Nu de nacompetitie NEC op de hielen blijft zitten, heeft een deel van de Nijmeegse achterban de meezinger ‘Neeskens rot op’ vervangen door een variant met de naam van Leen Looyen. “Ik begrijp de onvrede en dat er in deze tijden een zondebok wordt gezocht”, aldus NEC’s technisch directeur.
Leen Looyen beleeft een jubileum. Exact een kwart eeuw is hij actief op De Goffert. Reden voor een feest is dat geenszins. De technisch directeur ligt op dit moment bij menig fan onder vuur omdat NEC al anderhalf seizoen niet verder komt dan gemiddeld een punt per duel.
In de historie van NEC was Looyen – coach of directeur – nooit populair bij het legioen. Bij dat lot heeft hij zich al jaren neergelegd. Toch was hij afgelopen vrijdag lichtelijk verbaasd over het tijdstip waarop een deel van de fans zich verbaal liet gelden. Tegen RBC Roosendaal was de stand nog 0-0 en NEC met afstand de beste ploeg toen supporters – voor de tweede maal dit seizoen – begonnen te roepen om Looyens vertrek.
“Natuurlijk snijdt dat door de ziel. Ik heb er ook slecht op geslapen”, zo zegt Looyen. “Ik begrijp dat er onvrede is. Ook ik ben teleurgesteld dat de ploeg er zo slecht voorstaat. Maar ik blijf zeggen dat er op papier voldoende kwaliteit is om een stuk hoger te staan en dat de huidige selectie in potentie zelfs meer kwaliteit herbergt dan in het seizoen waarin we Europees voetbal bereikten. Nu het tegenzit, wordt er een zondebok gezocht. Zo werkt dat nu eenmaal. Eerst was dat voor sommigen Neeskens, nu ben ik dat. Maar hoe vreemd het ook klinkt ‘dit’ heeft ook iets positiefs. Als er geen kritiek zou komen, zou dat gelatenheid inhouden. En dat is wel het laatste dat NEC momenteel kan gebruiken.”
De vraag of hij intern nog altijd voldoende wordt gesteund, wordt beantwoord met een instemmend knikje. “Al is het op dit moment voor niemands populariteit echt verstandig om mij openlijk te steunen.”
De selectie mag dan op papier sterker zijn geworden, dat laat onverlet dat NEC al anderhalf seizoen tegen dezelfde problemen oploopt. Zo blijft de opbouw van achteruit een bron van zorg. Net als het gebrek aan voetballers die de oorlog kunnen winnen. En uitgerekend dat type wordt van oudsher op De Goffert bovengemiddeld gewaardeerd. Het is kritiek die Looyen zich als hoofdverantwoordelijke aan mag trekken. “Doe ik ook. En ik ben niet van plan om de verantwoordelijkheid af te schuiven, al wil ik ook zeggen dat geen enkele speler naar NEC is gekomen zonder instemming van de coach. Ik moet toegeven dat deze groep te weinig winners kent. Dat moeten we komend seizoen echt verbeteren”, erkent Looyen die voor een belangrijk deel ook de hand in eigen boezem steekt als een minstens zo voornaam probleem wordt aangekaart: de contractverlenging, vorig jaar, van coach Johan Neeskens. “We waren bijna rond met Martin Jol, maar kwamen er financieel toch niet uit. Het is achteraf gezien onverstandig geweest om nog een seizoen met Johan door te gaan. Dat mag men mij mede aanrekenen. Ik ga niets negatiefs over Johan zeggen. Hij heeft veel voor de club betekend, maar op ’n gegeven moment was het effect tussen coach en selectie uitgewerkt.”
En op die blaren zit NEC nog altijd. Want de vrijblijvendheid was op een gegeven moment wel erg groot onder het bewind van Neeskens. Opvolger Lok heeft de trainingsintensiteit inmiddels weer tot aanvaardbare proporties opgeschroefd bij de Goffertploeg die – het lijkt geen toeval meer – dit seizoen ongelooflijk vaak ondanks een veldoverwicht niet in staat bleek door te drukken.
