat Brookhuis voor het laatst enkele duels op de reservebank als stand-in van Bas Roorda.
“Ik had absoluut geen rekening gehouden met een terugkeer en zal blij zijn als een van de andere doelmannen weer fit genoeg is om mijn plaats op de reservebank in te nemen. Maar tot die tijd zal ik er moeten staan. Ik mag dan al 41 jaar zijn, het keepersvak verleer je niet zomaar. Ook conditioneel maak ik me niet zo’n zorgen.”
“Mijn voordeel is ook dat ik de spelers uit de eerste selectie goed ken. En mocht Dennis Gentenaar zondag tegen Feyenoord onverhoopt uitvallen, dan zal ik gewoon mijn uiterste best doen. Wat gebeurt, gebeurt. Ik zou eerlijk gezegd niet meer weten wanneer ik voor het laatst op doel heb gestaan bij NEC. Ja, kort geleden een keer met oud-NEC tegen DVSG. Toen heb ik wel de nul gehouden.”
Bron: De Gelderlander
