Het defensieve en compacte keurslijf waarmee NEC onder Johan Neeskens de successen aaneenreeg, begint geleidelijk Nijmegens grootste zwakte te worden. Eenmaal op achterstand, zo maakte het 2-0 verlies bij AZ zaterdag pijnlijk helder, blijkt NEC onmachtig om ’t tij offensief te keren.
Verdedigende discipline, je taak uitvoeren, vanuit een gesloten organisatie voetballen. Het waren vorig seizoen de toverwoorden bij NEC. Er ging nauwelijks een duel voorbij of die Nijmeegse kwaliteiten werden zelfs door de trainer van de opponent uitvoerig geroemd. NEC voerde Neeskens’ organisatiekunde doorgaans tot in de perfectie uit. Zeventien keer ‘de nul’ houden. Het bleek de solide basis voor een onverwacht Europees succes.
Maar dit seizoen keert NEC’s succesvolle handelsmerk steeds meer als een boemerang terug in het gezicht van de Nijmegenaren. Hoofdreden: veel vaker dan vorig jaar dient de formatie een tegendoelpunt te slikken. Eén defensief slippertje – zaterdagavond was het Dejan Govedarica die na 75 seconden Peter Wijker weg liet glippen – en de ploeg heeft direct een levensgroot probleem. Aanvallend spelen, offensief denken. Het zit anno 2003 niet meer in de Nijmeegse genen.
“Ik weet exact waar onze kwaliteiten liggen, maar zeker ook waar ze níet liggen”, sprak NEC-trainer Johan Neeskens zaterdagavond in Alkmaar. “We hebben nu eenmaal heel veel moeite om zelf het spel te maken. Dat is al lang het geval. Dat heeft gewoon met kwaliteit te maken. Wat moeten we dan? Direct na die vroege 1-0 vol op de aanval gaan spelen? Dan krijgen we hier gewoon met 4-0 om de oren. AZ heeft aanvallend meer in huis. Daar moet je eerlijk in zijn.”
Toch moet het Neeskens zorgen baren dat de voorzichtigheid en degelijkheid die hij jarenlang met succes predikte nu zoetjesaan tegen zijn eigen ploeg begint te werken. Veelzeggend was dat NEC in Alkmaar in 94 minuten anderhalve kans bijeenvoetbalde. En dat is natuurlijk veel te weinig voor een club die nog altijd de sportieve ambities heeft structureler aansluiting te vinden bij de subtop.
NEC-spits Dennis de Nooijer viel zaterdagavond in elk geval weinig te verwijten. Op het moment dat zijn ploeg in de tweede helft enigszins aan een offensiefje leek te denken, had de spits door de defensieve speelwijze al zoveel meters moeten maken dat de noodzakelijke scherpte logischerwijs al uit de benen was weggeëbd. De Nooijer stond na 24 minuten ook aan de basis van de enige echte NEC-kans. Op zijn aangeven had Patrick Ax de bal voor het inglijden maar de vervanger voor de gepasseerde Fabian de Freitas schoot naast.
Het meegereisde NEC-publiek begon zaterdagavond voor het eerst voorzichtig te mokken: ‘We willen bloed, zweet en tranen’. Een lied dat nergens op sloeg, want hun favorieten kon onmogelijk een gebrek aan werklust worden verweten. De tweede meezinger was wat begrijpelijker van inhoud: ‘We willen voetbal zien’, klonk het. Natuurlijk is het nog te vroeg voor verreikende conclusies, maar als NEC dit seizoen niet tijdig een antwoord vindt op z’n onvermogen een opponent zijn wil op te leggen, dan zou het voor de Nijmeegse club zomaar een zwaar jaar kunnen worden.
Goedbeschouwd was AZ – NEC na een dikke minuut al beslist. Peter Wijker mocht volledig vrijstaand de 1-0 achter Gentenaar koppen. “Zo’n fout verwacht je van een achttienjarige, niet van een routinier”, zo kreeg Govedarica een standje van Neeskens. AZ tikte rustig rond, vreesde een Nijmeegse counter, maar kwam zelden in de problemen. In blessuretijd mocht Ali Elkhattabi vanaf elf meter aanleggen voor de beslissende 2-0.
Een treffer waardoor NEC na een korte opleving weer is afgezakt naar de grijze middenmoot waaruit het grootste deel van de eredivisie momenteel bestaat. AZ mag door de eenvoudige zege nog even zweven op een roze wolk van geluk. Het seizoen is nog pril, maar in Alkmaar wordt sinds zaterdagavond nu ook hardop gesproken over een onderwerp dat Nijmegen al maanden in zijn greep heeft: UEFA Cup-voetbal.
Bron: De Gelderlander