Jong NEC behaalde gisteravond een nipte overwinning op Jong FC Dordrecht. Ondanks een groot veldoverwicht bleef het in het Goffertstadion bij een magere 1-0 voorsprong.
Het winnende doelpunt viel na een klein kwartier uit een standaardsituatie. Een corner van Saïd Boutahar werd doorgekopt, waarna er een scrimmage ontstond en Thijs Hendriks attent reageerde door de bal onder Dordrecht-doelman Van der Werf door te tikken.
Behalve Boutahar had trainer Wim Rip verder de beschikking over selectiespelers als Pascal Heije, Patrick Pothuizen en Charles Kazlauskas. Toch creëerde zijn ploeg tegen de matige Dordtse tegenstander verder weinig doelrijpe kansen.
“We hadden zeventig, tachtig procent van het balbezit, maar we waren alleen nog gevaarlijk over de flanken via Thijs Hendriks en Rutger Worm”, constateerde Rip. “Dordrecht verdedigde fel en agressief. Ze bleven op de eigen helft spelen en daardoor waren de ruimtes klein. De keuzes die we maakten, duurden te lang of waren niet logisch. We hielden wel een veldoverwicht, maar niet qua kansen. Of de eindpass was niet goed of de loopactie verkeerd.”
Alleen in de tweede helft was de thuisclub dicht bij een tweede treffer toen Jim van Alst na een voorzet van Thijs Hendriks een kopkans miste. Rip was wel tevreden over zijn defensie, die goed werd geleid door Patrick Pothuizen. “Dat deed hij prima. We hebben weinig weggeven. Ze hebben één keer hoog over en één keer ver naast geschoten.”
Jong NEC speelt volgende week maandag opnieuw een thuiswedstrijd. Dan is het belofteteam van FC Den Bosch de tegenstander.
Bron: De Gelderlander