Engel Schepers, de man die het clublied van NEC bedacht, overleed vorige week. Engel werd 86 jaar. Hij zal niet licht vergeten worden, want zijn lied ‘Voor rood, zwart en groen’ kent iedere Nijmegenaar.
Engels Schepers was een NEC’er in hart en nieren. Weinig mensen wisten het zich nog te herinneren, maar de kleine, atletische man was degene die in de grootste succesjaren van NEC onder de lat stond in De Goffert.
Engel Schepers was de doelman van NEC, in de eerste jaren na de oorlog. Destijds was NEC een absolute topclub. In zowel 1946 als 1947 werd de Nijmegen Eendracht Combinatie kampioen van het District III en streed met de overige kampioenen in de zogenaamde kampioenscompetitie om de landstitel. Beide jaren slaagde NEC er niet in die titel te pakken, maar vooral de wedstrijden in De Goffert (met name tegen Ajax en Heerenveen) waren happenings waarbij de betonen bak telkens helemaal vol zat.
Engel Schepers bleef ook na zijn gloriejaren als doelman actief bij NEC. Als speler, als honkballer, verzorger, maar bovenal als clubdichter. Vele tientallen jaren kwam er geen clubblad uit (of het nu De Mug, de NEC-Raket, de NEC-Kick of de NEC-Flitsen heette) zonder een gedicht van Schepers. Daarin nam hij vaak geen blad voor de mond. Waarschijnlijk is hij de uitvinder van de kritische club-poezie.
Zijn belangrijkste bijdrage aan NEC deed hij in 1966. Hij was degene die het initiatief nam om de club eindelijk eens een eigen lied te schenken. NEC had het 66 jaar zonder clublied gedaan.
Schepers schreef de tekst en vond met Herman van Eldik iemand voor de muziek, Jacques de Vos. Diens vrouw Lily werd gestrikt voor de zangpartij en als achtergrond diende een koor van NEC-pupillen. Het gezelschap dook de Telstarstudio van Johnny Hoes in, en een week later rolden er vijfduizend singels van de pers. Het lied heette toen nog ‘Voor rood, zwart en groen’. Op de B-zijde stond de door iedereen vergeten NEC-polonaise.
Het duurde nog jaren voor ‘Weer trekken wij ten strijde’ (zoals het lied later werd genoemd) echt als clublied werd omarmd. Tom Meuwese zorgde voor eerste opleving. Deze Nijmeegse muzikant speelde veel op bruiloften en partijen en kreeg vaak het verzoek clublied te spelen. Dat bracht hem er toe de single zelf op te nemen. Hele volksstammen kennen eigenlijk alleen die versie uit 1989.
Het lied werd pas echt het enige NEC-clublied toen fans op De Hazenkamp en Eastside een versie bedachten met veel ritmisch handgeklap.
Engel Schepers bleef tot voor enkele jaren een trouwe fan van NEC. Al was hij vaker bij wedstrijden van de amateurs te vinden dan bij de profs. Engels Schepers wordt morgen begraven op begraafplaats Rustoord.
Bron: De Gelderlander