De Sensationele opmars van NEC

De Sensationele opmars van NEC ”Waar gaat dit heen?”


Voorzitter Hans van Delft en trainer Johan Neeskens zijn de vaders van het succes van NEC. Maar in de schaduw van dit tweetal opereert de padre familias Leen Looyen, de man die ruim dertig jaar geleden De Goffert binnenstapte en na vele omzwervingen weer thuis is. Met een levenslang contract is hij belast met het uitzetten van de grote lijnen. ”NEC mag nooit een kil, commercieel instituut worden.”


Het is een hemelse februaridag in Nijmegen. Het monumentale Goffertpark koestert zich in een bad van warme zonnestralen. Hamerslagen klinken, een hijskraan breekt de horizon. Hier wordt dag in dag uit gewerkt aan de opmars van het nietige NEC. Ruim honderd jaar na de oprichting door arbeidersjongens uit de Benedenstad reikt de club naar ongekende hoogten. NEC eindigde nooit hoger dan de zevende plaats en wacht nu al een eeuw lang op de eerste echte prijs. Vier keer haalde de club de bekerfinale en viermaal werd het hillemuil neks zoals de echte Nijmegenaar dat zo mooi kan zeggen.


De door teleurstellingen geharde volksclub is anno 2003 echter bezig aan een lange mars door de ranglijsten en groeide in vijf jaar tijd uit tot een van de voorbeeldclubs van Nederland. Stap voor stap omhoog en vooral geen gekke dingen doen. Beetje saai, maar wel effectief. Met een rustig, gedegen beleid nestelde de club zich structureel in het befaamde linkerrijtje en NEC staat na afgelopen weekeinde gewoon vijfde. Achter PSV, Ajax en Feyenoord, met evenveel punten als Roda JC maar een iets minder doelsaldo. NEC heeft zelfs meer punten dan De Gelderse broertjes Vitesse en De Graafschap samen. De cijfers zijn indrukwekkend. Negen wedstrijden op rij ongeslagen en in de laatste zes thuiswedstrijden slaagde geen tegenstander er zelfs maar in te scoren in de Waalvestiging. De jonge neefjes van Johan Neeskens blijven verbazen, En dat met een elftal dat rond de gelouterde as, uitsluitend met jeugdig talent aantreedt. De ambitieuze selfmade miljonair Hans van Delft is achter de schermen al bezig met een stadionsuitbreiding waardoor straks liefst 25 duizend mensen het Nijmeegse wonder live kunnen aanschouwen. De man die de koers van het door de branding beukende vlaggenschip bepaalt is Leen Looyen. Achter het enigszins saaie uiterlijk schuilt een voetbalbeest met enorm netwerk in de voetbalwereld en diepe wortels in Nijmegen. Niet voor niets heeft hij een levenslang contract in de achterzak.


NEC?s cultuurbewaker beent met agenda in de ene en zijn gsm in de andere hand brasserie De Gaanderij binnen. Op de schermen staat pagina 651 van teletekst als een modern kunstwerk. En dat is het ook. Looyen begatelliseert direct: “Dit is een momentopname we staan natuurlijk veel te hoog.” Gepokt en gemazzeld als hij is sinds zijn entree in 1969 weet hij wat de waan van de dag kan doen in de voetballerij. Zijn club gedijt uitstekend in de luwte en waar mogelijk laveert hij naar de ruigere wateren, zoals een goede capitein beaamt. Desondanks geniet het voetbaldier met volle teugen: ”Ik had natuurlijk het geluk dat ik zo’n beetje tegelijkertijd met voorzitter Hans van Delft begon. Hij is een enorme inspirator. Dat was hier nodig: een sterke man die wat uitstraalt. Kijk maar naar Jorien van den Herik bij Feyenoord. Reimer van de Velde bij Heerenveen en Marcel Brands bij RKC. Clubs zijn gebaat bij een echte leider. Met alle respect, maar ik heb geen idee wie de voorzitter van bijvoorbeeld MVV, Fortuna Sittard en Sparta is.”

Van Delft kreeg met zijn contacten binnen de kortste keren veel van de grond. Een nieuw stadion en een trainer met aanzien fugeerde als vliegwiel voor de vlucht van het lelijke eendje naar een bestaan als statige zwaan. Looyen haalde ook Johan Neeskens binnen, De Nees fungeerd als uithangbord en brengt rust in de druistige opvang van de voetbalclub. De drie-eenheid vindt elkaar nog steeds blindelings. Van Delft mobiliseert zijn immense netwerk in ondernemend Nijmegen, Looyen overziet het voetballandschap en Neeskens dirigeert de troepen op het veld.

