Diefstal in het Haagse Zuiderpark

NEC is het eredivisieseizoen voor het eerst in 27 jaar begonnen met twee zeges. In een zwakke wedstrijd won de ploeg onverdiend met 2 – 1 bij Den Haag. Twee wissels gaven de doorslag.


Door de onverdiende 2-1 zege bij ADO Den Haag is NEC onverwacht goed uit de startblokken geschoten. Zeker voor wie de geschiedenis kent. Pas drie keer eerder begon de club een seizoen in de eredivisie met twee zeges. Of veel supporters zich die pikstarts kunnen herinneren, is maar zeer de vraag. Het waren de seizoenen ’68-’69, ’71-’72 en ’77-’78, die erg goed begonnen.

NEC deed zaterdag in veel opzichten denken aan de ploeg van twee seizoenen geleden. Toen wonnen de Nijmegenaren vaak als ze slecht speelden en was Dennis Gentenaar week na week de man die de drie punten in het Nijmeegse kamp hield. De laatste wedstrijd uit bij RKC stond op 29 mei 2003 model voor een uniek jaar. NEC won onverdiend en haalde daarmee Europees voetbal.

Zover is het nu natuurlijk nog lang niet. De competitie is pas twee wedstrijden oud. Maar dat NEC drie punten stal in het Zuiderpark zegt wat over de ploeg. Tuurlijk speelde NEC heel erg lang heel erg slecht, maar het knokte zich wel terug, beschikte opnieuw over een geweldige Gentenaar en heeft spelers op de bank die een wedstrijd kunnen doen kantelen.

In Den Haag was het een dubbele wissel, die de wedstrijd deed omslaan. Neeskens greep net binnen het uur in. Het waren goede en begrijpelijke wissels. Tininho, de beste man uit de voorbereiding, was tegen Den Haag ronduit slecht. Zijn plaats werd ingenomen door de gepasseerde Ebbinge.

De linksbenige verdediger viel ijzersterk in en door zijn komst kon aanvoerder Wielaert doorschuiven naar zijn geliefde plek op het middenveld. Er zat meteen meer lijn in het spel. Bovendien was Wielaert koppend verantwoordelijk voor de assist bij de gelijkmaker van Denneboom.

Dat Tininho naar de kant moest, is geen reden tot zorg. De middenvelder had gewoon zijn dag niet. De andere wissel was wel een vervelende. Niedzielan speelde niet alleen zwak, maar leek zich zelfs te verstoppen. De spits lijkt met zijn kwaliteiten uitermate geschikt om in een systeem met drie spitsen vanaf de linkerkant te komen. Aan de zijkant heeft hij slechts met één verdediger te maken en zou hij zijn snelheid optimaal moet kunnen benutten. Maar in twee wedstrijden heeft de Pool vanaf die plek nog niets laten zien.

Zaterdag ging er niets van Niedzielan uit en liep hij toen Demouge een gat voor hem trok zelfs de drukte in. Weg kans op een een-tegen-een-duel met veel perspectief. Kort daarop mocht de Poolse spits naar de kant.

“Er moet een veel betere samenwerking komen tussen Frank en Andrzej”, vond Neeskens. “Ze zijn veel te statisch. Ik heb ze in de rust verteld dat ze meer moet wisselen. Je kunt wel met drie spitsen spelen, maar als de beweging er niet is…”

Neeskens voerde nog als excuus voor Niedzielan aan dat hij woensdag met de Poolse ploeg tegen Denemarken speelde. “En hij heeft natuurlijk een groot deel van de voorbereiding gemist. Maar Andrzej heeft veel te weinig laten zien voor een speler met zijn kwaliteiten. Hij kan veel beter. Met zijn klasse moet hij tussen de linies duiken en de bal beter in de diepte vragen. En je kunt wel driekwart van de voorbereiding gemist hebben, maar dan kun je nog wel alles geven.”

Omdat Demouge bijna al zijn duels verloor en Boutahar nog lang niet op zijn niveau zit, was Denneboom de enige aanvallende speler in vorm. De aanwinst was opnieuw dreigend, scoorde en was wel beweeglijk. Slecht was wel dat hij regelmatig zijn man liet lopen. Voor rust kon Polak daardoor vrij voorzetten op Platvoet, die Den Haag aan de leiding bracht.

In de rust kondigde een boze Neeskens daarom snelle wissels aan als zijn ploeg niet beter zou gaan spelen. Omdat NEC dramatisch de kleedkamer uitkwam, greep hij inderdaad vroeg in. Naast Ebbinge kwam Prent erin voor Niedzielan.

De speler uit de eigen jeugd speelde aardig en stuurde in de laatste minuut Bouthar weg voor de 2-1. “De bank is breder en dan kun je eerder wisselen”, zei Neeskens tevreden. “Dat zal ik in de toekomst ook doen.”

Het zal nodig zijn, want veel NEC’ers kunnen veel beter dan ze nu laten zien. Die vervelende constatering biedt tegelijkertijd veel perspectief. Want als een matig NEC al start met twee overwinningen, is er nog veel mogelijk als de vorm er wel is.

De kans dat het record uit seizoen ’77-’78 verbeterd gaat worden, is erg klein. Toen won NEC de eerste zes wedstrijden. Maar een succesjaar werd het niet. NEC pakte op de laatste speeldag een punt tegen Ajax en dat was precies genoeg om degradatie te ontlopen. Dat is een scenario waar NEC het anno 2004 niet meer voor doet.

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.