Wat zuur is voor Looyen is dat ’t voornaamste kritiekpunt eigenlijk nauwelijks op zijn bordje thuishoort. Zijn aankopen zouden niet overeenkomen met de ambities van de club, zo wordt hem door fans ingewreven. Zelf wil Looyen niet ingaan op geldzaken, maar het wordt steeds duidelijker dat de financiële positie van NEC momenteel absoluut niet strookt met ’n Europees streven. Geld is bijzonder schaars op De Goffert. “Laat ik dit zeggen: er is de voorbije periode, vooral door een aantal mooie transfers, een beeld ontstaan dat bij NEC van alles mogelijk is. Een onjuist beeld. De club mag zich gelukkig prijzen dat investeerders bereid zijn, ook voor een belangrijk deel uit clubliefde, om hun nek uit de steken. Het hoort bij mijn functie, maar ik geef toe dat het soms frustrerend is dat ik lang niet alles kan vertellen. Dat zou een boel kritiek schelen. Neem het vertrek van Danny Hesp. Toen was ik voor de buitenwacht de schuldige. Als ik toen had geroepen: ‘Hesp vertrekt omdat hij niet minder dan ‘bedrag x’ wil verdienen’, dan weet ik zeker dat ik alle begrip had gekregen. Natuurlijk breng ik zo’n getal niet naar buiten. Ik wil niet onnodig mensen beschadigen. En zeker Danny niet. Dat vind ik een fijne gozer.” Die laatste typering gaat volgens Looyen ook op voor voorzitter Hans van Delft. Toch maakte de NEC-preses het de technisch directeur onnodig moeilijk door meerdere malen ambities te verkondigen waarvan de haalbaarheid op zijn tijd in twijfel mocht worden getrokken.
Op de meeste recente Open Dag riep Van Delft nog: ‘Een topspits is onderweg’. Vervolgens kwam er niemand. En opnieuw kreeg vooral Looyen kritiek. “Hans heeft dat niet bewust gedaan, we zijn goede vrienden van elkaar, maar die uitspraak is niet gunstig geweest voor mij. We zijn twee keer heel dicht bij een overeenkomst geweest met een spits. Het publiek maar ook investeerders lijken soms te vergeten dat een club als NEC vaak te klein is voor een topspeler. Zelfs als hij met hulp van buitenaf haalbaar wordt. Bovendien moet je met geld van anderen extra voorzichtig omgaan. Je kunt je geen verkeerde keuzes permitteren. Het wordt er sowieso niet eenvoudiger op om spelers aan te trekken voor een club die al anderhalf seizoen rond plek veertien speelt.”
Zeker nu ook ‘de naam’ Neeskens niet meer door NEC als lokkertje kan worden ingezet.
“Toch ben ik ervan overtuigd dat het onder Lok allemaal goed komt. Hij is een trainer die spelers werkelijk beter kan maken. De ploeg moet eenvoudigweg nog wennen aan de veranderde manier van trainen en spelen. Ik geloof erin dat we nog voldoende punten zullen halen om nacompetitie te ontlopen. Voor komend seizoen zijn we nu vooral bezig met een nieuwe doelman en spits. Ons streven wordt ook anders. Een plek bij de eerste dertien wordt ons doel, zodat we deelnemen aan de play- offs voor een Europees ticket.”
Op de achtergrond houdt Looyen zich momenteel ook bezig met een beleidsplan – ‘Voetbal en Vak’. Het is de directeur een doorn in het oog dat de prof van tegenwoordig – en dat gold de voorbije jaren zeker ook voor NEC’ers – zo weinig arbeidsuren hoeven te maken. “Er is al beweerd dat ik van spelers zou eisen dat ze in de toekomst van negen tot vijf op de club moeten zijn. Onzin, maar ik ben ervan overtuigd dat er nog veel winst valt te halen. Bijvoorbeeld door ’t geven van individuele, positiegerichte trainingen. Er moet een raamwerk ontstaan waaruit blijkt wat in de toekomst de spelopvatting is van NEC, wat van spelers mag worden geëist. En dáár zoeken we dan de juiste coaches bij. Niet andersom.”
Hoe lang Looyen nog deel uitmaakt van die NEC-toekomst is moeilijk te voorspellen. Hoe sneller de ploeg in staat is zich veilig te voetballen, hoe vlotter de huidige spreekkoren zullen verdwijnen.
Looyen met een grijns: “Maar ook als ik al lang gestopt ben en in huize Zonnegloren woon, verwacht ik nog regelmatig bij NEC te komen. Wie weet als vrijwilliger om koffie te schenken. Of misschien als oudje dat dagelijks de training komt bekijken. En dan uiteraard lekker kritisch zijn op de club als ’t sportief even tegenzit.”
Bron: De Gelderlander