Looyen: ”In de jaren zeventig merkte ik al dat mensen naar het stadion kwamen voor regionale spelers. Half Malden kwam naar Frans Thijssen kijken, half Groesbeek naar Jan Peters, half Tiel naar Jan van Deinsen. Wij hebben hier ingezet op jonge talenten. Jongens uit de stad zoals Dennis Gentenaar en Frank Demouge hebben enorm veel krediet bij de fans. Toen ik hier in 1995 kwam vertrokken er liefst veertien jeugdspelers naar Arnhem. Ze hebben hier gewoon tien jaar zitten slapen. Nu zal dat niet meer gebeuren. We hebben een fantastische jeugdopleiding waar spelers graag naartoe komen. ik denk dat het evenwicht inmiddels wel hersteld is. Op alle fronten.”

Paspoort:
Leen Looyen
Zetten, 9 juli 1947

Leen Looyen was als speler actief voor Excelsior uit zetten en het Nijmeegse SCE. In 1969 begon hij zijn loopbaan als trainer van SCE. In die tijd was hij veelal langs de lijn bij NEC te vinden, waar de befaamde Wiel Coerver hem overhaalde zijn baan als docent op te geven en assistent-trainer te worden. NEC bleef een rode draad in het leven van Looyen die tegen wil en dank uitgroeide tot
mister NEC.
Uitstapjes naar Willem II, Vitesse, RKC, NAC, Sankt-Gallen (Zwitserland), FC Groningen en Emmen ten spijt. In 1995 begon hij voor de vierde keer aan een avontuur bij NEC, dit maal niet als trainer maar als techisch diricteur.


Sociaal


Het klinkt allemaal mooi, de clubcultuur bewaken, maar hoe doe je zoiets? En waar bestaat die cultuur uit? Leen Looyen komt in zijn element. De bril gaat op de tafel, de continu trillende mobiel op de uitstand. De rustige buitenkant is niet meer dan een masker van het passionele voetbaldier, boordevol emoties en adrenaline.


”NEC is natuurlijk een club uit een arbeidersstad, er zal dus altijd gewerkt moeten worden. Maar er is natuurlijk meer. De afstand met Arnhem is niet groot, maar het verschil is enorm. Wij zijn veel meer op het zuiden georiënteerd. Het hoeft niet allemaal snel en hard. Wij raken steeds dieper in de stad geworteld. Vroeger lag het Goffertpark aan de rand van de stad, nu liggen we er eigenlijk middenin. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde Nijmegenaar drie keer per dag over NEC praat. Voetbal is hier de belangrijkste bijzaak in het leven. Nijmegen is van oudsher een echte voetbalstad. Wij hebben hier tweehonderd mensen in dienst, van wie de helft als vrijwilliger actief is. Die moet je koesteren. Bij ons rijden twaalf mensen de busjes van de voetbalschool, puur voor de club. In Arnhem worden die mensen allemaal betaald. Voel je het verschil?”


?Onze jeugdopleiding moet niet alleen goede voetballers afleveren, daarom zijn we veel bezig met het mentale en het menselijke aspect. Van de spelers haalt 95 procent het niet als prof. Die moeten elders in de maatschappij werk zien te vinden. Het is hier niet zoals bij een groot bedrijf dat vrijwel alle mensen uit de eigen opleiding kan stallen. Maar al die afgehaakte spelertjes komen wel in de regio terecht en praten over NEC en worden bovendien fans. Dus die opvoeding draagt direct bij aan een positief stadiongedrag van onze supporters. Vroeger zijn hier te veel mensen ontevreden vertrokken, dat mag niet meer gebeuren.


Oase


Intussen floreren de spelers in de Nijmeegse oase, waar het goed toeven is voor de talenten. Resit Schuurman is sinds hij op het Nijmeegse middenveld geposteerd staat een van de revelaties van dit seizoen. De man die uit Deventer werd weggeplukt door Leen Looyen heeft het prima naar zijn zin in Nijmegen. ”Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze”, bevestigt Schuurman. ”Ik had via de jongens bij Jong Oranje natuurlijk al veel gehoord over de sfeer hier, het nieuwe stadion, de trainer en de jonge spelersgroep. Ik merk aan mezelf dat, sinds ik op het middenveld sta, alles veel makkelijker gaat. Ik word iedere week sterker en voel me steeds lekkerder. Maar we staan nu wel erg hoog op de ranglijst, dit had niemand verwacht. Ik weet echt niet waar dit heen gaat.” De middenvelder onderstreept zijn integratie door zijn woorden snel te relativeren: ”Als we drie keer verliezen, staan we gewoon weer tiende.”


