Met pijn in het hart zag Frank Demouge zijn NEC vorige maand afreizen naar Polen. Morgen wil hij erbij zijn tegen Wisla, al is het maar op de bank.
Het is een raar moment op een vroege dinsdagochtend in september. Rob Wielaert, voetbalspullen in de hand, staat bij de deur. De aanvoerder van NEC moet zich om zes uur melden bij De Goffert. Over een paar uur landt hij in Polen waar NEC in de eerste ronde van het UEFA Cup-toernooi aantreedt tegen Wisla Kraków.
Frank Demouge staat er bij dezelfde deur wat verloren bij. Tuurlijk wenst hij zijn ploeggenoot succes, maar van binnen voelt de spits zich verschrikkelijk. Wielaert slaapt wel vaker bij hem als ze zich de volgende ochtend vroeg moeten melden. Maar dan gaat Demouge mee en nu blijft hij achter. Als zijn ploeggenoten even later in de bus op weg zijn naar het vliegveld van Keulen, ligt Demouge weer in bed. Maar slapen lukt niet meer.
Demouge vraagt het zich die week elke dag af. “Waarom ik?” Waarom de speler voor wie het Europese avontuur nog een tikje specialer is dan voor de rest van het team, domweg omdat hij uit Nijmegen komt? Een simpel kopduel in De Kuip, verkeerd neerkomen en bam: vreselijk pijn. Het voelt meteen als foute boel op die warme augustusdag, maar dat zijn Europese avontuur in gevaar zou komen, had hij niet verwacht.
Klotenenkel.
Als NEC in Polen zit, traint Demouge apart. Samen met Jarda Simr en Pascal Heije, de andere geblesseerden. Niet onder leiding van Cees van der Linden of Sander van Dijk, de vaste fysiotherapeuten. Zij zijn met de selectie mee. Maar Jos Smit is een fijne vervanger. Demouge kent hem wel van vroeger en ook bij hem kan je de sores van je afpraten.
Na de trainingen gaat Demouge naar huis. Beetje voetballen op de Playstation. Gelukkig komt er ook regelmatig bericht uit Polen. De spelers houden hem goed op de hoogte. “Ze leven erg met me mee en dat is fijn.”
Naarmate de wedstrijd dichterbij komt, groeit het onbehagen bij Demouge. Wat zouden ze nu aan het doen zijn? Misschien zijn ze wel een videoband van Wisla aan het bekijken. Hij zit ook voor de televisie, maar dan met een actiefilm op dvd.
Op de dag van de wedstrijd is Demouge niet te genieten. Hij weet wat de andere spelers nu doormaken, of denkt dat in ieder geval. Want dit is Europa Cup-voetbal en daar weet hij geen snars van. Verdorie, hij had daar moeten zitten. “Dit is misschien mijn enige kans op Europees voetbal”, beseft Demouge nog altijd. “Vorig jaar zat alles ons mee en de kans dat dat snel weer gebeurt is natuurlijk nihil. Daar ben ik erg mee bezig.”
Een uur voor de aftrap gaat Demouge met een vriend de stad in. Even sfeer proeven bij de Shamrock, waar de wedstrijd live op televisie komt. Het is er gezellig, maar ook verschrikkelijk druk. Dit wordt niks, er staan vijftig man buiten voor de deur te wachten. Dan maar snel naar huis, de wedstrijd komt ook live op internet.
Tsjonge, jonge, wat een waardeloze verbinding; je ziet geen bal. Op de radio is de wedstrijd nog het best te volgen. “Maar die commentatoren maken me helemaal gek. Telkens dat opgewonden geschreeuw, ik denk de hele tijd dat er een doelpunt valt.” Hij vindt de radio sowieso een martelwerktuig. Vooral bij de Poolse doelpunten kan hij het ding wel door het raam mieteren. “Die spanning is vele malen erger dan wanneer je een wedstrijd op tv ziet.”
Yes, penalty NEC. “Ik had Wielaert toch gezegd dat hij zou scoren. Hij moet hem wel maken om de kansen op een volgende ronde open te houden. We moeten verder komen, want dan krijg ik tenminste nog een kans om Europees te spelen.”
Telefoon, Omroep Gelderland. Of hij een feestje aan het vieren is? “Tuurlijk niet, we hebben toch gewoon verloren. Ik ben blij met het resultaat, maar Wisla blijft een gevaarlijke ploeg. De kranten zijn ook al zo positief. Een beetje te wat mij betreft. Ook de spelers zijn in jubelstemming. Ze hebben een geweldige reis gehad.”
Demouge staat maar één ding te doen, hij moet op tijd fit zijn voor de return. Trainen, trainen, trainen, zoveel als zijn enkel aan kan. Cees van der Linden maakt hem helemaal gek. De Bobby Haarms van beneden de rivieren, ontpopt zich als een heuse beul. Maar goed zijn ze wel, die conditiespelletjes met de bal.
Demouge voelt zich inmiddels super. Scherp en fit. “Ik ben sterker dan voor de blessure. Dat komt omdat ik de afgelopen weken veel in het krachthonk heb gezeten. Ook de conditietrainingen gaan goed. Maar als je dan weer een positiespelletje met de groep speelt, ga je kapot. Dat is toch heel anders.”
Toch hoopt Demouge erop dat hij in de thuiswedstrijd tegen Wisla bij de selectie zit. De beslissing van trainer Johan Neeskens stelt hem dan ook teleur. Hij mag met de groep mee naar Hoenderloo en daar beslist de coach of hij een plekkie op de bank krijgt.
“”Ik ben niet echt blij. Waarschijnlijk heeft de trainer al wel in zijn hoofd of ik bij de selectie kom. De laatste trainingen zullen niet de doorslag geven, maar ik ga wel verschrikkelijk mijn best doen.”
Want Demouge wil de wedstrijd voor geen goud missen. “Ik moet erbij zijn. Al zit ik alleen maar op de bank. Het kan toch niet zo zijn dat mensen me over twintig jaar vragen hoe dat Europese avontuur tegen die Polen ging en ik moet zeggen dat ik er niet bij was.” Frank Demouge gaat het kopduel aan in de wedstrijd tegen Feyenoord. Later in het duel moest hij na een kopduel met een enkelblessure naar de kant. Sindsdien kwam de spits van NEC niet meer in actie. Morgen in de UEFA Cup-wedstrijd tegen Wisla Kraków hoopt hij op de bank te zitten.
Bron: De Gelderlander