Marcel Koning is medisch fit, maar spelen doet hij niet. De Hagenaar pendelt dagelijks van Den Haag naar Eindhoven om daar in een revalidatiecentrum verder aan zijn herstel te werken. De midden- velder van NAC die eerder bij ADO en NEC speelde, wil wedstrijdfit op de eerste training van het nieuwe seizoen verschijnen.
Al twee jaar vervalt hij van de ene in de andere blessure. Doktoren staan voor een raadsel, want een aanwijsbare reden voor het blessureleed van Marcel Koning is er niet. Zelf is hij het spuugzat en mijdt de thuiswedstrijden van NAC om niet elke keer opnieuw te moeten vertellen wat hij nu weer mankeert. De belangstelling van de buitenwacht is goed bedoeld, maar wel confronterend.
“Ik heb er wel eens aangedacht om een papegaai aan te schaffen die het verhaal over mijn blessures kan vertellen”, aldus de pas 29-jarige Koning. “Als ik mijn neus in een voetbalstadion laat zien, dan vragen mensen hoe het met me gaat, wat ik precies heb en wanneer ik weer kan spelen. In twee jaar heb ik bij NAC maar zeventien wedstrijden kunnen spelen, dus je begrijpt dat ik aardig wat keren heb moeten vertellen dat ik weer voor een langere periode uitgeschakeld was. En dat is heel moeilijk. Ik ben twee jaar geleden van NEC naar NAC overgestapt. Dat was een stapje hogerop. NAC stond toen hoger op de ranglijst en speelde aantrekkelijker voetbal. Alleen heb ik in Breda de status van ‘versterking’ nooit kunnen waarmaken. Ik sta hier nog twee jaar onder contract. Ik heb dus nog de kans om te laten zien dat ik geen miskoop ben.”
Aansluiten
In samenspraak met algemeen directeur Theo Mommers heeft Marcel Koning nu besloten om geen wedstrijden meer te spelen. De middenvelder revalideert tot 5 juli, de dag van de eerste training van NAC Breda. Dan wil hij bij de groep aansluiten en hoopt hij een voorsprong te hebben op de andere spelers. “De vicieuze cirkel van blessures waarin ik zit, willen we doorbreken. Dat kan alleen door weer fit genoeg voor NAC één te worden. Nu zit ik in een spiraal van trainen en dan weer niet trainen. Bij KNVB-dokter Han Inklaar heb ik kortgeleden een second opinion laten verrichten en daaruit bleek dat ik veel kracht heb verloren, maar dat er medisch gezien geen reden is waarom ik geen wedstrijden meer op het hoogste niveau zou kunnen spelen. Het is botte pech, daarom kiezen de club en ik nu voor een andere aanpak en reis ik elke dag naar Eindhoven om daar fitter te worden.”
Zomerstop
Het blessureleed in Breda begon met een blessure die hij al in één van zijn laatste wedstrijden bij NEC had opgelopen. “Ik had toen al wat last van mijn knie, maar de zomerstop kwam er aan en ik dacht ‘dat gaat wel over’. Met hardlopen tijdens mijn vakantie had ik er ook geen last van. Dat gebeurde pas in de voorbereidingen, toen we oefenwedstrijden gingen spelen. Ik heb te lang aangemodderd, want ik ben pas in januari geopereerd. Toen bleek er een scheurtje in het kraakbeen te zitten en het weefsel erom heen ontstoken te zijn. Door deze ingreep was ik wel zestien weken uitgeschakeld. Ik ben aan het eind van het seizoen nog twee keer ingevallen. Het eerste jaar beschouwde ik als verloren, maar ik begon wel vol goede moed aan het huidige seizoen. De voorbereiding ging goed, totdat ik net voor de start van de competitie een spierscheuring opliep. Weer een tijdje niets doen. Net voor de Europa Cup-wedstrijden tegen Newcastle United was ik weer fit. In Engeland, waar wij met 5-0 verloren, viel ik in en in Breda speelde ik de hele wedstrijd. Die duels waren heel apart. Wij dachten serieus een kans te maken tegen Newcastle United, maar we werden daar helemaal onderste boven gespeeld. Na een goede periode raakte ik geblesseerd aan mijn kuit en achillespees, waardoor ik opnieuw uit de roulatie was. Vervolgens heb ik alles op de tweede helft van dit seizoen gezet. Dat ging goed, totdat ik tijdens het trainingskamp in Turkije een schot van Orlando Engelaar blokte, waarbij ik mijn knie verdraaide. De zoveelste blessure in een hele rij. Opnieuw een tegenslag. Dat is heel frustrerend, want het gaat aan je knagen. Ik heb af en toe best getwijfeld of ik ooit nog wel in het eerste elftal van NAC zal spelen, maar als ik Han Inklaar en de mensen in het revalidatiecentrum beluister dan kan het gewoon helemaal goed komen.”
De thuiswedstrijden van NAC Breda laat hij meestal aan zich voorbijgaan, maar morgenmiddag zal hij er bij het duel tegen ADO Den Haag wel zijn. “Dat is mijn oude cluppie. Ik heb daar een fantastische periode gehad. Ik was er bij toen we onder trainer Lex Schoenmaker in de nacompetitie de promotie naar de eredivisie op een haar misten. Daarna werd ik aan NEC verkocht. Met die club heb ik nog een keer voor de beker tegen ADO gespeeld. Wij wonnen in Nijmegen met 2-1 en ik maakte de winnende treffer. Een dag later hadden ze voor mijn huis in Scheveningen alle vier de banden van mijn auto lek gestoken. Toch mag ik de Haagse supporters wel. Er hangt altijd een schitterende sfeer. Ik zou mijn loopbaan best in het Zuiderpark willen besluiten, maar eerst moet ik weer fit worden.”
Bron: Haagsche Courant