Het is geen vetpot voor de Gelderse eredivisieclubs NEC en Vitesse. Toch staan Johan Neeskens en Edward Sturing niet onder druk. Zelfs na de nederlaag in Nijmegen (2-0) heeft de coach van Vitesse niks te vrezen.
Johan Neeskens heeft al helemaal niets te vrezen natuurlijk. Hij is als trainer al ‘groter dan de club’ en Neeskens wint bovendien altijd thuis van aartsrivaal Vitesse, zoiets scheelt in Nijmegen. Zeker als de ploeg na een euforisch jaar plots richting degradatiezone terugzakt.
Zelden hebben trainers in de kelder van de eredivisie zo rustig op hun stoel gezeten als Johan Neeskens in Nijmegen en Edward Sturing in Arnhem. Bij Neeskens wordt wel druk gespeculeerd over zijn volgende club. Hij zou in beeld zijn bij aardige clubs en een minder jaartje bij NEC wordt de oud-international nergens zwaar aangerekend.
Dat geldt ook voor Sturing, de laatste coach die Vitesse naar Europees voetbal leidde, maar toen nog tot hoofdopleidingen werd gebombardeerd. Sturing beloofde voor de start van het seizoen meer dan er vooralsnog is uitgekomen. Een paar wedstrijden na de start zag hij dat Vitesse in zwaar weer terecht zou komen en deelde een waarschuwing uit. Sindsdien staat de Arnhemse club (nu zestiende) er gevaarlijk slecht voor en gistermiddag volgde de inmiddels traditionele nederlaag in Nijmegen. “Er is inderdaad niet veel kritiek”, erkende Sturing. “Ik weet natuurlijk niet hoe het bij mijn collega is, maar ik denk dat het bij ons te maken heeft met dat we reële verwachtingen hebben.”
Die zijn tussentijds aangepast. “Voor het seizoen dacht ik dat we, zonder grote tegenslagen, in het linker rijtje zouden spelen. Na drie weken was ik Bob Peeters kwijt aan Millwall en raakte Matthew Amoah ernstig geblesseerd. Dan weet je dat het anders wordt en daar heb ik voor gewaarschuwd. Dat is mijn plicht.”
Sturing heeft een aantal grote pre’s als trainer in het algemeen en bij Vitesse in het bijzonder. Hij is een trainer met voetbalervaring (eredivisie, Europees en in Oranje) en wordt niet snel verrast door spelers en buitenwacht. Bij Vitesse was hij al een zeer gewaardeerd speler, aanvoerder en loyaal clubman. Vervolgens werd hij assistent, jeugdtrainer en was twee keer interim-coach. Tot hij na zijn derde invalbeurt de nieuwe man werd, ook op voorspraak van het grote publiek.
Nu is het wachten op nieuw bloed in de groep. “Als er nieuwe spelers komen, gaan we ons na de winter zeker verbeteren. Ik vind dat we nu al beter spelen, zelfs vandaag tegen NEC. Het eerste half uur vond ik ons de betere ploeg. We krijgen een aardige kans, die Gentenaar goed pakt. Toen die goal viel, was alles ineens weg. Dat typeert ons. Na rust wilde ik één op één spelen en meer druk naar voren zetten. Dat werkte helemaal niet.”
Johan Neeskens vond dat NEC verdiend won. Neeskens, vorige week nog twee dagen absent wegens ‘privézaken’, was daarom trots, na zijn waarschijnlijk laatste derby in Nijmegen.
Sturing begint net, het was zijn eerste wedstrijd als trainer in De Goffert. Hij hoopt tijden mee te maken dat zijn ploeg niet totaal versuft raakt van een tegendoelpunt. Die openingstreffer, van Ebbinge, viel ook niet zo maar. Het was net nadat Michael Jansen even geblesseerd aan de kant was geweest, maar wel weer terug was.
“Ik had het gevoel dat die goal juist op dat moment kon vallen”, erkende Sturing na afloop. “Je ziet het vaak op dat soort momenten. Claessens moest even overnemen, dan Jansen terug, het is net even de concentratie. We zijn nog broos en kwetsbaar.”
Sturing wil centraal achterin een ervaren, standvastige speler erbij omdat de talenten Michael Jansen (uitvaller) en Michael Dingsdag (invaller) nog te veel ervaring missen om onder alle omstandigheden overeind te blijven.
“Op dit moment is NEC fysiek en qua ervaring een stukje verder. Met een paar nieuwe spelers, en we kijken ook al naar de zomer, staat hier over twee jaar een heel goed elftal”, aldus de coach, die als het hem niet bevalt altijd nog terug kan vallen op de jeugdopleiding. “Maar dat is helemaal niet aan de orde, want iedereen bij de club is overtuigd van de noodzaak nieuwe spelers te halen.”
Bron: De Gelderlander