Onze Vijand heeft de beste seizoenstart ooit. Met veel geluk hebben zij tegen AZ en onze rood, groen en zwarte trots gewonnen. De supporters van Vitesse weten niet wat ze meemaken. De oudere supporters onder ons weten natuurlijk allang hoe zoiets voelt. En wie het niet weet moet het onderstaande stuk maar eens doorlezen. Topscoorder aller-tijden Frans Janssen neemt het woord. Overigens is het grappig in de Sprietjes te lezen dat er verwarring was over deze winning streak. Waren het nu 5 of 6 wedstrijden winst op rij? Het waren er 6, maar in de datebase van de officiële site was men de overwinning tegen FC Amsterdam vergeten. Raadpleging van onze database zou natuurlijk een hoop verwarring hebben voorkomen!
Janssen en de daverende start met NEC in ’ 77
Bij Vitesse geloven ze hun ogen niet. Drie gespeeld, drie gewonnen: koploper in de eredivisie! NEC beleefde zoiets dertig jaar geleden. Frans Janssen haalt herinneringen op aan die daverende seizoensstart in 1977. Zes gespeeld, zes gewonnen. Hij wijst naar de man rechts op de elftalfoto. „ Guus Hiddink was de nummer één van de ploeg. Een aardige, sociale vent. Hij zag het spel. Zette iedereen op zijn plaats. Had toen al iets van een coach in zich. Praatte veel met je. Van hem heb ik een hoop geleerd. En nog steeds dezelfde kop, hè”, grijnst Frans Janssen (52), die zelf staat ingeklemd tussen Cees Kornelis en Hans Posthumus.
Een jungske nog, zouden ze in Groesbeek zeggen. 22 was de aanvaller. „Het seizoen daarvoor was ik bij NEC afgetest. Ik dacht door Petescu. Kon ik met Leen Looyen mee naar Willem II.” Een jaar later streek hij toch neer in De Goffert. Maar dat had eigenlijk De Kuip moeten zijn. „Feyenoord wilde me hebben. Vroeg Willem II 450.000 gulden voor me. Maar Feyenoord had ook twee verhuurde spelers in Tilburg zitten. Die trokken ze van de vraagprijs af. Ging Willem II niet mee akkoord en kochten ze in mijn plaats Richard Budding.”
Hij steekt de brand in een vers shaggie. ,, Daar sta je dan met je droom. Toen knapte er wel iets bij me. Ik liet direct een clausule in mijn contract opnemen dat ik voor 120.000 gulden weg kon. Die contracten werden destijds nog op een typemachine getikt. Had de club een regel opengelaten. Niks van gemerkt. Maar toen NEC zich voor mij meldde, stond er plotseling achter die clausule: ‘Indien hij aan een club uit de eerste divisie verkocht wordt’. Vroegen ze doodleuk 185.000 gulden voor me. Toen heb ik het wereldje wel leren kennen.”
Vijf aankopen deed NEC voor het seizoen ’ 77-’ 78: Guus Hiddink, doelman Jan Formanoy, Ronald Hendriks, Willy Melchers en Frans Janssen. Al snel veroverde ook de van de amateurs van BlauwWit gekomen ToonWillemse een basisplaats. „Ik zie Toon nog voor de eerste keer in de kleedkamer zitten. Komt Hans Posthumus binnen. Geen gemakkelijk jongen, hè. Posthumus wás iemand in de selectie. ‘ Wat ben jij aan het doen’, vraagt-ie. ‘Hoezo’, zegt Toon. ‘ Dat is mijn plek’, zegt Posthumus. ‘ Maar nou zit ik hier’, antwoordt Toon doodleuk. En daar ging Posthumus, hè.”
Omdat NEC pas in de allerlaatste thuiswedstrijd van het afgelopen met een salonremise tegen Ajax (0-0) het vege lijf heeft gered in de eredivisie, zijn de verwachtingen voor de jaargang ’77-’78 niet echt hooggespannen. En dan was Jan Peters, de absolute sterspeler op het middenveld, ook nog eens verkocht aan AZ. Peters en Hans Croon. Het bleek geen gelukkige combinatie. De trainer stelde geen prijs meer op de aanwezigheid van de Groesbeekse middenvelder. „Toch had hij wel verstand van voetballen”, zegt Janssen over de trainer die van Anderlecht kwam. „ Beetje stille man. Dat wel. Hij had iets met dammen. Als hij in het spelershome aan de bar ging zitten en dat bord pakte, wist je al hoe het laat het was. Riep hij je bij zich en moest je tegen hem dammen. De eerste keer dacht ik: ‘ Wat overkomt me nou’. ‘Gaan we weer schuiven trainer’, vroeg ik. En terwijl de rest zat te toepen en te zwikken, moest ik met hem dammen. En onderwijl praatte hij over voetbal. Over de wedstrijd die er aankwam. Over de tegenstander.
