De elf cursisten die gisteren samen met Marco van Basten hun diploma Coach Betaald Voetbal kregen uitgereikt stonden er toch een beetje verloren bij. Alle camera’s waren nu eenmaal gericht op Marco van Basten. Cees Lok zou echter niet met hem willen ruilen.
De voormalige Wageningen- en NEC-speler Lok ontving gisteren ook zijn diploma en bekeek het gedoe rond Van Basten geamuseerd. “Het is toch ook een leven wat zo iemand leidt. Ik ben samen met Marco op stage geweest bij Arsenal. Als je ziet wat hij dan over zich heen krijgt, dat is echt niet te geloven. Iedereen in zo’n stadion wil iets van hem. Onvoorstelbaar. Ik vind het best leuk wanneer ik in Winkelcentrum Dukenburg een keer herkend word, maar dat is incidenteel en dus aardig. Maar om de hele dag door bekeken en aangeklampt te worden is even iets anders.”
Rinus Michels reikte gisteren de diploma’s uit en zei dat het streven van iedere trainer er uiteindelijk op is gericht om als zelfstandige coach het eerste elftal van een profclub te bestieren. Wat Cees Lok betreft gaat dat zeker op. “Ik wil op termijn absoluut als hoofdtrainer aan de slag. Die ambitie heb ik nu eenmaal. Maar ik weet inmiddels ook dat je ervaring nodig hebt om goed beslagen ten ijs te komen. Je krijgt tegenwoordig in principe ten slotte maar een kans om te slagen.”
“Ik merk dat ik langzaam groei. Ik begin nu aan mijn derde jaar als trainer van Jong NEC en ben nu al een heel andere trainer dan twee jaar geleden. Een echt tijdsplan heb ik voorlopig ook niet in mijn hoofd. Ik weet waar ik ooit wil komen en moet maar zien wat er op mijn weg komt. De volgende stap is waarschijnlijk assistent worden bij een eerste elftal, maar voorlopig vind ik mijn huidige baan in ieder geval hartstikke leuk.”
De diploma-uitreiking van gisteren was voor Lok niet alleen de eerste stap op weg naar een zelfstandig bestaan als hoofdtrainer, maar de bekroning voor een jaar hard werken. Wat heet, voor enkele jaren pezen. Hij legde anders dan Van Basten de complete route af naar het hoogste diploma. Hij haalde eerste oefenmeester III, daarna II en vervolgens I, waarna hij dus begon aan de laatste etappe. “Die was best zwaar. Zo’n stage van een week bij Arsenal is hartstikke mooit, maar daarna moet je nog wel even metersdikke rapporten en verslagen uitwerken. Zo’n cursus doe je toch maar even naast je gewone baan. Maar goed, gelukkig ben je wel bezig met iets wat het mooiste van alles is, voetballen.”
Bron: De Gelderlander