De Gelderlander van vandaag: NEC-Ajax

NEC zet Ajax duimschroeven aan
Opgekalefaterde ploeg van Mario Been met een punt slecht bediend. 

De KNVB doet er mis­schien verstandig aan de kam­pioensschaal dit jaar niet uit te rei­ken bij gebrek aan een serieus te nemen kandidaat. Ook Ajax liet gistermiddag zien dat het in april hooguit aanspraak kan maken op het predikaat ‘kam­pioen van de armoede’. De Am­sterdammers kregen in De Goffert vooral voor rust alle hoeken van het veld te zien, maar ontsnapten aan een logische nederlaag door­dat Huntelaar een ketser van NEC’ er Vadocz genadeloos afstrafte: 1- 1. Doordat NEC naliet de spartelen­de tegenstander de genadeklap toe te dienen, zakte de ploeg van Ma­rio Been naar de zestiende plaats.

Ondanks het feit dat de nacompeti­tie weer een stapje naderbij kwam, overheerste in het Nijmeeg­se kamp een gevoel van opluch­ting. Na het slappe bekergedrocht tegen FC Zwolle, vijf dagen eerder, liet NEC zich tegen Ajax van zijn beste kant zien. Om te voorkomen dat het seizoen op een catastrofe zou uitdraaien, tastte NEC afgelopen week flink in de buidel. Met Jeroen Drost, Bas Si­bum, Kevin Bobson en Dani Fer­nandez werden vier nieuwe spe­lers aangetrokken. Behalve de Spanjaard, die nog niet speelge­rechtigd was, stonden ze gistermid­dag allemaal aan de aftrap.

Met name Sibum liet bij zijn de­buut zien dat hij tot een sleutelfi­guur in de Nijmeegse ploeg kan uitgroeien. De 25- jarige Drent speelde niet alleen een prima wed­strijd, hij ontpopte zich tevens als de leider die NEC dit seizoen zo node miste. De van Roda JC over­gekomen middenvelder stuurde, pepte op, coachte en suste. „Einde­lijk heb ik nu een verlengstuk in het veld”, jubelde Been.
NEC was in de eerste helft nadruk­kelijk de baas op het veld. Ajax, met het gelegenheidsduo Co­lin- Vertonghen centraal achterin, kreeg al na een kwartier een forse tik op de neus. Jeremain Lens, door Been gehandhaafd ondanks zware kritiek van de supporters na zijn rode kaart tegen Zwolle, ont­deed zich eenvoudig van Ogararu en schoot de bal knap in de lange hoek achter doelman Stekelen­burg: 1-0.

Na rust besloot Ajax-coach Adrie Koster va-banque te spelen. Hij verving rechtsback Ogararu door middenvelder Siem de Jong. Even later bracht hij met Leonardo zelfs een vierde aanvaller binnen de lij­nen. NEC werd teruggedrongen, maar overleefde de storm, vooral doordat doelman Babos de thuis­ploeg met twee wereldreddingen op de been hield. Aan de overkant onderscheidde ook Stekelenburg zich bij venijnige inzetten van Bob­son en Holman. Op het moment dat de weinig ver­wende Nijmeegse achterban zich opmaakte voor een feestje, gaf NEC de winst toch nog uit han­den. Vlak nadat Wisgerhof een droomkans had laten liggen, lever­de Vadocz de bal zomaar in. Hun­telaar wist wel raad met het buiten­kansje en bezorgde Ajax met zijn negentiende van het seizoen als­nog een punt: 1-1.

Sibum neemt NEC direct op sleeptouw
Middenvelder pakt rol van aanjager, bikkelaar en regisseur op.

De bloemen die hij als man- of- the- match direct na de 1­1 tegen Ajax had gekregen, verdwe­nen met een mooie boog in de tri­bune van het uitverkochte Goffert­stadion. Het was een gebaar van Bas Sibum naar de NEC- supporters. „Want ook die hebben het vandaag goed opgepakt. Zoals ze ons gesteund hebben, direct na die 1-1. Dat was geweldig. Door zo achter de ploeg te gaan staan na die domper. Dat was een extra steun in de rug. Ze sleepten ons er doorheen”, zei de middenvelder, die vanaf het eerste fluitsignaal NEC op sleeptouw had genomen.

In het wielrennen noemen ze dat een wegkapitein. Bij de spoorwe­gen een treindienstleider. Iemand die de lijnen uitzet. Anderen op hun plaats zet. Zorgt dat ze op tijd vertrekken. Het voortouw neemt als er gebikkeld moet worden. Si­bum deed het gisteren tegen Ajax allemaal. En dat bij zijn debuut. „Ik heb vandaag niet anders ge­speeld dan ik normaal doe”, bleef de Drent bescheiden. „Heel hard werken en waar ik kan anderen helpen. Gewoon een positieve bij­drage leveren.” Wat was er gebeurd als NEC een week eerder zaken had kunnen doen met zijn vorige werkgever Roda JC. Het is bijna niet voor te stellen dat de Nijmegenaren zich in het bekertoernooi dan net zo ge­makkelijk hadden laten wegzetten door FC Zwolle.

