“Olsson leerde voetballen op het strand”

Deze week in Voetbal International een monoloog met Jonas Olsson. De Zweed is hot, en zo lezen we uit zijn tekst niet alleen in Engeland. En terecht.

Zweden kwalificeerde zich vorige week zonder Jonas Olsson (24) voor de EK-eindronde, maar de verdediger van NEC hoopt er komende zomer op het hoogste podium bij te zijn in Oostenrijk en Zwitserland. Het verhaal van een Sandinavische muziekliefhebber over Jimi Hendrix, onterechte kritiek en het verlangen naar zeelucht.

‘Deze week hoorde ik van mijn zaakwaarnemer Martin Dahlin dat enkele Engelse clubs interesse hebben. Natuurlijk ben ik zeer gecharmeerd van de Premier League. In Zweden wordt die competitie intens beleefd en mijn speelstijl past er goed bij. Ik weet niet welke clubs belangstelling hebben, maar volgens de media zou het gaan om Newcastle United en Bolton Wanderes. Niet de minste, ik wacht wel af. Het komt heel vaak voor dat clubs interesse hebben, maar dat het geen vervolg krijgt. Daarom laat ik mij niet gek maken en concentreer ik mij op NEC.

De eerste keer dat ik Nijmegen binnenreed, vergeet ik nooit meer. Het was de zomer van 2005 en ik stond op het punt te tekenen bij NEC. Om mezelf goed voor te bereiden op mijn nieuwe omgeving, had ik op internet al het een en ander gelezen. Ik vernam dat Nijmegen een bourgondisch imago had. Maar ik wist niet wat me overkwam, ik dacht dat ik me in de stad had vergist. Overal waar ik keek zag ik feestende mensen van allerlei nationaliteiten. Bleek het de tweede dag van de Vierdaagse te zijn, haha. Ik dacht dat ik in New York was beland, wát een mensenmassa! Alle hotels zaten ook vol, ik kon alleen nog ergens in een vergaderzaal van een hotel verblijven. Bij NEC legden ze mij de impact van het evenement uit. Ik moest er wel om lachen, het was in elk geval een warm welkom.

Inmiddels ben ik helemaal geaard in Nijmegen. Ik woon in het centrum en heb het goed naar mijn zin. De verschillen met mijn Zweedse levensstijl zijn niet zo groot. De mensen zijn open en helpen je graag. Dat gevoel had ik ook direct bij NEC. Het is een warme familieclub en dat verbaasde mij ook wel wat. Veel Zweedse talenten stappen over naar grotere Europese competities. Vaak hebben ze dan veel moeite met de harde, kille sfeer.

Ook op voetbalgebied kende ik nauwelijks aanpassingsproblemen hier. De competitie in Zweden was nog aan de gang, dus ik had conditioneel weinig problemen. Ik kwam van Landskrona BoIS, een kleine club die nu in de Tweede Divisie speelt. In Nederland kreeg ik voor het eerst te maken met de technische kant van het voetbal. Ik was gewend als verdediger alleen mijn man uit te schakelen. Hier is dat niet voldoende, je moet altijd op zoek gaan naar de voetballende oplossing. Ik vind het spelletje daarom hier ook veel leuker. Nederlandse spelers beseffen niet hoe goed ze zijn. Van de keeper tot aan de spits: ze beschikken allemaal over een fantastische basistechniek. Toch is talent alléén niet voldoende. Het gaat ook om winnaarsmentaliteit, en die mis ik hier wel eens. Het kan mij echt niets schelen hoe we spelen, als we de drie punten maar pakken. Daarom was ik laatst ook zeer verbaasd toen ik de reacties op het Nederlands elftal zag. Ze plaatsen zich voor het EK en iedereen floot… In elk ander land wordt vuurwerk afgestoken en zijn de mensen trots.

Het Nederlandse voetbal loopt op alle vlakken vóór op het Zweedse, al was dat in de UEFA Cupwedstrijd tussen Helsingsborgs IF en SC Heerenveen niet te merken. Heerenveen heeft veel betere spelers, maar het collectief van Helsingsborgs was sterker. Toch hoopte ik heel erg dat Heerenveen zou winnen. Helsingsborgs ligt tien kilometer van mijn geboorteplaats Landskrona en is de grote aartsrivaal. Van mij mag Helsingsborgs IF elke wedstrijd verliezen. Ik ben een jongen van Landskrona tot twee jaar geleden heb ik er altijd gewoond. Het is een stadje met dertigduizend inwoners in het zuiden van Zweden. Ik heb er een heerlijke jeugd gehad. Landskrona ligt aan de kust, mijn ouderlijk huis stond honderd meter van het strand. De wind, de zeelucht; het bezorgt je zo’n heerlijk vrij gevoel. Dat mis ik nu ook het meest. Met vrienden gingen we ook vaak voetballen op het strand. Dan konden we ons helemaal uitleven en ging het er ook hard aan toe. De bal stuitert in het zand alle kanten op, dus een sliding is snel gemaakt. Ik weet zeker dat ik mijn verdedigingsdrang op het strand heb ontwikkeld.

