In de VI van vandaag een interview met onze keeper Gabor Babos. DTH geeft jullie de mogelijkheid dit artikel te lezen.
Ooit gold Gabor Babos (33) als de beste keeper op de Nederlandse velden. Maar na één teleurstellend seizoen met Feyenoord draaide de beeldvorming honderdtachtig graden en werd de Hongaar bestempeld als grabbelaar. Bij NEC bewijst hij nu het ongelijk van degenen die hem al afschreven.
Het blijft een paar seconden stil. Hij plukt eens aan zijn sikje en fronst zijn wenkbrauwen. En gelukkig, daarna volgt een smakelijke grijns. De vraag aan Gabor Babos was of hij het keepersrapport van Piet Schrijvers onlangs in VI had gelezen. De oudinternational van Oranje was in zijn analyse zeer positief over de Hongaarse doelman van NEC. Na een mindere periode bij Feyenoord is Babos volgens Schrijvers in Nijmegen terug op zijn oude niveau. ‘Hij staat weer met veel vertrouwen in de goal’, oordeelde de oud-keeper. ‘De manier waarop Babos eruit komt, zijn reflexen… Uitstekend. Dan is hij voor mij toch weer een van de betere keepers in de Eredivisie.’
‘Toch mooi als een man met zo’n staat van dienst je er positief uitlicht’, reageert Babos na zijn aanvankelijke hapering. ‘Het klopt ook dat ik op dit moment lekker in mijn vel zit, zowel in het voetbal als privé. Maar eigenlijk heb ik geen boodschap meer aan al die meningen over mij. Toen ik jonger was, hechtte ik nog veel waarde aan het oordeel van buitenstaanders. Ik las alle verslagen, bekeek direct de rapportcijfers in kranten en voetbalbladen. Nu laten ze me koud. Op de eerste plaats weiger ik te geloven dat één persoon in staat is 22 spelers te beoordelen. Bovendien ben ik op een leeftijd waarop ik precies weet wat ik goed en fout doe. Ik analyseer mijn prestaties zelf en praat er van tijd tot tijd over met de trainers bij NEC. En wat de rest van de wereld denkt is niet langer mijn zorg. Hoe ouder je wordt, hoe beter je leert relativeren. Zo ook wat het maken van fouten betreft. In het verleden lag ik twee nachten wakker na een blunder, nu niet meer. Mensen maken fouten, ik dus ook.’
Hij is gerijpt door de jaren. De Hongaar heeft rust in zijn hoofd en straalt die weer uit in het doel. Met zijn sterke spel van de laatste weken is hij medeverantwoordelijk voor de opvallende opmars van NEC na de winterstop. Er gaapt een wereld van verschil tussen de betrouwbare Babos van nu en de twijfelaar die drie seizoenen geleden 24 wedstrijden namens Feyenoord tussen de palen stond. Schrijvers meent dat het bij de doelman in Rotterdam ‘vooral tussen de oren’ niet goed zat. ‘Als je in De Kuip een fout maakt, krijg je het hele Legioen over je heen. Daar kon Babos slecht mee omgaan.’ Die woorden van Schrijvers vallen minder in de smaak bij de goalie van NEC. ‘Absolute flauwekul. Ik heb wel vaker gehoord en gelezen dat ik last zou hebben gehad van Kuipvrees, ik snap niet waar die verhalen vandaan komen. Voor druk loop ik niet weg. Laatst speelde ik met NEC alweer voor de derde keer in De Kuip sinds mijn vertrek bij Feyenoord. Drie keer waren alle ogen op mij gericht, drie keer keepte ik goed. Dus ga mij niet vertellen dat ik mentaal niet sterk ben. Bovendien heb je niet alleen bij Feyenoord te maken met druk, die is er overal. Ook bij NEC. Of je nu voor het kampioenschap of tegen degradatie strijdt, elke situatie leidt tot een eigen soort spanning.’
Gabos lijkt eraan voorbij te gaan dat het voor elke voetballer een nachtmerrie is te worden uitgefloten door eigen fans. ‘Maar dat is me bij Feyenoord nooit overkomen! Ik had helemaal geen problemen met de supporters. Toen ik vorige maand in De Kuip naar de goal liep, kreeg ik applaus van de harde kern.’ Het Rotterdamse hoofdstuk in zijn loopbaan intrigeert. Voordien was hij bij NAC Breda uitgegroeid tot – volgens velen – op z’n minst een van de beste keepers in de Eredivisie, maar bij Feyenoord kon hij die reputatie niet waarmaken. Toch heeft Babos geen zin al te diep op het onderwerp in te gaan. ‘Feyenoord was mijn droom vanaf de allereerste keer dat ik De Kuip bezocht. Maar helaas is het avontuur mislukt.
