Peter Wisgerhof leek zijn beste tijd al achter de rug te hebben. Maar verlost van de backplaats bloeit de NEC’er op. “Misschien had ik eerder met de vuist op tafel moeten slaan”, aldus de robuuste Wageninger.
Peter Wisgerhof beschikt over onvermoede talenten, zo blijkt tijdens het trainingskamp van NEC op Gran Canaria. Als in de avonduren de door sponsors ingevlogen Nijmeegse zanger Harry Straten covers ten gehore brengt, nodigt hij de Wageningse verdediger uit voor een heus ‘Ben Cramer-duet’. Je moet van het repertoire houden, maar Wisgerhof bewijst dat hij een kansje zou maken de eerste ronde van Idols te overleven.
“Vind je”, vraagt Wisgerhof “Ik heb geen idee hoe het ooit ontstaan is, maar ik word wel vaker op een podium geroepen. Er was ook nu geen ontkomen aan.
Na zijn ’three minutes of fame’ ontvangt de mandekker vooral luid applaus van ploeggenoot Patrick Pothuizen, de man die hij vierenhalf seizoen geleden bij NEC opvolgde. ‘Potje’ ging destijds naar Vitesse, jeugdinternational Wisgerhof bewandelde de omgekeerde route. “Laatst grapte Patrick nog: ‘Peter, kijk goed om je heen. Dit heb je allemaal aan mij te danken. Ik heb toen water bij de wijn gedaan zodat jij naar NEC kon komen’.”
Op z’n 25ste kijkt Peter Wisgerhof niet meer op van een trainingskamp meer of minder. “Al is het hier wel heel goed toeven.” De verdediger familie van Wageningen-legende Charley van der Weerd maakte er al zes mee, exclusief de trips met Jong Oranje. Bizar genoeg leverde zijn eerste voetbalreis hem direct landelijke bekendheid op. Theo Janssen duwde Wisgerhof in het water. Een onschuldig staaltje voetbalhumor werd een heuse rel toen bondscoach Han Berger in woede ontstak over ‘een gebrek aan discipline bij hedendaags talent’.
Een onjuist beeld, want Wisgerhof is een serieuze prof. Absoluut niet meer zo ingetogen en bescheiden als in zijn eerste seizoenen, maar onverminderd goed bezig met zijn vak. Hij morde zelfs niet toen hij in 2002 van succesvol voorstopper werd ‘gedegradeerd’ tot back en ladingen kritiek over zich kreeg uitgestort. “Achteraf gezien had ik op dat moment misschien met de vuist op tafel moeten slaan. Maar dat zat niet in me. Ik maakte een keus, wilde voetballen. Dat kon niet als voorstopper, dan maar als back.”
“Soms vraag ik me af: had ik mijn stem meer moeten laten gelden? Of zoals Van der Vaart heeft gedaan: weigeren. Maar ja, dan kom je op de bank terecht. Ik heb vaak te horen gekregen ‘Wisgerhof is niets als back’. Toch moet men niet vergeten dat ik op die plek natuurlijk ook goede wedstrijden heb gespeeld en zelfs Europees voetbal heb bereikt. Maar als ik binnenkort met NEC praat over mijn aflopende contract, zal ik zeker ter sprake brengen dat ik als ik blijf centraal wil staan en liever niet meer in de rol van back speel.”
De plek op de rechterflank is inmiddels ook vergeven aan Muslu Nalbantoglu, die geldt als de grote surprise van de eerste seizoenshelft. Maar de wederopstanding van Wisgerhof – al maanden de meest betrouwbare centrumverdediger – is minstens zo verrassend. Al geldt dat waarschijnlijk niet voor de fans die op internet al een tijdje ludiek actievoerden onder de veelzeggende titel: ‘Beter met Peter (als voorstopper)’. “Ik heb vaak gezien dat voetballers ineens beter begonnen te spelen op het moment dat hun contract afliep. Vooral Marcel Koning had dat sterk. Ik begreep het nooit, maar ondervind nu hetzelfde. Al zal het bij mij te maken hebben met het feit dat ik eindelijk weer langere tijd achter elkaar als voorstopper word gebruikt”, zegt Wisgerhof.
“Ik straal op die positie ook veel meer uit. Net als in mijn eerste anderhalf seizoen bij NEC. Het ging toen op een gegeven moment zó goed dat mensen zeiden: ‘Ga zo door en er zullen snel geïnteresseerde clubs komen’. Toch waren dat compleet andere tijden. Destijds kon je al na één goed halfjaar worden weggekocht. Tegenwoordig ben je slechts interessant als je transfervrij bent. Ook al ben je jaren in topvorm. Kijk maar eens naar Dennis Gentenaar.”
Wisgerhof heeft tijdens het trainingskamp in Maspalomas gemerkt dat ‘de teamgeest’ bij zijn team weer groeiende is. “De trainer is daar heel veel mee bezig. En het werkt. Je zag het al op de eerste dag na de winterstop. Als één speler er meer dan twee procent vet zou hebben bijgekregen, zou er straf volgen voor het complete team. Niemand ging in de fout. De trainer deelt ook p’s (persoonlijke fouten, red.) uit. Ontvangt iemand binnen een maand drie p’s, dan moet de hele ploeg zich op een vrije dag om acht uur ’s ochtends op De Goffert melden. Je ziet dat het reuze meevalt met het aantal uitgereikte p’s. Ik heb er in elk geval niet één.”
Bron: De Gelderlander