Eeuwige reserve heeft geen spijt van NEC

ANTALYA – Het was gisteren exact een jaar geleden dat hij als proefspeler zijn debuut maakte bij NEC. Mike Owusu had hoge verwachtingen, maar zag zijn Nederlandse avontuur mislukken. “Ik geef niemand de schuld.”

Er zijn het voorbije jaar veel momenten geweest waarop Mike Owusu thuis in Berg en Dal zat te malen: ‘waarom krijg ik nooit speeltijd bij NEC? Ben ik niet goed genoeg?’ De Ghanese Zweed kwam er niet uit. Drie invalbeurten in een tijdsbestek van twaalf maanden. Dat is wel erg karig voor een mandekker die meestal fit is en in Zweden ooit te boek stond als een van de grootste talenten van het land.

“Natuurlijk was het begin moeilijk”, zegt Owusu in de Turkse badplaats Antalya waar NEC de Nederlandse winter is ontvlucht. “Ik zat in een vreemde omgeving, begreep de taal niet, woonde op mezelf en moest bij NEC steeds op de reservebank zitten. Ik ben naar Nederland gekomen om te voetballen, maar krijg geen vertrouwen van de trainer. Hij vindt me blijkbaar niet goed genoeg. Dat kan. Misschien is dat ook wel het geval, ik weet het niet. Maar het maakte mijn situatie er in die eerste maanden niet makkelijker op. Toch moet ik toegeven dat ik me alweer een hele tijd bij mijn positie heb neergelegd. Het heeft geen zin om je te lang zorgen te maken. ‘That’s live’.”

En braken er voor Mike Owusu lastige uren aan, dan waren er altijd nog zijn Nederlandse buren. Een vriendelijk, bejaard echtpaar dat zich bij tegenslag met alle liefde ontfermde over die in het Zweedse voetbal enigszins bekende, maar in Nederland volstrekt onervaren buurman.

“Het zijn echt geweldige mensen. Zij hebben mij vaak gesteund en ik kan altijd bij ze aankloppen. Dan praten we over van alles. Zeker niet alleen over voetbal.” Toen Mike Owusu in de winter van 2002 bij NEC zijn handtekening zette onder een contract van anderhalf jaar had hij hooggespannen verwachtingen. De geboren Ghanees had in Zweden alle nationale jeugdselecties doorlopen, genoot op tv steevast van het Nederlandse voetbal en had bij Malmö met Frans Thijssen ‘de beste trainer ooit’ meegemaakt. Owusu dacht in Nijmegen zijn ‘European dream’ waar te kunnen maken. Twaalf maanden later is de mandekker een illusie armer.

“Ik betrap me er wel eens op dat ik om mijn situatie moet lachen. Dat mag niet, maar het is natuurlijk ook niet echt normaal. Ik ben dit seizoen slechts een paar minuten ingevallen, tegen Ajax in de Arena. Dat was alles. Vorig seizoen mocht ik welgeteld twee keer meedoen. Tegen Heerenveen en uh, die andere wedstrijd weet ik niet eens meer. Ik blijf vinden dat ik van de trainer te weinig kansen heb gekregen.”

“Toch heb ik me hier nooit echt eenzaam gevoeld. Ik dood mijn vrije tijd vooral met tv-kijken, computeren en veel lezen. Ik ben het ook gewend om alleen te wonen. Ik was pas veertien jaar toen ik in Zweden mijn ouderlijk huis verliet. Het was destijds nu eenmaal geen doen om elke dag op en neer te reizen van de stad waar zij woonden naar de jeugdopleiding van mijn club.”

Steun vindt Mike Owusu ook altijd in zijn sporadische reisjes naar de volgens hem mooiste plek op aarde: Kumasi. Daar, in die West-Afrikaanse stad, bracht de NEC’er tot zijn negende jaar zichzelf met een van sokken vervaardigde bal de beginselen van de voetbalsport bij. Zijn zorgzame oma voedde hem destijds op en zag dat het goed was.

“In juni ben ik voor het laatst in Ghana geweest. Iedereen wilde natuurlijk direct weten hoe het met hun voetballende familielid gaat. Ik heb gezegd: ‘ik praat nu liever niet te veel over voetbal’. Toen ik zag hoe de mensen in Ghana leven, heb ik regelmatig gedacht: ‘wat maak ik me toch druk over mijn positie bij NEC’. Een reis naar mijn geboortegrond leert me de dingen te relativeren.”

Het voorbije jaar zat voor Mike Owusu boordevol sportieve teleurstellingen, toch beschouwt hij zijn Hollandse uitstapje niet als verloren tijd.

“Als mens heb je op z’n tijd te maken met tegenslag. Daar word je uiteindelijk sterker van. Het klinkt misschien vreemd, maar ik heb zeker ook geleerd van de afgelopen maanden. Al was het maar door te kijken naar de kwaliteiten van de andere NEC’ers. In Nederland wordt toch op een andere, vooral snellere manier gevoetbald dan ik gewend was. Nog veel belangrijker is dat ik er in Nijmegen een aantal goede vrienden bij heb gekregen.”

En daarmee doelt Mike Owusu met name op de man met wie hij deze dagen in Turkije een hotelkamer deelt: Zico Tumba. Vanaf dag één dat de Ghanese Zweed De Goffert betrad, was het duo onafscheidelijk. Waar Owusu ging, was Tumba en andersom.

Over het ongewisse vervolg van zijn loopbaan maakt de 26-jarige Owusu zich momenteel geen kopzorgen.

“Natuurlijk weet ik ook dat het na dit seizoen met me gedaan is bij NEC. Ik zal met plezier aan de spelers terugdenken. Het zijn goede jongens. En waar ik straks ook neerstrijk, ik zal nooit vergeten op z’n tijd mijn Nederlandse buren een ansichtkaartje te sturen.”

“Vergeet niet mij ook een kaartje te zenden”, klinkt het ineens op de achtergrond in gebroken Nederlands. Het is Zico Tumba.

Bron: NEC-Nijmegen.nl

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.