Och, eigenlijk vonden we het best wel geinig. Je wist als speler ook precies wat je aan hem had. Luie voetballers. Daar had-ie echt een hekel aan. Kon-ie echt giftig op worden. Croon is later uit het voetbal gestapt en lid van de Bhagwan geworden. Had ik niet verwacht moet ik zeggen. Hij is ook al dood, hè.” En dan komen de plakboeken op tafel. Janssen schuift de leesbril naar het puntje van de neus. Langzaam wordt de beste seizoenstart ooit in de eredivisie aan de verge¬telheid ontrukt. We zien de uitslagen weer opdoemen: NEC-Roda JC 2-0, Go Ahead Eagles-NEC 2-3, Telstar-NEC 0-5 (!), NEC-FC Volendam 2- 1, FC Amsterdam-NEC 0- 3, NEC- FC VVV 1- 0. Hoezo moeite met scoren. Zestien doelpunten in zes wedstrijden! En koploper in de eredivisie. „Die wedstrijden tegen Roda en Telstar weet ik nog. Scoorde ik in totaal drie keer.” Toch wordt hij ook nog regelmatig gewisseld. „Weet je zeker dat het geen publiekswissels zijn”, vraagt Janssen quasi serieus. Vaak was de Nico Veeken zijn vervanger. „Die kon niet remmen. Tijdens een training vloog een bal over het hek de bossen in. Veeken er achteraan. Ging-ie dwars door het prikkeldraad.”
Terug naar de plakboeken. De zevende wedstrijd. Thuis tegen AZ. De Goffert was afgeladen met 25.000 toeschouwers. „ AZ was een topclub in wording”, weet Janssen. „Wat dacht je van Van Hanegem, Peters, Spelbos, Hovenkamp, Nygaard, Metgod, Kist. En daar kwamen wij aan metWillemse, Melchers en Janssen. Het geloof was er wel hoor. Tenslotte hadden we zes keer achter elkaar gewonnen. En dan thuis met al dat publiek. Maar AZ was duidelijk een maatje te groot. We verloren met 3-0. Kansloos.” De tik kwam hard aan. En dreunde ook nog even na. Vanaf 1 oktober verloor NEC maar liefst zeven wedstrijden achtereen. „Daar zaten PSV, Ajax en FC Twente tussen, maar ook gelijkwaardige tegenstanders. Het vrat aan ons zelfvertrouwen. In de kleedkamer sloeg we elkaar op de schouders. Op het veld pepten we elkaar verbaal op. Maar als die goal dan weer bij ons viel, gingen de koppies hangen. Dat automatisme. Dat gevoel van die eerste vijf wedstrijden waarin het leek of alles vanzelf ging. Dat misten we.”
Sterker nog, NEC redde maar net het vege lijf. Won nog maar vier keer dat seizoen en eindigde uiteindelijk als zestiende! En Janssen? Die verdedigde nog dertien seizoenen de kleuren van NEC. Maar een start zoals in 1977 maakte hij nooit meer mee.
Peters verbaasde zich over fluitconcert
NIJMEGEN – AZ maakte in de zevende wedstrijd in 1977 een einde aan de ongeslagen reeks van NEC. Voor Jan Peters werd het een terugkeer met een bijsmaakje. „Het was een beetje vreemd. Ik werd bij vlagen uitgejouwd door het publiek. Dat was niet leuk. Maar ik moest weg bij NEC, al liep mijn contract nog twee jaar door. Ik kon niet met de toenmalige NEC- trainer Hans Croon door één deur. Hij had een bloedhekel aan mij en ik had een bloedhekel aan hem. „Ik geloof dat er 22.000, 23.000 man in De Goffert zaten. Dat was voor NEC toen heel veel. Ik had met de club NEC zelf nooit problemen. Ik heb altijd mijn stinkende best gedaan.
Frans Thijssen en Jan van Deinsen mochten toen voor een prikkie weg. Voor mij hebben ze nog goede centen gebeurd.
„Maar dat uitjouwen. Ik had het na zes jaar niet verwacht. Maar supporters vergeten soms snel. Tot 1982 heb ik bij AZ gespeeld. Kampioen van Nederland geworden, drie keer de beker, finale UEFA Cup. Nu koester ik het meer dan toen. Toen was het meer hotelletje in, hotelletje uit. Je leefde in een soort waas.”
Bron: De Gelderlander