De redenen daarvoor heb ik wel op een rijtje, ik weet wat er allemaal achter de schermen is voorgevallen. Maar ik hou die verhalen voor mezelf. Misschien had ik beter mijn mond kunnen houden tegen bepaalde mensen, maar ik wilde mijn mening niet wegstoppen.’ Hij lijkt te doelen op met name Ruud Gullit, destijds coach in Rotterdam-Zuid. ‘Gullit was een heel goede voetballer, maar over de trainer Gullit wil ik niet praten. Klaar. Wat ik nog wél kwijt wil: ik tekende destijds een vierjarig contract met Feyenoord, maar na één seizoen was ik al opgegeven. Mag ik nog één kans?, vroeg ik aan toenmalig technisch directeur Mark Wotte. Maar de nieuwe trainer Erwin Koeman had aangegeven dat hij niet met me wilde werken. Terwijl hij nog geen seconde met mij had gesproken. Dat heb ik nooit kunnen begrijpen.’
Hij onthult dat revanchegevoelens hem dreven naar NEC, dat hem een jaar huurde en daarna definitief vastlegde. ‘Het was een bewuste keuze in Nederland te blijven. Ik had kunnen vluchten naar het buitenland, maar wilde per se het ongelijk van mijn criticasters hier bewijzen. En volgens mij kan ik nu wel zeggen dat ik iedereen de mond heb gesnoerd.’ En dus blijkt Babos toch niet zo ongevoelig voor de meningen van buitenaf. De gretigheid waarmee vooral journalisten hem aanpakten deed de doelman pijn. ‘Mensen die eerder nog vol lof waren over me, schreven me ineens af. Die reactie is typerend voor Nederland, want de mensen zijn hier van nature erg kritisch, maar ook voor de voetballerij. Wat vandaag wit is, kan morgen zwart zijn. Ik praat daar wel eens over met vrienden en collega’s. Er wordt zóveel onzin gezegd en geschreven. Mensen vonden dat ik bij Feyenoord minder keepte dan bij NAC, maar dat was niet zo. Ik heb thuis een stapel dvd’s, de beelden bewijzen het. In Rotterdam maakte ik dezelfde fouten als vroeger in Breda en nu in Nijmegen. Het enige verschil was dat bij een topclub als Feyenoord alles wordt uitvergroot. Maar kom nu niet aanzetten met de vraag of bij NEC een nieuwe of herboren Babos is opgestaan. Ik ben nog steeds dezelfde keeper als in pakweg 2000, 2004 of 2006.’
Afgelopen zaterdag maakte hij weer eens zo’n foutje, tijdens de thuiswedstrijd tegen De Graafschap (3-1). Bij de tegentreffer van Niklas Tarvajarvi leek de bal wel erg simpel door Babos’ handen te glippen. ‘Dat schot leek vanaf de tribune misschien houdbaar, maar dat was niet zo. Het was een lastige bal, ik was blij dat ik er nog een hand tegenaan kon zetten. Maar de bal rolde erg langzaam over de lijn, daardoor zag het er misschien een beetje knullig uit.’ Daartegenover stonden zeker twee uitstekende reddingen, op inzetten van Girts Karlsons en Donny de Groot. Als het op reflexen aankomt, zijn er nog altijd weinig doelmannen die Babos kunnen overtreffen.
Door de zege op de Doetinchemmers stoomde NEC op naar de elfde plaats. ‘We hebben definitief afscheid genomen van de onderste regionen’, weet Babos. ‘We zitten nu in een geweldige flow, spelen goed en barsten van het vertrouwen. NEC strijdt nog mee voor de play-offs om Europees voetbal, waarom niet? Onze komende tegenstanders zijn Sparta Rotterdam en VVV-Venlo, die moeten we ook gewoon verslaan. Hoewel… Dit is de raarste competitie ooit in Nederland, je kunt geen wedstrijd voorspellen. Er zit geen logica meer in. Een paar maanden geleden was het bij NEC nog een grote puinhoop en dacht iedereen dat we gingen degraderen. We waren geen team, speelden zonder vertrouwen, niets lukte. En nu ziet de wereld er heel anders uit. De omslag is voor mijn gevoel gekomen na de laatste wedstrijd van vorig jaar, uit tegen Willem II. Een absoluut drama (NEC verloor met 3-0, Jonas Olsson en Lorenzo Davids werden van het veld gestuurd, red.). Daarna hadden we een paar dagen vrij, en in die periode werd iedereen duidelijk: Als we op deze weg doorgaan, gaat het helemaal mis. Sindsdien hebben we de handen ineen geslagen. Eerst waren alle spelers een beetje voor zichzelf bezig. Iedereen deed wat hij móést doen, maar ook niets méér. Na de winterstop zijn we elkaar gaan helpen. Samen zijn we sterk. En nu is Mario Been ineens weer een topcoach, terwijl een paar maanden terug iedereen nog riep dat hij er niets van kon. Rare wereld.’ Hoe oordeelt Babos over Been? ‘Uitstekende trainer, met een heel grote carrière vóór zich. Hij behandelt alle spelers gelijkwaardig, heeft het teambelang voorop staan en beschikt ook nog eens over gevoel voor humor. Ik werk heel graag met hem samen.’
