Een zwart gat heeft hij nooit gezien. Drie jaar na zijn afscheid als prof is Hennie de Romijn elftalleider bij FC Lisse. ?Misschien word ik ooit hoofdtrainer, al is de vrije tijd die ik nu heb me ook veel waard.?
In de bollenstreek is voetbal onmiskenbaar volksvermaak nummer één. Het tekort aan bvo?s wordt er sinds jaar en dag gecompenseerd door gefortuneerde ?bollenboeren? die de plaatselijke amateurs stevig opstuwen in de vaart der voetbalvolkeren.
FC Lisse is geen uitzondering. Toch is de professionalisering bij de hoofdklasser niet doorgeslagen. De vrouw in het kraampje bij de hoofdingang duidt haar merchandising nog altijd in prettig Hollands aan als ?hebbedingetjes?, supporters dragen klompen in de clubkleuren en tijdens de wedstrijd weet de omroepster te vertellen dat een pupil zijn lotenboekje is verloren. ?Of de eerlijke vinder dat alstublieft in wil leveren bij het barpersoneel,?
Het is in die ambiance, letterlijk op steenworpafstand van de Keukenhof, dat Hennie de Romijn zichtbaar gedijt. Drie jaar geleden beroofde een blessure de oud-NEC?er van een waardig afscheid dat hoort bij dertien seizoenen profvoetbal. Sindsdien werd het stil rondom de Leidse woonbootbewoner. ?Toen ik bij NEC vertrok, werd ik door Lisse gevraagd als speler. Maar na tien duels ben ik gestopt. Het ging niet meer. Ik nam zelfs middeltjes om tijdens wedstrijden de pijn dragelijk te houden. Thuis vroeg mijn vrouw: ?Ben je wel goed bij je hoofd? Je bent geen prof meer?. Ze had het grootste gelijk. Maar ik wilde het zo graag.?
Het is een uur voor aanvang van het duel met Capelle als Hennie de Romijn aanschuift in de kantine van FC Lisse. ?Komend seizoen word ik hier assistent-trainer. De club zei dat het me wil helpen Oefenmeester I te halen, zodat ik hier misschien ooit hoofdcoach kan worden. Ik zei: ?Ho jongens, niet zo snel?. Als ik straks op een doordeweekse avond in de kou sta te klappertanden, merk ik misschien dat het trainersvak niks voor mij is. Ik heb momenteel een goed leven. Ik ben vertegenwoordiger in allerlei soorten kit, ben elftalleider en ga drie keer per jaar op vakantie. Zodra er sneeuw valt in Oostenrijk wil ik weg. Laat ik eerst maar eens afwachten hoe het assistentschap me bevalt.?
Wie Hennie de Romijn aanschouwt, komt tot de conclusie dat hij in drie jaar tijd niets is veranderd. Ach, de haren worden wat dunner, maar dat hoort er nu eenmaal bij.?Ook het onbegrensde fanatisme bestaat nog. Een reden voor Said Ouaali, toekomstig hoofdtrainer van FC Lisse, om zijn nieuwe assistent alvast apart te nemen . ?Ook hij weet dat in ontzettend fanatiek ben. Bij wedstrijden begin ik op de bank altijd rustig, maar als het spannend wordt, ga ik steeds intensiever meeleven. Als oud-prof moet je op dit niveau regelmatig tot tien tellen. Soms moet ik oppassen dat mijn fanatisme niet doorslaat. Het is voorgekomen dat ik meedeed tijdens een trainingspartij en zowat ruzie kreeg met de hoofdtrainer, de man met wie ik als leider ongelofelijk goed samenwerk. Dat gedrag kan ik me natuurlijk niet veroorloven. Straks als assistent al helemaal niet.? Zo grijnst De Romijn die aantoont dat ook de zelfkennis nog onverminderd aanwezig is.
Net als in de twee periodes waarin hij NEC diende. Tussen ?91 en ?93 als linksback. Tussen ?98 en 2001 als linksback. ?Ik was altijd een voetballer die wist wat-ie kon en níet kon. Vorige week zag ik Bergkamp op tv een pass geven op Henry. Als ik dat vroeger op die manier zou hebben geprobeerd, was er vast iets afgescheurd.? De Romijn kijkt op zijn horloge. ?Ik moet nu echt gaan. De jongens in de kleedkamer even op scherp zetten. Je moet maar eens opletten op Kwong Steinrath. Hij is bij ons de man in vorm.?
Het duel Lisse-Capelle, met als inzet de derde plaats, is nauwelijks begonnen of De Romijns woorden worden bewaarheid. Het is uitgerekend Steinrath ? de man met de wonderlijke voornaam ? die akelig fraai raak kopt. Daarna ontvouwt zich een al even wonderlijke wedstrijd vol kansen, onvoorspelbare acties, onverwachte fouten en bovenal doelpunten. Het wordt 5-1 voor Lisse, waar een 7-4 eindstand net zo logisch zou zijn geweest.
De Romijn doet tijdens het duel wat hij vooraf voorspelde. De elftalleider begint rustig, maar geeft met het verstrijken van de tijd steeds nadrukkelijker aanwijzingen. Toch blijkt tot tien tellen deze middag nauwelijks nodig. ?Ik probeer de jongens hier vooral wat voetbalgogme bij te brengen. Daar ontbreekt het op dit niveau nog wel eens aan?, zegt De Romijn na afloop.
Hij blijkt twee dagen eerder nog in De Goffert te zijn geweest. ?Als vertegenwoordiger neem ik klanten voor overleg soms mee naar De Goffert. Het helpt nog altijd als ik tactisch een keer laat vallen dat ik prof bij NEC ben geweest. Op één keer na dan. Dat was bij een potentiële klant uit Arnhem. Ik kreeg me er toch van langs. Nee, ik heb niks meer verkocht.?
Bron: De Gelderlander