NEC heeft deze week de knopen doorgehakt die van de Nijmeegse eredivisieclub werden verwacht: Ax, Tumba, Van Rijswijk en Govedarica worden na deze zomer bedankt voor hun diensten. Doelman Van der Sleen blijft op zijn 40ste nog een laatste jaar aan als ’tweede man’ die de talenten Hoop en mogelijk ook Brack straks moet klaarstomen voor het grote werk. Jeugdinternational Otten is een nieuw eenjarig contract voorgelegd.
De enige vraag waarop het antwoord tot gisteren in Nijmegen nog onduidelijk was, luidde: wat doet NEC met Pascal Heije? De middenvelder alias verdediger is sinds zijn komst een versterking gebleken, maar was vooral geblesseerd. “We zijn inderdaad tevreden over Heije”, zegt technisch directeur Looyen. “We zullen later dit seizoen bekijken hoe zijn medische situatie is en dan alsnog beslissen of hij in aanmerking komt voor een nieuw contract.”
Met of zonder Heije is de conclusie voor komend seizoen helder. Voor het eerst sinds het Neeskens-tijdperk zal de NEC-selectie een ware metamorfose ondergaan in een jaar waarin de situatie van NEC, zo zegt Looyen, ‘nogal dualistisch is’.
“Ons nadeel is dat door het aantrekken van Niedzielan en Barreto veel mensen denken dat bij NEC momenteel alles mogelijk is. Maar dat ligt toch wezenlijk anders. Natuurlijk willen we sportief weer wat hogerop, maar financieel zullen we toch op vele fronten vooral de tering naar de nering moeten blijven zetten. Ik weet het: dat klinkt heel dualistisch. Vooral ook richting de spelers met wie ik deze week heb gesproken over hun aflopende contract. Ook zij zien dat er recentelijk veel geld is uitgetrokken voor topspelers als Niedzielan en Barreto, terwijl anderen juist financieel een stap terug moeten doen. Dat is soms best lullig om uit te leggen. Misschien hadden we best met een aantal van deze jongens voor de breedte van de groep door willen gaan, maar kijk naar je zelf. Stel dat jij veertig procent van je salaris moet inleveren? Dan is de kans toch groot dat je onbewust minder gemotiveerd bent. Ook voor een club is het dan, volgens mij, verstandiger om voor volgend seizoen door te gaan met een aantal nieuwe spelers.” En die zullen er komen in de persoon van een, vermoedelijk buitenlandse, targetman rondom Niedzielan, een extra centrale verdediger, plus een speler die zowel in het centrum als op de linkerflank van de defensie uit de voeten kan. Mocht huurling Youssouf Hersi – over wie net als Bjorn van der Doelen pas komende maand duidelijkheid komt – vertrekken dan zal NEC ook nog een ‘goede nummer tien’ proberen aan te trekken.
Looyen: “We moeten bij NEC nu eerst zorgen dat we met een sluitende begroting gaan werken. Dat zijn we ook verplicht. Aan de andere kant hebben we als club momenteel gewoon het geluk dat er sponsors rondlopen die bereid zijn te investeren in hele goede voetballers die ook bij een eventuele verkoop aantrekkelijk voor hen zijn. Als club kun je in zo’n situatie twee dingen doen: géén gebruik maken van die geldschieters en op de ranglijst van de eredivisie toch weer naar beneden kijken. Of wél van hen gebruik maken en accepteren dat er nu eenmaal in de spelersgroep verschillen ontstaan in betaling. Wij kiezen voor dat laatste. We willen als club toch hogerop. Kwalitatief zullen we proberen de selectie beter te maken. Niet kwantitatief.”
“Met alle respect, maar in Nederland, ook bij NEC, is na het Bosman-arrest te veel geld uitgegeven aan spelers die ik doorgaans omschrijf als ‘meevoetballers’. Die tijd is voorgoed voorbij. Voetballers zullen zich moeten schikken naar de normen van het huidige voetbal. Vergeet ook niet dat steeds minder spelers tegenwoordig voor een club nog transferwaarde hebben.”
Dat het voor NEC sinds dit seizoen mogelijk is om enkele ‘buitencategorie’ spelers te halen, brengt, zo zegt Looyen voor hem als technisch directeur nauwelijks extra druk met zich mee. “Ik ben een type dat zuiniger met zijn lease-auto omgaat dan met zijn eigen auto. Je moet als club zeer zorgvuldig omgaan met het geld van de sponsors die bereid zijn te investeren. Neem Niedzielan en Barreto. Die heb ik heel vaak aan het werk gezien voordat ze naar NEC toekwamen. Iedereen heeft inmiddels kunnen zien over welke buitengewone kwaliteiten die beschikken. Wil je het vertrouwen van investeerders houden, dan zul je als club en dus ook technisch directeur vooral heel zuinig en verstandig met hun geld moeten omgaan. Dat is wat ik probeer te doen.”
Bron: De Gelderlander