Naam: Alexander Prent.
Geboren: Op 25 mei 1983 in Utrecht.
Woonplaats: Ik ben twee jaar geleden naar Nijmegen verhuisd. Daar woon ik nu op mezelf in een appartement.
Partner: Karen is ruim anderhalf jaar mijn vriendin, ze werkt als preventie-assistente bij een tandarts.
Clubs: Ik ben begonnen bij Saestum in Zeist. Zij stonden bekend om de goede dameselftallen. Daarna heb ik gespeeld bij DOVO in Veenendaal en vervolgens heeft NEC me gescout. Na twee seizoenen die gepaard gingen met blessureleed ben ik verhuurd aan TOP Oss. Dat had ik nodig om regelmatig aan spelen toe te komen. Nu ben ik terug in Nijmegen en dat gaat vooralsnog redelijk goed.
Positie: Het liefst rechtsbuiten.
Opleiding: Ik heb de mavo afgerond en vervolgens het CIOS in Arnhem en de cursus Trainer/ Coach 3. Op korte termijn wil ik ook TC 2 halen.
Trainer: Aan Cees Lok heb ik in Jong NEC veel gehad. Ook Mario Been, Johan Neeskens en Hans de Koning zijn belangrijk voor me geweest.
Grootste angst: De familie Prent is maar klein. Daarom zijn wij heel zuinig op elkaar. Voor mij zou het verschrikkelijk zijn als iemand uit mijn familie wat overkomt.
Politiek: Doorgaans stem ik VVD. Het is af en toe wel een poppenkast bij die partij, maar in het algemene gedachtengoed kan ik me wel vinden. Het liberale idee dus.
Uitgaan: Ik heb veel vrienden in Amsterdam wonen en daar ga ik dan ook wel eens stappen. Eerst een hapje eten en dan naar een club of disco. Jimmy Woo en 11 zijn aanraders.
Karakter: Ik weet goed wat ik wil, ben zelfbewust. Maar niet moeilijk in de omgang. Zodra vrienden per se ergens wat willen gaan drinken waar ik zelf niet zo snel zou komen, ga ik toch mee. Als we het maar gezellig hebben. Ook ben ik wel in voor een geintje en ben ik vrij sociaal. Zo doe ik elke zaterdag boodschappen met mijn oma. Dat is voor mij de normaalste zaak van de wereld, maar veel mensen in mijn omgeving staan daar echt van te kijken.
Idool: Marc Overmars, vooral vanwege zijn snelheid. Qua spel ben ik wel eens met hem vergeleken. Hij wist als geen ander van zijn beste kwaliteit optimaal gebruik te maken.
Geloof: Van huis uit ben ik niet gelovig opgevoed, maar als mensen om mij heen religieus zijn ingesteld, dan heb ik daar vrede mee. Mijn ploeggenoot Muslu Nalbantoglu bijvoorbeeld is moslim. Met hem kan ik het echt goed vinden.
Film: Ik spaar dvd’s. The Notebook en Man On Fire met Denzel Washington vind ik de beste films.
Boek: Het liefst lees ik tijdens vakanties. Het is misschien heel clichématig, maar De ontvoering van Alfred Heineken vind ik het beste boek.
Muziek: Meestal luister ik in de auto. Er staat dan een mengelmoes van R&B en hiphop aan. Minimal techno vind ik ook lekker klinken.
Tijdschriften/kranten: Ik ben al ongeveer acht jaar abonnee van Voetbal International en ik lees het mannenblad JFK.
Eten: Ik ben gek op Italiaans en kan het inmiddels redelijk goed klaarmaken.
Drinken: Thuis voornamelijk water en fruitdrankjes en dergelijke. Als ik uitga bestel ik vaak een Malibu-cola en als ze hebben een mojito. Een wodka-appelsap gaat er ook altijd wel in. Tot mijn twintigste heb ik overigens helemaal geen alcohol gedronken.
Hobby’s: Met vrienden leuke dingen doen. We gaan wel eens tennissen en soms spelen we op de computer het voetbalspel Pro Evolution Soccer.
Auto: Nu nog een Toyota Corolla van de club, maar ik krijg binnenkort een Toyota Auris. De Porsche Carrera Turbo is echt een onwijs vette bak.
Vakantie: Ik ben al een paar keer naar de Caribische eilanden geweest. Warme plekken bevallen me wel en duiken vind ik erg gaaf. Frans-Polynesië is mijn droombestemming.
Mooiste stadion: Ik ben blij dat ik in De Kuip heb mogen spelen.
Lelijkste stadion: Sportpark Schoonenberg van Stormvogels Telstar is foei lelijk. Het heeft
totaal geen charmes en alles is vies of kapot. Je moet nota bene bukkend door de gang voordat
je het veld op kunt.
Hoogtepunt: Mijn debuut voor NEC op 11 juli 2004 tijdens een Intertoto-duel met Cork City. En mijn competitïedebuut tegen Willem II in augustus van dat jaar. Ik beleefde het als een soort droom.
Dieptepunt: Mijn twee kruisbandblessures.
Dag ruilen met…: Ik zou wel eens een witte haai willen zijn. Dat vind ik prachtige beesten.