Voor NEC-fans was het duel van zaterdag tegen Sparta (1 – 2) een martelgang. Enige lichtpuntje: Saïdi Ntibazonkiza, die niet geweldig speelde maar wel vanaf zijn eerste balcontact het publiek achter zich kreeg. "Voetbal zit in mjin hart", zegt de jonge vluchteling uit Burundi.
Als er een verkiezing zou zijn voor meest onuitspreekbare naam, zal Saïdi Ntibazonkiza hoge ogen gooien. "We speelden laatst met Jong NEC bij Jong Feyenoord en toen hoorde je die speaker stamelen: Nti, Ntiba. Ik heb er geen moeite mee, ik oefen iedere dag", lacht Wim Rip, trainer van Jong NEC.
Ook NEC-speaker Gerry van der Velden had zijn huiswerk gedaan. Hij sprak de naam van de debutant bij de Nijmeegse club foutloos uit. De correspondent van het persbureau Press Association bleek er zaterdagavond in De Goffert meer moeite mee te hebben. "Ik ben blij dat jij alleen nummers van mij nodig hebt", zei hij in het Engels per telefoon tegen zijn bureauredacteur toen hij vlak na rust de wissels doorgaf. "Want de naam van nummer 39 is echt unpronouncable."
Goed, Saïdi Ntibazonkiza dus. Negentien jaar, speler van Jong NEC en nog een grote onbekende in Nijmegen. Hij ontvluchtte zijn vaderland Burundi, het kleine Afrikaanse land dat wordt omzoomd door Tanzania, Congo (Zaïre) en Rwanda en bij de Conferentie van Versailles in 1919 werd geplaatst onder Belgisch bestuur. Dat duurde tot de onafhankelijkheid in 1966. Burundi kwam de laatste jaren vooral in het nieuws omdat twee bevokingsgroepen, Tutsi’s en Hutu’s, elkaar probeerden uit te moorden. "Ik ben opgegroeid in Bujumbura, de hoofdstad", zegt Ntibazonkiza. "Ik speelde bij Vital’o, een van de beste clubs van het land, en in de nationale ploeg. Daar was ik aanvoerder. Mijn vader en moeder wonen nog in Bujumbura, net als mijn acht broers en zussen. Ik ben het middelste kind."
De asielzoeker vertelt het allemaal in het Frans, dat door de tolkende Rip in Nederlands wordt vertaald. Over de reden van zijn vlucht uit Burundi praat Ntibazonkiza liever niet. "Problemen", klinkt het summier. "Dat is privé."
In september 2005 kwam hij bij NEC terecht. Bij toeval. Rip: "Saïdi liep het veld op waar Fabian Krebbers (trainer van de NEC-amateurs, red.) bezig was met een juniorenteam. Nou, Fabian had al snel in de gaten dat hij veel te goed was voor dat niveau, hij heeft Saïdi bij mij gebracht. Ik heb hem snel wat Nederlandse voetbaltermen geleerd, en wat andere dingen. Hij heeft bijvoorbeeld nooit geleerd te verdedigen."
Ntibazonkiza maakte afgelopen week drie treffers vooor Jong NEC tegen de leeftijdsgenoten van PSV. Mede daarom zat daarom zaterdag voor de tweede keer (na Heerenveen uit) op de bank bij het eerste. Na 45 minuten verving de Burundees Brett Holman, al had trainer Mario Been met gemak ook zeven anderen kunnen wisselen wegens een zwakke vertoning.
Met de kleine aanvaller kwam er iets meer schwung in de Nijmeegse ploeg. De snelle Afrikaan oogt dreigend, al werd hij zaterdag slechts sporadisch gevaarlijk. Een halve omhaal na een vrije trap van Edgar Barreto ging over en hij verzorgde de assist voor de treffer van Romano Denneboom. Maar omdat het bleef bij die 1-2 en NEC met een terecht fluitconcert naar de kleedkamer werd begeleid, stond Ntibazonkiza na afloop met gemengde gevoelens in de catacomben.
"Ik ben blij met mijn debuut, maar het is natuurlijk slecht dat we verloren hebben", aldus Ntibazonkiza, die in Nijmegen een woning deelt met de van Anderlecht overgekomen Marokkaanse jeugdspeler Naïm Aarab. "Ik was vooraf niet nerveus, want ik had gewoon veel zin om te voetballen. Ik vond dat ik te weinig aan de bal ben geweest en te weinig acties heb gemaakt. Het is de eerste keer dat ik met mijn ploeggenoten een wedstrijd speel. Als ze me beter leren kennen, zullen ze vaker de bal geven omdat ze me meer vertrouwen. Nee, de trainer heeft niet gezegd of ik goed of slecht speelde. Hij heeft me alleen gefeliciteerd met mijn debuut."
Voor Ntibazonkiza, die na een opstootje met de twee koppen grotere Sparta-verdediger Danny Schenkel ook een gele kaart kreeg, was het geen lekkere wedstrijd om in te vallen. Sparta leunde gesteund door de voorsprong lekker naar achteren en dus waren de ruimtes klein. "Ik ben snel en heb ruimte nodig. Ik moet het hebben van de één tegen één en na die actie komt er een voorzet of een schot op goal. Hoe meer ruimte, des te beter dat is voor mij. Maar ik heb vandaag weinig acties gemaakt, eigenlijk was het niks."
Hij zei het allemaal in een trainingspakkie van NEC. Zijn ploeggenoten verlieten met een gezicht op onweer keurig in clubkostuum de kleedkamer, voor Ntibazonkiza moet de kleermaker komende week in actie komen. Hij hoopt, uiteraard, op meer speelminuten en wil dan behalve een schrik voor de speakers ook een schrik voor de verdedigers in de eredivisie worden. "Ik ben redelijk begonnen, maar het kan alleen maar beter gaan", aldus de Burundees. "Ik zou erg graag prof willen worden. Want voetbal, dat is alles voor me, dat zit in mijn hart."
Bron: De Gelderlander