Wat is dat toch met coaches in het betaalde voetbal? Waarom wachten de meesten vaak net zo lang met ingrijpen totdat het voornaamste leed al achter de rug is? Gisteren ontpopte RKC – NEC (2 – 2) zich bij uitstek tot het duel van de trainers die pas actie ondernamen toen de ondergang nabij kwam.
Neem Johan Neeskens. De NEC-coach toverde gisteren bij een chronisch gebrek aan bruikbare aanvallers een opstelling uit de hoge hoed waar vooraf vraagtekens bij te zetten waren, maar die volgens technische staf en spelersgroep toch het proberen waard was. Zo’n uit nood geboren experiment valt best te billijken, al bleek al na vijf minuten dat het Nijmeegse strijdplan tot mislukken was gedoemd. Saïd Boutahar – doorgaans de onmisbare vormgever op het middenveld – werd als diepste spits geposteerd en stond voortdurend op een eiland. Ook al omdat Tininho – doorgaans sterker als linkshalf – faalde als diepste middenvelder. De Braziliaan zorgde voor veel te weinig aansluiting. Het Nijmeegse middenveld werd overlopen en tot de rust wist NEC zelfs niet één kans te creëren. RKC was overal beter, sneller en actiever.
Toch wachtte Neeskens tot de rust voordat hij de omzettingen deed die inderdaad direct het duel in Nijmeegs voordeel zouden doen keren. “Ik heb bewust gewacht tot de rust”, zo verdedigde de coach zich. “Er ging zóveel mis. Als ik aan een speler vanaf de zijlijn alle veranderingen door had moeten geven, was dat zo vergeten. Dat leek me niet verstandig. Daarom heb ik gewacht.”
De coach had het geluk dat RKC zijn ploeg tegen die tijd niet op een onoverbrugbare achterstand had geschoten. Doelman Dennis Gentenaar moet in de eerste helft af en toe wanhopig zijn geworden van het geklungel dat zich voor hem afspeelde. Vooral Arjan Ebbinge kende een loodzware middag. De centrumverdediger liet zich na 22 minuten eenvoudig foppen door Hoogendorp die hij vervolgens zomaar onderuit trok. Hoogendorp zelf benutte de penalty. Bij de 2-0 van Takak na 38 minuten werd NEC opnieuw simpel aan gort gespeeld.
De thuisclub ging daarna op jacht naar de logische 3-0, maar het was Saïd Boutahar die in de 45ste minuut even onverwacht als technisch fraai de 2-1 binnenschoot. Veelzeggend genoeg was de assist van Waalwijkse makelij. Teixeira knalde bij het uitverdedigen hard op de onderrug van ploeggenoot Takak waardoor de bal pardoes voor de voeten van Boutahar viel. De gelegenheidsspits bewees opnieuw dat NEC zich uiterst gelukkig mag prijzen met zo’n technisch wonder in de ploeg. Boutahar schoot feilloos binnen. Het betekende toch alweer zijn vierde doelpunt in acht Nijmeegse competitiewedstrijden: een gemiddelde waar je mee thuis kunt komen op De Goffert.
Boutahar bracht NEC direct helemaal terug. Ook al omdat Johan Neeskens de pauze gebruikte voor de juiste wisselingen. Van der Doelen werd geslachtofferd ten faveure van Barreto, Denneboom werd diepste spits, Boutahar weer ‘gewoon’ de vormgever op het middenveld en Tininho kon terug naar zijn vertrouwde linkerflank.
NEC kwam direct werkelijk als herboren uit de kleedkamer en speelde misschien wel zijn beste helft van dit seizoen met snel, dreigend, vermakelijk voetbal én kansen.
Zo raakte Tininho met een vrije trap de lat, kopte Barreto oog-in-oog met doelman Sinouh niet goed genoeg in, schoot Wisgerhof naast en wachtte Denneboom een fractie te lang met schieten nadat hij met een onnavolgbare voetbeweging zichzelf een prachtkans had geboden. Diezelfde Denneboom stond in de 66ste minuut ook aan de basis van de gelijkmaker. Voor de zoveelste keer draaide de aanvaller bewaker Greene dol, die uiteindelijk – na een fabelachtige pass van de weer opgebloeide Tininho – geen andere uitweg zag dan zijn plaaggeest binnen het zestien metergebied onderuit te glijden. Rob Wielaert benutte de penalty probleemloos: 2-2. NEC vocht zich dus uiterst knap terug na een dramatische eerste helft. Na rust was het juist RKC-coach Erwin Koeman die wel erg laat ingreep toen duidelijk was dat NEC zijn ploeg in een voortdurende houdgreep had genomen. De trainer keek waarschijnlijk ook naar zichzelf toen hij tot de conclusie kwam: “We kunnen het vandaag vooral onszelf verwijten dat we niet hebben gewonnen.”
Bron: De Gelderlander