Van jongs af aan was ik bij de voetbalclub te vinden. Mijn vader was lange tijd speler en vervolgens trainer van Landskrona BoIS. Ik ging als klein kind al altijd met hem mee. Op dit moment traint mijn vader niet meer, maar is hij bestuurslid van de club. Ook mijn moeder en drie jaar oudere zus zijn liefhebbers, dus je kunt stellen dat ik uit een échte voetbalfamilie kom. Landskrona BoIS staat bekend om zijn goede jeugdopleiding. Veel van mijn voormalige teamgenoten voetballen nu in het buitenland. Zo speelde ik lang samen met onder anderen Alexander Farnerud, die nu bij VfB Stuttgart voetbalt, en FC Groningen-middenvelder Rasmus Lindgren. Hij is een goede vriend van mij.

Vreemd genoeg hebben mijn beste vrienden in Zweden helemaal niets met voetbal. Ze weten wel dat ik in Nederland speel, maar kijken nooit naar een wedstrijd. Vorig seizoen was een vriend bij mij op bezoek in Nijmegen en speelden we tegen Feyenoord. Ik moest hem écht overhalen te komen kijken. Wat wel onze gemeenschappelijke interesse is? Muziek. Dat is ook mijn grote passie. Vroeger was ik groot fan van punk en luisterde ik graag naar Nirvana. Inmiddels ligt mijn voorkeur meer bij kleinere bandjes. Ik ben er al een paar keer in Paradiso in Amsterdam geweest, onder meer bij optredens van kleine Zweedse bandjes als Shout it Loud. Dat vind ik ook de charme van muziek. Niet de grote concerten in kille stadions, maar juist het kleinschalige. Onbekende bandjes die in kleine zalen spelen. Daar proef je de échte liefde voor muziek. Vorig jaar heb ik wel een concert van de Rolling Stones in Düsseldorf bezocht. Ze speelden fantastisch, maar zo’n gigantisch stadion trekt mij niet. Het is te massaal.

Ik probeer zelf ook een instrument te bespelen. Drie jaar geleden heb ik met Kerst van mijn zus een gitaar gekregen. Sindsdien ben ik er elke dag mee bezig. Ik leer via het internet, op sites als Youtube zijn allerlei lessen te volgen. Het gaat niet eens zo slecht, alleen wil ik binnenkort écht les gaan nemen. Een half jaar geleden heb ik een elektrische gitaar gekocht. Daarbij heb ik hulp gehad van Björn van der Doelen, met wie ik bij NEC speelde. Hij heeft nu zijn eigen band en speelt echt fantastisch. Mijn grote voorbeeld is Jimi Hendrix. Hij heeft nooit gitaarles gehad, maar heeft zichzelf alles aangeleerd. Ik luister veel naar hem. Dan ga ik helemaal op in de muziek, heel ontspannen. Niet dat ik ook maar enige intentie heb in zijn voetsporen te treden, maar soms zing ik zelf ook bij het gitaarspelen. Ik weet dat daarin niet mijn talent ligt. Ik zing dan ook alleen als ik zeker weet dat niemand meeluistert. Mijn zangstem kan ik beter voor mezelf houden, haha.

Hoewel ik pas 24 jaar ben, behoor ik tot de oudere spelers van NEC. Ik zie het daarom ook als mijn taak de ploeg meer op sleeptouw te nemen. Zo vind ik het onvoorstelbaar dat je een doelpunt tegen kunt krijgen uit een spelhervatting. Niets is toch makkelijker te verdedigen dan een corner? Iedereen heeft zijn eigen man en je hoeft er alleen maar voor te zorgen dat jouw tegenstander niet scoort. Als hij springt, kun je hem een zetje geven en is hij kansloos. Toch komt het te veel voor dat de bal er wél in gaat. Daar kan ik mij aan ergeren, maar ik snap dat het aan mijn verleden ligt. In Zweden wordt fysiek zó sterk verdedigd dat vrije trappen of corners daar nooit echt gevaarlijk worden.

Zweden is ook aanwezig op het EK en daar ben ik heel blij mee. Met Denemarken, Noord-Ierland en Spanje zaten we in een lastige groep, maar we hebben ons tamelijk eenvoudig gekwalificeerd. We beschikken over een sterke lichting. Aanvallend zijn we sterk met Zlatan Ibrahimovic, Johan Elmander en Fredrik Ljungberg, en ook verdedigend valt het niet tegen. Natuurlijk hoop ik komende zomer op het EK deel uit te maken van die defensie. Momenteel geeft bondscoach Lars Lagerbäck centraal achterin de voorkeur aan Daniël Majstorovic, Olof Mellberg en Petter Hansson. Zij zijn alle drie dertigers en rechtsbenig, dus ik zie zeker mogelijkheden. Vorige maand zat assistent-bondscoach Roland Andersson op de tribune bij het thuisduel tegen FC Groningen. Hij belde van tevoren op en zei dat hij voor mij kwam kijken. We wonnen met 5-1 en ik scoorde één keer. Na afloop kreeg ik van Andersson een sms’je dat ik goed had gespeeld. Stiekum had ik dan ook gehoopt op een uitnodiging voor de duels van vorige week met Spanje en Letland, maar het mocht helaas niet zo zijn. Toch denk ik dat mijn kansen alleen maar toenemen. Als ik met NEC de huidige stijgende lijn doortrek, kan een nieuw hoogtepunt in de zomer niet uitblijven.’

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.