Het veld was weer mooi hersteld na de glijpartij tegen Heerenveen, de kou was uit de lucht. Een waterig zonnetje scheen en de Goffert was vrijwel tot de laatste stoel bezet. Iedereen had morgen vrij, dus was klaar voor een slemppartij na winst. Maar ja. Het ging, zoals het dit seizoen te vaak ging. Zoals het eigenlijk week in week uit gaat, behoudens de schaarse winstpartijen en de twee keer dat we gewoon weggespeeld werden: NEC speelde best leuk, creëerde best wat kansjes, werd zeker niet weggespeeld. Sympathiek. Innemend. Maar ook: tenenkrommend. Ineffectief. En vooral: gevaarlijk. Want uiteraard ging Feyenoord, dat speelde als een natte krant, er feestend met de drie punten vandoor. Twee doelpunten uit frommelsituaties. In de Goffert waarde vandaag maar een spook rond, en het was niet Makaay. Het spook was het degradatiespook.
Ik sprak twee weken geleden (nota bene in Aachen op de tribune, bij de wedstrijd tegen St. Pauli) een vriend van me, die voor NAC is. Hij vertelde me opgetogen hoe goed het dit seizoen gaat en hoe lekker alles loopt, terwijl de verwachtingen helemaal niet zo hoog gespannen waren. Ook sloeg hij me vaderlijk op de schouders en voegde hij me wat wijze woorden toe. ‘Tja, wij dachten twee seizoenen geleden ook dat we noooooooit nacompetitie zouden hoeven spelen. En iedereen zei elke week hoe leuk en verzorgd NAC voetbalde. Dus wees gewaarschuwd met dat clubje van jou’. Want NAC moest er wel degelijk aan geloven en moest vechten voor lijfsbehoud. En dat is precies waar het in de Goffert aan ontbreekt. Het besef dat het zo zoetjes aan om lijfsbehoud gaat.
Natuurlijk spelen ze niet onaardig. En hebben ze best wat pech. Maar het is niet te geloven hoe de goals worden weggegeven. Hoe onzorgvuldig men in de afronding is. Hoe rap de koppies gaan hangen als het weer eens tegenzit. Wie kan me vertellen wanneer NEC überhaupt nog eens een wedstrijd heeft gewonnen nadat ze achterstonden, want ik weet het niet meer.
Ook vandaag was het weer een klassieke wedstrijd uit the never ending story van het seizoen 2007-2008. Er komt een suf en ongeïnspireerd elftal langs, dat door NEC fris en vrij tegemoet wordt getreden. Eén hele helft lang speelt NEC gewoon vrij goed. Er zijn geen wilde kansen, maar wel kansjes. Al na vijf minuten rost een ontketende Kivuvu de bal op miraculeuze wijze op het doel van Timmer. Net mis. Een kwartier later heeft Worm de bal eigenlijk voor het inkoppen, maar verzuimt hij de bal richting te geven en pakt Timmer hem. El-Akchaoui krijgt liefst vier keer de kans om de bal vanuit een vrije trap erin te schieten, maar het lukt hem nog niet eens bij benadering. Feyenoord wordt pas in de dertigste minuut gevaarlijk, via een snoeiharde volley van Makaay, die Babos met een tijgerachtige sprong fantastisch uit het doel ranselt.
Normaal gesproken ga je dan de rust in met een goed gevoel. Vandaag niet. Ik ben te vaak met een goed gevoel de rust ingegaan. Ik heb ook netje geklapt toen de rood-zwart-en groenen het veld afliepen en weer opkwamen, maar zonder vertrouwen. Terecht, blijkt na een minuut of wat. In de 48ste en 60ste minuut vindt De Guzman het net, een fiks handje geholpen door de stuntelende NEC-defensie. We lopen wéér in het mes. Aan de overkant gaan er zeker duizend Feyenoorders, die ook in de vakken naast het uitvak zitten, uit hun dak. Wij weten weer dat het een puntloze middag wordt. Daar helpt een fan-tas-tische rush van de watervlugge Saïdi niet aan, die wel terecht de handen op elkaar krijgt voor zijn actie. Zijn gejengel om een gele kaart nadat een Feyenoorder een overtreding op hem maakt (vlak voor die actie) mag hij dan weer gerust achterweg laten. Hij mag blij zijn dat Luinge hem niet met geel beloonde voor zijn onsportieve actie. En wat vaker een balletje afleggen mag ook wel. Een manneke om nog wat bij te polijsten.
Qua randgebeuren is nog vermeldenswaardig dat het Legioen luidkeels haar sympathie betuigde aan satellietclub Excelsior, die in de thuisstad won van Ajax. En dat je van diverse supporters op de Hazenkamp kennelijk geen opgewonden kreetje mag slaan, als Vitesse verliest van VVV. Omdat dat slecht is voor onze plek op de ranglijst. Noem me inconsequent, maar ik zie dat toch meer als een pleister op de wonde.
Wat valt er verder van te zeggen? Weinig. Laten we ons maar richten op de twee potjes die nog resteren dit jaar. Laten we er maar weer achter gaan staan, liefst nog meer dan vandaag. Er zit toch niks anders op.
Joris