Na een mislukt seizoen bij de amateurs van JVC Cuijk leek de voetbalcarrière van Luuk Maes (32) deze zomer voorbij. Maar de oud-verdediger van NEC stort zich op zijn ‘oude dag’ mogelijk in een Duits avontuur. Bij Kickers Offenbach.
De afgelopen maanden was Luuk Maes meer op de tennisbaan en in zijn schoenzaak te vinden dan op het voetbalveld. Straks is het misschien weer andersom. “Nadat ik in Voetbal International had gestaan in de rubriek ‘Vergeten voetballers’ belden er ineens twee zaakwaarnemers op. Zij vroegen of ik echt nog op niveau wilde spelen. Toen kwamen ze met Offenbach en met Cambuur Leeuwarden.”
Een Duits avontuur leek Maes wel wat. Dus ging hij vorige week op stage. “Dat was wel even wennen. Ik had in vijf maanden alleen maar een paar wedstrijden gespeeld met oud-NEC en met vrienden. En ik ben van mezelf al vrij zwaar. Het was de bedoeling dat ik een paar dagen mee zou trainen en daarna een wedstrijd zou spelen tegen Bayer Leverkusen. Maar de trainer zei ‘ik geef je twee weken. Als je nu speelt krijg ik misschien geen goed beeld van je’. Want buiten mijn conditie zeiden ze dat ik precies was wat ze zochten.”
Dus gaat Maes eind volgende week weer naar Offenbach. “Weer een paar dagen meetrainen en daarna een wedstrijd tegen Partizan Belgrado. Ik ben nu voor mezelf bezig om conditie op te bouwen. Ik ben net terug van hardlopen en zit elke avond in de sportschool.”
Maes hoopt in Duitsland een contract te tekenen voor de rest van het seizoen. “Ik wil kijken of het bevalt, of ik het niveau nog aankan. Eigenlijk was het voetbal een afgesloten boek, maar diep van binnen knaagde het nog. Na een paar fantastische jaren had ik mijn carrière door blessures slecht afgesloten en daar had ik toch geen vrede mee.
“Het is wel ver weg, ongeveer 360 kilometer. Als zij me een contract aanbieden ga ik daar waarschijnlijk in een hotel of appartement zitten en om de twee dagen rijd ik dan naar huis.”
Hoop op de eredivisie heeft Maes niet meer. “De eerste divisie moet kunnen, maar Offenbach promoveert misschien wel naar de tweede Bundesliga.”
Bron: De Gelderlander