Hoe is het mogelijk dat een seizoenkaarthouder van NEC in het bezit is van een Wisla – sjaal? En dan niet zomaar eentje, maar die van de ‘fanatycy z grodu kraka’, oftewel de harde kern van Wisla.
Al sinds zijn elfde bezoekt Jan Ariaans (55) de wedstrijden van NEC, toentertijd stond hij voor een kwartje op de jongensrang. Woensdag is de directeur van basisschool De Dukendonck weer van de partij. Ditmaal volgt hij de wedstrijd vanaf vak N, samen met de overige leden van de supportersvereniging.
De tegenstander van de Nijmegenaren, Wisla Kraków, is voor Ariaans de mooiste tegenstander die NEC maar kon loten. Niet vanwege de geweldige faam die Barcelona indertijd had, of vanwege de imponerende klasse van de Polen.
Nee, Ariaans heeft sinds twee jaar iets speciaals met Wisla.
“In 1989 hielden wij voor het eerst een inzamelactie voor Kraków. Elke herfstvakantie ging ik daar heen om die spullen te brengen. In 2001 logeerde ik in het familiehotel Bona. Bij het ontbijt zondagochtend was het erg druk; bleek de hele selectie van Wisla in dat hotel te zijn.”
Een ober wist Ariaans en zijn collega’s te vertellen dat Wisla die middag een wedstrijd speelde tegen Katowice. Toen Ariaans en nog een collega wilden gaan kijken, regelde de ober dat de twee Nijmegenaren met de clubarts mee konden rijden naar het stadion.
“Daar aangekomen had die arts de beste plaatsen voor ons geregeld op de hoofdtribune, we werden als echte vips behandeld. We stonden versteld van de gastvrijheid van die man. Als aandenken kochten wij allebei een sjaaltje van de club”, vertelt Ariaans.
Geheel onwetend hadden ze een sjaal van de harde kern van Wisla gekocht, “omdat we die het mooiste vonden”. Na afloop van de wedstrijd wachtten Ariaans en zijn collega nog twee verrassingen.
“Toen we naar huis liepen, werd er veel naar ons getoeterd en gezwaaid. Maar we kregen ook gebalde vuisten te zien. Een Poolse jongen kwam ons tegemoet, trok de sjaal van mijn nek en stopte die onder mijn jas. Bleek het levensgevaarlijk te zijn met een sjaal rond te lopen omdat het haat en nijd was tussen Wisla en de andere club van Kraków, Krakówia.”
Terug in het hotel vertelde de ober dat de spelers van Wisla dachten dat ze scouts uit Nederland waren. “Ze keken ons al zo vreemd aan, en maar wijzen naar ons. Wij dachten dat het kwam omdat wij als eersten op de eretribune zaten. Snap je nu waarom ik het zo geweldig vind dat NEC tegen Kraków speelt?”
Ariaans weet al welke sjaal hij meeneemt woensdag: “Daar bestaat geen twijfel over, dan sta ik in de Goffert met mijn roodzwartgroene sjaal. Ik ben altijd een fan van NEC geweest en dat zal ook woensdag zo zijn.”
Bron: De Gelderlander