Hij deed al scoutingswerk voor NEC, sinds kort heeft Jack de Gier er een taak bij. Eens per week neemt hij de Nijmeegse spitsen onderhanden: ‘Inspelen, aannemen, draaien en schieten’.
Hij is misschien wel de populairste NEC’er van de afgelopen tien jaar. Jack de Gier kon het publiek in De Goffert op de banken krijgen met zijn manier van spelen en met zijn doelpunten, vooral die tegen Vitesse. Die liefde is overigens volkomen wederzijds. De Gier, scout en sinds kort spitsentrainer bij NEC, heeft de club voor eeuwig in zijn hart gesloten. Wie daar aan mocht twijfelen, moet maar eens een kijkje nemen in zijn appartement in Nijverdal. Tussen de ingelijste shirts, die De Gier voor zijn verschillende werkgevers droeg, hangt – op een ereplaats in de kamer – de spiegel die hij bij zijn afscheid kreeg van Fred, de eigenaar van café Goffertzicht en het boegbeeld van de HKN.
„Ik weet nog wel dat ik er vooraf een beetje tegenop zag om bij NEC te gaan voetballen, omdat ik me het jaar ervoor met Willem II nogal uitdagend tegen het Nijmeegse publiek had gedragen. Maar Jim Calderwood verzekerde me: ‘Na drie weken zijn ze dat vergeten’. Dat was ook zo. „NEC is een warme club. Dat voelde ik al toen ik voor het eerst met Hans van Delft praatte. Ik kreeg ook een goede band met Marcel Boekhoorn en Frans Hendriks. Daarom wilde ik graag bij NEC betrokken blijven nadat ik gestopt was met voetballen. Bij Twente kom ik nooit meer en bij Willem II zien ze me ook niet vaak.”
De actieve carrière van De Gier kreeg in de vroege zomer van 2003 een even merkwaardig als abrupt einde. „Ik voetbalde tijdens het CSI in Geesteren met de Twente All Stars tegen de ruiters die aan het springconcours meededen. In de paardenbak. Ik wilde een bal wegkoppen en voelde ineens enorme pijn. De achillespees was finaal afgescheurd. De clubarts van FC Twente wilde mij nog diezelfde avond opereren, maar dat was wat mij betreft uitgesloten. De volgende dag trouwde ‘Potje’ (Patrick Pothuizen, red.). Daar wilde ik per se bij zijn. De dokter heeft het onderbeen toen maar in het gips gezet. Ben ik meteen de ochtend erna onder het mes gegaan.
„Bij Twente liep mijn contract af. Er waren wat contacten met eerstedivisieclubs. Maar ik was bijna 35, mijn vader was ernstig ziek, er was een dochtertje op komst. Waarom zou ik al die moeite doen om nog een seizoen op een lager niveau te gaan voetballen? Meestal eindigt het in een hoop frustratie, krijg je gezeur dat je alleen nog even je zakken bent komen vullen. Misschien is het wel goed voor mij geweest dat ik die blessure toen opliep.” Na een tijdje gewerkt te hebben op de commerciële afdeling van NEC (‘ Dat was toch niet helemaal wat ik zocht’), begon hij een jaar of twee geleden – samen met zijn financieel adviseur Herman Mast een bedrijf in hypotheken en financieringen. Jack de Gier BV heeft nogal wat (ex-)profvoetballers in zijn klantenkring. Daarnaast is ‘El Buitre’, zoals een van zijn bijnamen luidt, ook druk bezet op voetbalgebied. Hij is assistent- trainer bij de zaterdagamateurs van SVZW uit Wierden, heeft een eigen voetbalschool en is voetbalanalist bij RTV Oost. „Daar zit ik met twee sportjournalisten in een panel waarin actuele zaken en voetbalroddels worden besproken. Een beetje RTL Boulevardachtig. Leuk om te doen, alleen is het jammer dat de opnamen op vrijdagmiddag zijn. Daardoor kan ik dit seizoen niet aanwezig zijn bij de trainingen van de voetbalschool.”
Ook voor NEC is De Gier zeer actief. Hij is lid van het scoutingteam en sinds kort verzorgt hij op donderdag een specifieke spitsentraining. „Dat balletje ging rollen na de thuiswedstrijd tegen Willem II, eind september. Mario Been en ik hadden het over het feit dat de spitsen zo weinig scoorden. Op een gegeven moment zei Been: ‘Als jij denkt dat je onze spitsen beter kunt maken, mijn zegen heb je’. Nadat het in de technische staf was besproken, ben ik de donderdag daarop begonnen. Helaas waren Lens, Van Beukering én Janssen op dat moment geblesseerd. Wat dat betreft was de start wat ongelukkig. „ Spelers als Makaay hebben een neusje voor de goal. Zoiets is niet aan te leren. Andere dingen wel. Bijvoorbeeld de eerste aanname. Hoe verder je de bal laat wegspringen, hoe meer kans de verdediger heeft om een tackle in te zetten. Verder is het van belang om voortdurend te weten waar de goal is, ook als je er met je rug naartoe staat. Daar kun je op trainen: inspelen, aannemen, draaien en schieten. En dat keer op keer.
„Je kunt ook winst maken door de sterke punten van je tegenstander te herkennen. Wanneer de verdediger drie, vier keer op dezelfde manier vóór je komt, doe je er verstandig aan anders te gaan staan. En wanneer je als diepe spits telkens het luchtduel verliest, moet je misschien wel naar buiten gaan om ruimte voor een middenvelder te creëren.” „ Als ik de spitsen van NEC bekijk, heeft Jhonny van Beukering het meeste van mij weg. Zo’n beetje hetzelfde postuur, en hij kan ook verrassend uithalen, met links en met rechts. Niet gemeen genoeg? Ach, dat komt met de jaren. Ik was in mijn begintijd ook nog behoorlijk naïef. Spelers als Fräser en De Wolf zaagden je lachend af. Ik weet nog dat we in de carnavalsperiode met Den Bosch tegen FC Utrecht speelden. Bij een corner lette ik effe niet op en pats… Had ik een elleboog van De Kock te pakken. Liep ik ’ s avonds te hossen met een dik oog.”
„Als je wat meer ervaring krijgt, leer je ook uit te delen. Ik weet nog dat ik die Klompe van Heerenveen te pakken had. Liep negentig minuten te schoppen en te duwen. Bij een corner zag ik m’n kans schoon en gaf hem een elleboog. Een mooie, maar hij kwam wel op tv. Ik was nog onderweg naar huis, toen er gebeld werd: Potje. ‘Lekker op vakantie’, zei hij. Ze hadden het incident met een cirkeltje eromheen in beeld gebracht. Kostte me vier wedstrijden.” In elk geval tot aan de jaarwisseling neemt De Gier op donderdagochtend de aanvallers van NEC onderhanden. „We doen vooral veel afwerkoefeningen. Als iedereen fit blijft, ga je binnenkort echt vorderingen zien. Daar ben ik van overtuigd.”
Bron: De Gelderlander