Ook collega Mike Zonneveld koestert zich in de Nijmeegse oase. Hij werd voor de neus van FC Utrecht als amateur weggeplukt bij Go Ahead Eagles en is hard op weg naar een topclub. ”Voordat ik kwam heb ik gesproken met Looyen, de plannen van de clubs spraken me aan en ze maken het ook waar. Ik kwam voor de winterstop maar niet in mijn spel. Door de gevolgen van een langdurige blessure voetbalde ik meer tegen mezelf dan tegen de tegenstander. De leiding bleef zoals altijd rustig en duidelijk. Dat is prettig werken. Voor het begin van het seizoen werd er een beetje gek gedaan over de uitspraken van de voorzitter dat we Europees voetbal konden halen. Dat wordt nu we vierde staan alleen maar heftiger. Er wacht een zware serie met PSV, Feyenoord en Roda JC, maar daarna komen alle concurrenten nog op bezoek. We hebben niets te verliezen. Dat is lekker spelen. Je ziet de tegenstanders soms verbaasd kijken als al die jeugdinternationals op een rij staan voor de wedstrijd. Als we allemaal bij elkaar blijven kan het alleen maar beter worden.”


Maar ook Zonneveld blijkt de merites van de club inmiddels te kennen: ”We staan natuurlijk veel te hoog. Het gaat erom hoe we spelen als het minder gaat. Wie eist er dan de bal op? Ik zit hier nu in mijn derde jaar en wil zelf ook meer verantwoordelijkheid pakken als het slecht gaat. De trainer blijft daar op hameren, en van iemand met zijn achtergrond neem je makkelijk dingen aan. Ook al zie je hem iedere dag, toch blijf je tegen hem op kijken.”


Toekomst


De technisch directeur bestrijdt dat NEC langzaam toch aan het eind van de mogelijkheden raakt. ”Ik denk dat we nu op 65 tot 70 procent van onze mogelijkheden zitten” zegt Looyen. ”In het voetbal heb je mensen nodig met visie. NEC speelt in een stad met 175 duizend mensen. Dan moet je tevreden zijn met een structurele plaats in de middenmoot met soms een uitschieter naar boven. Wat ze in Arnhem wilden met dat stadion was natuurlijk helemaal niet realistisch. Zoiets kan misschien in Milaan of Barcelona, maar niet in een Hollandse provinciestad. In onze groep zit nog voldoende rek. In de honderd jaar dat NEC bestaat hebben we nog maar één keer eerder zo goed gestaan. We moeten alleen niet ten koste van alles verder willen. NEC mag vooral geen kil instituut worden. In de toekomst zullen we niet eens meer naar spelers buiten de EU kíjken. Ik heb wel de ambitie de club steeds verder te brengen. Net als Van Delft en Neeskens ben ik te ambitieus om alleen maar op de winkel te passen. Dat moeten anderen straks maar doen. Wat dat betreft is de kunst van management jezelf overbodig te maken. Vroeger durfde ik echt geen twee weken weg, nu loopt alles gewoon door.”


En weg is hij. Belangrijke wedstrijden zoals de Oranje-amateurs tegen de nationale militaire selectie en Jong Oranje- Jong Vitesse staan later die dag in Zeist op het programma. Daar moet Leen Looyen natuurlijk wel bij zijn.


Johan Neeskens: ?Er zit nog heel veel rek in deze groep?


Trainer Johan Neeskens: ”Ik wil graag met jonge, hongerige gasten werken die nog willen leren. We hebben zo’n jonge groep, daar zit nog heel veel rek in. Toen ik naar NEC ging vroegen veel mensen wat me bezielde. Maar het viel me meteen op dat er rust heerste. Leen Looyen, Ron de Groot en ik beginnen iedere ochtend met een bak koffie en dan nemen we samen alles door. Dat werkt heel prettig. Ik ben erg sfeergevoelig. Ik heb alles gezien in het voetbalwereldje en ik wil gewoon werken met mensen die ik kan vertrouwen en die niet meteen in paniek raken als het minder gaat. Looyen is zo iemand, net als Hans van Delft. In deze groep zit heel veel talent. Mike Zonneveld kan de absolute top halen en ook Resit Schuurman ontwikkelt zich stormachtig. Frank Demouge is een voorbeeld hoever je met een goede mentaliteit kunt komen. Die jongen verzet zóveel werk voorin, dan mag je bij mij best een tijdje wat minder spelen. Als ze hard werken, haal ik ze er echt niet meteen uit na een mindere wedstrijd. We moeten gewoon ieder jaar proberen een stapje verder te komen. Dan kun je wel eens een uitschieter naar boven hebben.”

Bron: Voetbal International

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.