Vandaag in de Gelderlander.
NEC leeft ontspannen toe naar duel tegen Dinamo Boekarest.
Thuis op de schoorsteenmantel heeft hij al een UEFA Cup staan. Mario Been was in 2002 assistent van Bert van Marwijk toen Feyenoord de bokaal veroverde. „We konden toen allemaal een mini- replica van de cup kopen”, vertelt de NEC- trainer. „ Die krengen waren nog duur ook. Maar ik vond het toch wel leuk om zo’n ding te hebben.”
Been is bij NEC met afstand de man met de meeste Europese ervaring. Voor de meeste spelers is de wedstrijd tegen Dinamo Boekarest zelfs de eerste kennismaking met internationaal clubvoetbal. Been: „Ik meen dat ik zelf dertien Europa Cup-wedstrijden gespeeld heb. De eerste was tegen de Spurs, als ik me niet vergis. Dat was in het seizoen ’ 82/’ 83 toen Cruijff bij ons voetbalde. Ik kwam er na de rust in voor Pierre Vermeulen, wiens vader op de tribune een hartaanval had gekregen.”
Ook als assistent- coach bij Feyenoord kwam Been regelmatig in aanraking met internationaal voetbal. „ Maar dit is de eerste keer dat ik eindverantwoordelijk ben. Bijzonder? Ach, ik ben er best trots op dat we dit hebben bereikt, maar van de andere kant: het is een van de vele wedstrijden die we dit seizoen moeten spelen. Drie dagen later staan we alweer tegenover Heerenveen.”
„Voor de club en de stad Nijmegen is het wel een speciale gebeurtenis, dat merk je aan alles. Iedereen praat erover en er komen veel meer mensen naar de training kijken. Gek dat het stadion nog niet uitverkocht is. Zo’n wedstrijd wil je als liefhebber toch niet missen.”
Been en zijn spelers leven opmerkelijk ontspannen toe naar de wedstrijd van vanavond. „Ik heb twee weken geleden aan de groep gevraagd of zij zich in een trainingskamp wilden voorbereiden. Daar kwam niet zoveel respons op. Daarom heb ik besloten het net zo te doen als voor een normale competitiewedstrijd. Dat past het beste bij deze spelersgroep. En bovendien slaap je toch het lekkerst in je eigen bed. Ik word ’s morgens liever naast mijn vrouw wakker dan naast Ron de Groot.”
Ook in tactisch opzicht blijft Been in de aanloop naar het duel tegen Dinamo op de gebaande paden. „Ik houd van vastigheid, daarom laat ik het elftal en de speelwijze zoveel mogelijk intact. We spelen gewoon met drie spitsen. Ook als de tegenstander anders voetbalt dan wij verwachten. Met ons systeem kunnen wij alles tackelen.”
„De verschillen tussen een Europese wedstrijd en een competitiewedstrijd zijn niet zo groot. Een verschil is wel dat je nu pas na twee wedstrijden de balans opmaakt. Daarom is het geen ramp als je thuis 00 speelt. Natuurlijk wordt het tegen Dinamo belangrijk geen tegendoelpunt te incasseren. Maar ook in de competitie ga je altijd van de nul uit.”
Het laatste Europese avontuur van NEC eindigde vijf jaar geleden in mineur. Niet zozeer doordat de Nijmegenaren in eigen huis onderuit gingen tegen Wisla Krakow, maar vooral omdat drie spelers (Hersi, Ax en Zonneveld) toen met rood van het veld moesten. Been acht een herhaling uitgesloten. „Daar steek ik mijn hand voor in het vuur. Ik hecht zeer aan speldiscipline en dat weten de spelers. We pakken nagenoeg geen kaarten. Het kan een keer voorkomen dat je een doorgebroken speler moet vastpakken. Maar elleboogstoten en dergelijke gekkigheid, daar ben ik niet van gediend. Wie zich daaraan bezondigt, krijgt een fikse boete.”