Vandaag in de Gelderlander
Begonnen bij NEC, geëindigd bij de Spurs
Nijmegen wordt stilaan bevangen door cupkoorts.
Voor Willem Korsten is het UEFA Cup-duel tussen NEC en Tottenham Hotspur helemaal speciaal. De linkspoot, opgegroeid bij NEC, sloot zijn loopbaan in 2001 af bij de club uit Londen.
Het vergde enig spitwerk, maar Willem Korsten heeft de trofee toch gevonden, ergens op de rommelzolder van zijn fraaie huis in Wijchen. De glazen bokaal kreeg de aanvaller van Tottenham Hotspur op 19 mei 2001 als man of the match in het duel tegen Manchester United, op dat moment al zeker van de landstitel. Korsten scoorde die middag tweemaal en ging twee dagen later, met vrouw en zoon, in opperbeste stemming op vakantie in Frankrijk. Niets wees erop dat het zijn laatste officiële optreden als profvoetballer was geweest.
„Ik had bij Spurs zo’n beetje op alle posities gespeeld, van spits tot linksback. De laatste weken van het seizoen speelde ik eindelijk op een vaste plaats, naast Les Ferdinand voorin. Ik voelde me lekker op die positie en had het vertrouwen van Glenn Hoddle, de manager. Onder zijn voorganger, George Graham, een echte Schot, speelde ik maar mondjesmaat. Hoddle was meer Europees georiënteerd. Hij zag het wel in mij zitten, zei dat hij dingen van zichzelf in mij herkende.” Op de slotdag van het seizoen 2000/01 kwam het er allemaal uit. „Ik scoorde twee keer. De eerste was een lob over Raymond van der Gouw, die ik natuurlijk goed kende uit mijn Vitesse-tijd. Bij de tweede werd ik aangespeeld door Simon Davies. Ik nam aan, maakte een dribbel en schoot ’m met rechts in. Na afloop liep ik het veld af, samen met Ferdinand die ook had gescoord. ‘ We’re a golden duo’, zei hij tegen me. Ik dacht: inderdaad, dit kan best iets worden.
‘ Korsten was twee jaar eerder op White Hart Lane terecht gekomen, nadat hij bij Leeds United al een half jaar had mogen proeven van het Engelse voetbal. „Bij Leeds hadden we een ongelooflijk talentvolle, maar jonge selectie. Bij de Spurs lagen de hiërarchische verhoudingen anders. Jongens als Les Ferdinand, Christian Ziege en David Ginola waren al wat ouder en hadden een zekere status opgebouwd.” „Tijdens trainingskampen lag ik bij Ginola op de kamer. Een mooie kerel. In Engeland is het de gewoonte om – weer of geen weer – in korte broek te trainen. Alleen als het vriest mag je een trainingsbroek aantrekken. Ginola wist er wel iets op. Dan nam hij een handvol ijsblokjes mee naar het veld en hield die een paar minuten tegen de thermometer aan. ‘ Look gaffer’, zei hij dan en maakte de manager er op attent dat het kwik onder nul was gezakt.”
In juli 2001 pakte Korsten de draad weer vol goede moed op. „We begonnen de voorbereiding met een trainingskamp in Spanje. Niet erg logisch, vanwege de hitte konden we alleen ’s morgens vroeg en ’s avonds laat trainen. Ik voelde al snel dat het niet goed zat in mijn heup. Ik heb nog wel een oefenpotje gespeeld. Terug in Engeland heb ik meteen een kijkoperatie ondergaan. Daaruit kwam naar voren dat de heup niet meer geschikt was voor het bedrijven van topsport. Het kraakbeen was op.”
De wereld vanWillem Korsten stortte niet ineen toen hij besefte dat zijn carrière op zijn 26e al voorbij was. „Nee, daar ben ik toch iets te nuchter voor. Het kwam natuurlijk ook niet als een echte verrassing. Ik las laatst een interview met Frank Demouge. Die verwacht dat hij het hooguit tot zijn 32e volhoudt. Dat gevoel had ik ook altijd. Ik heb in al die jaren betrekkelijk weinig wedstrijden gespeeld, en voetballen zonder pijn was helemaal zeldzaam. Het begon al bij de jeugd van NEC. Ik kreeg een groeispurt. Tot op dat moment was alles vanzelf gegaan, daarna lukte niets meer en struikelde ik voortdurend over de bal. Ik ben toen zelfs een tijdje gestopt.”
Bij Vitesse waren er ook lange perioden waarin Korsten niet kon voetballen. In zijn derde Arnhemse seizoen kwam hij vanwege een liesblessure, later gevolgd door een ingrijpende heupoperatie, tot precies één wedstrijd. „Uitgerekend tegen NEC. Scoorde ik nog de enige ook.” Eind 2001 besloot Korsten met zijn gezin naar Nederland terug te keren. „ Ik heb me in eerste instantie alleen met praktische dingen bezig gehouden. Naar een huis gezocht, zorgen dat ik hier weer gesettled raakte. Ik heb toen bijna een jaar niets gedaan. Tot ik Leen Looyen een keer tegen het lijf liep. Die vroeg of ik misschien interesse had om iets bij de voetbalschool van NEC te gaan doen. Ik dacht: waarom niet?”
En zo was de cirkel rond voor Korsten; begonnen in de jeugd bij NEC, en daar ook geëindigd. „Ik heb het een jaar of drie, vier gedaan. Een mooie tijd, veel geleerd van leuke en vakbekwame mensen als Anton Janssen, Wim Rip en Paul van Zwam. Maar op zeker moment vond ik het mooi geweest. Tijd om iets anders te gaan doen. Ik heb nu een eigen bedrijf, Korsten Cars. Een verkochte auto geeft me net zo veel voldoening als een mooie actie van een van mijn spelertjes. De afstand met het voetbal is wat groter geworden. Ik volg het nog wel, maar ik speel zelf niet meer en ga ook niet zo vaak meer kijken.”
Maar morgenavond, bij NEC-Tottenham, zit Korsten natuurlijk wel in De Goffert. Met zijn broer en zijn zwagers. „Bij de Spurs zit bij mijn weten niemand meer die er ook in mijn tijd al was. Toch is dit iets geweldigs voor mij. Hoe groot is de kans dat uitgerekend die twee clubs elkaar tegenkomen?” „Of er mogelijkheden liggen voor NEC? Ik zou het fantastisch vinden als NEC voor een stunt zou kunnen zorgen. Maar als je reëel bent, is die kans niet groot. De Spurs hebben de eerste acht competitiewedstrijden dan wel verloren, maar het niveau van het Engelse voetbal ligt zo veel hoger. Wat mij betreft speelt NEC vol op de aanval, gewoon proberen Tottenham te overbluffen. Hoe het ook afloopt, het wordt vast een mooie avond, daar ben ik van overtuigd.”