De Nijmeegse voetbalclub NEC speelde gisteren sinds lange tijd weer op Europees niveau. In Kraków werd het 2 – 1 voor het plaatselijke Wisla. Voor vijftien fans was het bezoek aan het nabije Auschwitz minstens zo indrukwekkend.
In Nijmegen circuleert al enige tijd een grap: ‘NEC speelt tegen Kraków. Da’s vlak bij die plek waar de treinrails ineens ophoudt.’ Een lugubere verwijzing naar het voormalige concentratiekamp Auschwitz. Het is vijf uur voor de UEFA Cup-wedstrijd
Wisla-NEC. Terwijl honderden Nijmeegse supporters al zingend de terrassen van het historische Kraków innemen, hebben 62 kilometer verderop vijftien fans de moed om de plek te bezoeken waar ooit 1,1 miljoen joden in de gaskamers de dood vonden. Voetbalsupporters in Auschwitz. Een onalledaags tafereel.
“Andere fans vroegen me of het wel verstandig was eerst naar een concentratiekamp te gaan en daarna naar zo’n belangrijke wedstrijd van NEC. Maar ik heb geen moment getwijfeld. Als je NEC overal volgt en je komt in Kraków, dan ben je verplicht Auschwitz te bezoeken, klaar”, zegt supporter Michael terwijl hij in zijn NEC-shirt onder de toegangspoort ‘Arbeit macht Frei’ doorloopt.” Hij trekt het tenue uit. Voor de eerste keer in zijn leven zit het hem niet lekker. “Misschien is dit toch niet zo gepast.”
Anderen houden hun shirt aan. Kledij is deze middag ook niet van belang. Dit zijn niet de voetbalfans die met hun vuilbekkerij in stadions schreeuwen dat ‘de joden aan het gas moeten’. Dit zijn hondstrouwe, keurige supporters, behept met historisch besef. “Ik ken nog wel een paar NEC-aanhangers voor wie een bezoekje aan Auschwitz wonderen zou doen”, zegt Rolf. “Houden ze tenminste eens op met dat geschreeuw over ‘kankerjoden’. Natuurlijk roepen wij ook wel eens wat. Boeren of joden. Voor de gein. Dat hoort er in het voetbal nu eenmaal bij. Laatst tegen Volendam werden er in ons vak grappen gemaakt over de nieuwjaarsramp. Lachen. Tot dat je ineens iemand ziet wiens gezicht volledig is verbrand. Dan praat je plotseling heel anders.”
Bij het bereiken van de ovens, waar, zo vertelt een gids, 70.000 lijken werden verbrand, valt Rolf volledig stil. Gelijk zijn collega-fans, die eigenlijk al sinds hun bezoek aan de houten barakken nauwelijks nog een woord uitbrengen. Er wordt gezucht, met het hoofd geschud. 58 jaar geleden bevrijdde het Rode Leger de laatste gevangenen uit Auschwitz, maar de dood is nog onverminderd voelbaar. Zelfs voor een generatie supporters voor wie de Tweede Wereldoorlog vooral iets is uit grootvaders tijd. “Eigenlijk zou Ausch- witz verplichte kost moeten zijn voor elke voetbalsupporter”, zegt een NEC-fan. “Dat zou best eens therapeutisch kunnen werken. Straks in het stadion van Wisla Kraków gaat bij mij de knop om voor de wedstrijd van NEC. Maar hier leer je voetbal te relativeren.”
Bron: De Gelderlander