Wie Babos’ cv bekijkt, komt al gauw tot de conclusie dat de subtop zijn plafond vormt. De keeper zelf heeft een andere mening. ‘Ik ging naar Feyenoord omdat ik dacht dat ik de kwaliteiten heb voor de top. En dat denk ik nog steeds. Voor mijn gevoel hoor ik bij de beste vier, vijf keepers van Nederland. Als ik een seizoen langer de kans had gekregen in Rotterdam, had ik het kunnen bewijzen. Maar helaas liep alles even anders en nu zit ik bij NEC. Had je dat vijf jaar geleden voorspeld, dan zouden niet veel mensen je hebben geloofd. Maar ik ben tevreden hier. Voor mij staat voorop dat ik elke week lekker mag spelen. Er zijn collega’s die goed kunnen dienen als tweede keeper, maar voor mij geldt dat absoluut niet. Ik word helemaal gek als ik op de bank moet zitten. Bij NEC heb ik ook al heel wat prachtige dingen meegemaakt. Bijvoorbeeld een nieuw club-record van 693 minuten op rij zonder tegen-goal, dat ik twee jaar terug op mijn naam zette.’ Babos staat nog anderhalfjaar onder contract in Nijmegen. Welke dromen heeft hij nog? ‘Ik hoop nog een tijdje gezond en fit te blijven, zodat ik nog heel wat jaren kan keepen. Natuurlijk zou ik best naar een grote club willen, maar die kans is niet reëel meer. Een herkansing in de Nederlandse top zit er niet in. Feyenoord zal me niet terughalen, terwijl PSV en Ajax al een fantastische doelman hebben. Gomes en Maarten Stekelenburg hebben net hun contract verlengd, dus bij die clubs komt voorlopig geen plaats vrij. Als ik nog een mooi avontuur wil, zal ik naar het buitenland moeten. Komende zomer is het ideale moment. Als de kans zich voordoet, zal ik er serieus over nadenken. Maar NEC heeft al aangegeven langer met mij door te willen en dat zie ik als een mooi compliment.’
Maar een sportman die zichzelf geschikt acht voor een hoger niveau kan toch nooit volmaakt tevreden zijn? ‘Toch ben ik dat. Ik heb meer dan vierhonderd duels in het betaalde voetbal gekeept. In Hongarije heb ik drie landstitels en een paar bekers gepakt. Ik was Keeper van het Jaar in Hongarije én Nederland, heb achttien interlands gespeeld… Met wat meer geluk had ik nóg verder kunnen komen, maar het leven gaat zoals het gaat. Ik groeide op in Sopron, een klein stadje in Hongarije, dat toen nog niet bij de EU hoorde. Destijds was het bijna onmogelijk naar het buitenland te gaan. Dankzij Henk ten Cate, die me van MTK Boedapest meenam naar NAC, is me dat toch gelukt. Alles wat me daarna is overkomen, voelt eigenlijk als een bonus voor mij. Alle verwachtingen die ik als jochie had, zijn allang overtroffen.’
‘Muziek is mijn grote uitlaatklep’
De keeper Gabor Babos mag naar eigen zeggen al jaren dezelfde zijn, als persoon is de Hongaar wel degelijk veranderd. ‘Voetbal is niet alles voor mij’, zegt hij. ‘Natuurlijk is het mijn vak, maar er zijn heel veel dingen veel belangrijker. Dat ontdekte ik toen mijn vader een paar jaar geleden overleed, één week voordat ik bij Feyenoord begon. Dat weten niet veel mensen, omdat ik het niet als excuus wilde aanvoeren. Ook nu ga ik niet zeggen dat zijn dood invloed heeft gehad op mijn tijd in Rotterdam. Wel was het voor mij een signaal dat voetbal alléén niet zaligmakend is. Ik ging het leven met andere ogen bekijken. Ik ben meer tijd en aandacht gaan besteden aan de mensen in mijn omgeving en maak me niet meer druk om kleine dingen. Het leven is kort, dus probeer zoveel mogelijk te genieten. Ik drink regelmatig een biertje met vrienden, ga lekker bowlen of poolen en kijk veel films. Muziek is mijn grootste uitlaatklep. Harde rock, Metallica met name. Die band draai ik altijd in mijn auto voor wedstrijden. Snoeihard. Ik heb ze al een keer of vier live aan het werk gezien en ben er dit jaar waarschijnlijk ook bij tijdens hun optreden op Pinkpop. Ik ga graag naar concerten, van de meest diverse artiesten. Niets raakt me zo diep als Metallica, maar ik kan ook goed luisteren naar Faithless, Beyoncé of jazzmuziek. Vorig jaar ben ik naar een concert geweest van De Toppers in De Arena. Zelfs dat vond ik mooi