Trainer Mario Been en technisch directeur Carlos Aalbers werken sinds een halfjaar samen bij NEC. De twee boegbeelden van de club vertellen over hun samenwerking, hun visie op voetbal en de toekomst van NEC.
Jullie zijn leeftijdgenoten. Kunnen jullie je herinneren ooit tegen elkaar gevoetbald te hebben? Aalbers: „Het kan haast niet anders. Misschien wel bij mijn debuut voor NEC. Dat was namelijk in De Kuip. Ik stond als jong menneke tegenover Van Hanegem. Dat ging best lekker, want hij begon al gauw te nuilen. In de rust werd hij gewisseld.” Been: „Volgens mij was dat ook mijn debuut. Ik kwam er na rust in voor Pierre Vermeulen. We wonnen geloof ik met 1-0.” Aalbers: „Klopt, door een eigen doelpunt van Sije Visser.”
Als voetballers waren jullie tegenpolen, de één ’n echte teamspeler, de ander een pure individualist. Been: „Nou, als je er elke week drie inschopt, denk je niet alleen aan jezelf maar ook aan het team, hoor. Maar je hebt gelijk, ik had nog wel eens de neiging links en rechts een muisje te laten lopen.” Aalbers: „Intern heb ik altijd waardering gekregen, maar types als ik kregen bijna nooit de kans naar een grotere club te gaan. Ook omdat je toen nog transfersommen moest betalen en niemand veel geld over had voor een verdedigende middenvelder. Dat veranderde pas nadat Jan Wouters naar Ajax ging. Ik weet nog goed dat iedereen dacht: wat gebeurt er nou?” Been: „Ik denk dat we niet alleen als voetballer, maar ook als mens tegengestelde types zijn. Ik ben een echte flapuit, zeg wat ik vind en ben het dan kwijt. Carlos is iemand die secundair reageert, die eerste nadenkt voor hij iets zegt.” Aalbers: „We zijn heel verschillend, maar ik denk dat we elkaar goed aanvullen.” Jullie zijn allebei relatief jong en koesteren grote ambities. Is het niet frustrerend dat het geld ontbreekt om die mooie plannen uit te voeren? Aalbers: „Mario en ik willen allebei hetzelfde: met NEC naar het linkerrijtje. Dan is het wel eens vervelend als we een speler gescout hebben en vervolgens blijkt dat die voor ons niet te betalen is. Wij zoeken voetballers die meteen speelklaar zijn of daar dicht tegenaan zitten. En dat zijn nu eenmaal dure jongens. Gelukkig draait het niet altijd alleen om geld.” Been: „Het afgelopen jaar zijn we dure spelers als Niedzielan, Boutahar en Denneboom kwijtgeraakt, voor Barreto hebben we zelfs een transfersom ontvangen. Alleen hebben we dat geld niet kunnen gebruiken voor versterkingen, het vloeide rechtstreeks terug naar de investeerders.”
Aalbers: „Voordeel is wel dat het vertrouwen van de investeerders langzamerhand terugkeert. NEC zit wat dat betreft in een spagaat. Neem Jonas Olsson. Sportief wil je die het liefst behouden. Maar zakelijk gezien is het beter dat hij voor een mooie prijs vertrekt. In dat geval blijft er wel budget over voor versterkingen. Dat zal bovendien het laatste restje twijfel wegnemen bij de geldschieters. Ik verwacht dat ze het dan zullen aandurven om opnieuw geld in de club te gaan steken.”
Er is weinig geld voor versterkingen in de winterstop, zelfs niet om het vertrek van Prent, Snoyl en misschien wel Olsson op te vangen. Maar degradatie is nóg duurder. Aalbers: „Klopt. Toch houd ik vertrouwen in deze spelersgroep. Natuurlijk lopen er bij ’n club als Heerenveen voetballers die ik best zou willen hebben, maar dan hebben we het over hooguit drie spelers.” „ Als NEC hogerop wil, dan zullen er middelen moeten komen. Externe financiering is natuurlijk welkom, maar wij hebben wel lessen getrokken uit het verleden. De basis moet zijn dat NEC op eigen benen kan staan. Daarom zullen we in het nieuwe investeringsfonds álle spelers inbrengen, zodat alle partijen profiteren van een eventuele transfer.” NEC wil niet meer afhankelijk zijn van één investeerder, zoals Boekhoorn. Is hij eigenlijk nog in beeld? Been: „Ik spreek Marcel regelmatig. Ik ben een paar keer bij hem in de box geweest, af en toe ga ik ook met hem golfen. Dan praten we over van alles en nog wat. Ook over voetbal. Marcel heeft NEC in het verleden enorm geholpen, maar ik ga hem niet vragen om meer geld voor spelers.”
Beschouw jij de affaire-Snoyl als een kras op je ziel, Mario? Been: „Dat klinkt dramatisch, maar het klopt wel. Ferne kon alles, maar kon eigenlijk niks. Bij ons kreeg hij een nieuwe kans, een goed salaris, maar buiten het hek leidde hij niet het leven dat je van een prof mag verwachten.’ Waar valt voor een club als NEC nog winst te boeken? Aalbers: „We kunnen per speler nog meer rendement boeken door een optimale individuele ontwikkeling. Dat betekent dat we specialistischer moeten werken en maatwerk moeten leveren.” „Nadat AZ in de voorbereiding tegen Arsenal had gespeeld, zei Marcel Brands: ‘ Toen we in de spelerstunnel naast al die grote kerels stonden, hadden we al verloren’. Het fysieke aspect wordt in het voetbal steeds belangrijker. Maar iedere speler heeft zijn eigen beperking en daar moet een programma op gemaakt worden waar iedere dag aan gewerkt moet worden. Iemand als Ruud van Nistelrooij zit elke dag in het krachthonk. Ook op mentaal, tactisch en technisch gebied kunnen we specifieker werken en open staan voor nieuwe ontwikkelingen.” Been: „Ik zie ook wel dat wij meer aan het fysieke aspect zouden moeten werken. Maar er is bij ons ook voetbaltechnisch nog zo veel te doen. Het verschilt ook van speler tot speler. Jongens als Otten, Davids en Olsson hoef je nooit achter de vodden te zitten. Die hangen dagelijks aan de gewichten. Iemand als Lens niet. Maar ja, als je zijn bovenlichaam ziet, denk je: wat heeft hij in vredesnaam in het krachthonk te zoeken? Hij buigt daar alle stangen krom.”
Aalbers: „ Goede scouting loont ook altijd. Wij zijn in een veel groter gebied gaan scouten. Dat kost veel tijd, je moet heel veel wedstrijden zien om die ene speler waar je naar zoekt aan te treffen.” „Bij veel wedstrijden waar wij scouten, komen we ook andere eredivisieclubs tegen. Laatst waren we bij Jong Noorwegen-Jong Zwitserland. Zat AZ er ook. En toch heeft het nut om te blijven zoeken. Dit seizoen zijn bijvoorbeeld George van FC Utrecht en Amrabat van VVV doorgebroken, jongens die een jaar geleden nog bij de amateurs voetbalden. En kijk eens naar De Zeeuw van AZ. Die speelde twee jaar geleden nog bij Go Ahead en is nu een gewaardeerd international.”
Bron: De Gelderlander