„Maar dinsdag was ik er niet bij. Ik kan niet oordelen wat er toen alle­maal gebeurd is”, zei Sibum. „Te­rugblikken heeft sowieso geen zin. We moeten naar de toekomst kij­ken.” En die ziet er voor de ploeg van Mario Been een stuk hoopvoller uit, al wenste Sibum nog wel enke­le kanttekeningen te plaatsen. „ Omdat we over het resultaat van­daag niet tevreden mogen zijn. We hebben enkele honderd pro­cent kansen gehad. Die mag je niet missen. We hadden moeten win­nen van Ajax. Dat lijkt me duide­lijk.”

Tegen het einde van de enerveren­de wedstrijd had hij de vermoeid­heid gevoeld. „Ik heb een aantal weken niet gespeeld bij Roda. Juist in een periode waarin er rustig ge­traind werd omdat we veel wed­strijden hadden. Ongemerkt lever je dan minder arbeid.”
En toch dook hij gisteren overal op. Won hij bijna al zijn persoon­lijke duels. Onvermoeibaar, zo leek het. „ Als je de bal hebt, word je niet moe”, gooide Sibum er een tegel­tjeswijsheid tegenaan. „Maar daar­om is het ook zaak om als je die bal veroverd hebt af en toe eens te temporiseren. Je kunt niet de hele wedstrijd blijven hollen. Dan wordt het een ren- je- rot- show. ” Een subtopper had hij zijn nieuwe werkgever onlangs genoemd. „ Dat vind ik nog steeds”, zei Sibum. „ Deze ploeg heeft veel talentvolle jongens. Maar om echt dat goede gevoel terug te krijgen, helpt maar één ding. En dat is een wedstrijd winnen. Dat kan woensdag al. Uit tegen FC Groningen.”

Doelpunt werkt bevrijdend voor Lens
Aanvaller NEC speelt tegen Ajax een van zijn beste wedstrijden.

Aanvankelijk beweerde hij zich te kunnen afsluiten van randzaken. Dat hij onder vuur lag van de eigen supporters, had Jere­main Lens naast zich neergelegd. „Vanaf de eerste minuut zat ik lek­ker in mijn vel”, zei de huurling van AZ. En toen viel die goal. Lens draaide in het strafschopgebied weg van de beperkte Roemeense internatio­nal George Ogararu en verraste Ajax-doelman Maarten Stekelen­burg in de verre hoek. Na dat doel­punt werd de aanvaller heen en weer geslingerd tussen allerlei emoties.

„Het was pas mijn tweede van het seizoen. Die drie voor de beker te­gen De Treffers tel ik niet mee. Het werkte bevrijdend. Maar echt uitbundig heb ik niet gejuicht. Komt toch door de gebeurtenissen na de uitschakeling tegen Zwolle. Ik heb enorm veel over me heen gekregen. Supporters waren niet te­vreden met mijn optreden. Ze had­den gelijk. Ik speelde niet goed. Vervolgens ben ik uitgescholden. Dat wil je niet weten. Ik heb het naast me neergelegd. Maar toen ze mijn naam scandeerden na die goal, kwam alles even boven.” Toch weet Lens als geen ander dat hij meer moet brengen. „Vandaag ging het lekker. Ook omdat het team goed draaide. Maar zo moet ik elke wedstrijd spelen. Doof blij­ven voor negatieve spreekkoren en acties maken.”

Grasmat in Goffertstadion bezorgt NEC steeds meer hoofdbrekens

De Braziliaan Leonar­do was ver na afloop van de 1-1 te­gen NEC nog niet helemaal beko­men van de schrik. „Leuk sta­dion”, zei de Ajax-aanvaller. „ Maar dat veld. Ongelooflijk. Wat was dat slecht.” Niemand in Nijmegen die hem te­gensprak. De grasmat in De Gof­fert lag er ook gistermiddag weer dramatisch bij. „Wat we er aan kunnen doen? Wachten tot april. Tot die tijd groeit er niets”, wist stadionmana­ger Theo van Benthum. Sinds 2 de­cember, toen het veld onder water stond maar er toch gespeeld werd tegen Heerenveen, verkeert de mat in een deplorabele staat.

„Bij PSV gebruiken ze groeilam­pen. Een hele batterij, waarmee je in een keer een half veld behan­delt. Grof geschat kost dat twee ton. En 50.000 euro aan energie­kosten. Maar als het aan mij ligt wordt de grasmat vervangen door de grassmaster. Daar zit een kunst­vezel in die de grond op z’n plaats houdt. Belangrijk voor een goede drainage. Kosten: ruim drie ton.” En dan is er die oplossing voor de korte termijn. Van Benthum: „Top­laag vernieuwen. Kan binnen een week. Kosten: 50.000 euro. Dat is het punt. Alles kan. Maar het kost gewoon geld.”

Bron: De Gelderlander