Vandaag in de Gelderlander
Goffert puilt uit op feest NEC
Drie uur nadat via een 1-0 zege op NAC het UEFA Cup-ticket definitief was veiliggesteld, arriveerde gisteravond een gehavende NEC-selectie bij het eigen Goffertstadion. Gehavend, want geen speler die nog een compleet clubkostuum droeg. Als uitgelaten schooljongens waren ze elkaar in de bus te lijf gegaan. Eerst omkleden, had een geschrokken clubleiding besloten. Zo mocht niemand naar de Goffertwei waar radio en televisieploegen en naar schatting achtduizend supporters zich voor het feestpodium hadden verzameld om de ploeg van Mario Been te huldigen.
Een orkaan van geluid waaide over De Goffert toen de selectie tegen half acht eindelijk het podium besteeg. Gevolgd door een oorverdovend fluitconcert, omdat directeur Jacco Swart Nijmeegs burgemeester Thom de Graaf als eerste spreker aankondigde. wie anders dan Mario Been kreeg de meute stil: ”Lieve mensen”, begon de NEC-trainer. ”Toon respect en laat de burgemeester spreken. Misschien heeft hij wel iets moois te vertellen.” Dat klopte. Nadat De Graaf de ploeg én de supporters geprezen had omdat ze zich dit seizoen van hun beste kant hadden laten zien, stal hij de harten van alle NECfans. ”Dit is een schitterend feest. Als jullie zorgen dat het zo blijft, zal er komend seizoen – behalve bij de risicowedstrijden – weer bier gedronken mogen worden op de tribunes in het Goffertstadion.” Een enorm gejuich werd zijn deel. En daarna werd het niet meer stil op de Goffertwei.
Vooral Mario Been ontpopte zich tot een ware spreekstalmeester. Met het gemak alsof hij op een verjaardag een mop zat te vertellen, bespeelde hij de fans. ”De eerste helft van het seizoen was niet goed. Sommige van jullie wilden de sjaals die je nu allemaal omhoog houdt, niet eens om de nek hebben. Ik las toen alles. Mario was een slechte trainer. Mario kon niet wisselen. Mario was een lul. Maar Mario zei al die tijd één ding. ‘Alles komt…”’
‘GOED’, klonk het uit achtduizend kelen. ”Alles komt goed”, zong de trainer weer. ‘Olé, olé’ viel het enorme koor in. ”Hoor toch eens. Jullie lijken de Beatles wel.” En daar draaide hij het hele repertoire af. ‘Wij gaan Europa in’ en natuurlijk ‘We zijn de nummer 1 van Gelderland’, waarna ‘de wei’ onmiddellijk van de gelegenheid gebruik maakte om een paar leuzen over Vitesse de wereld in te slingeren. Bij de trap naar het podium werd ondertussen druk gezwaaid. Niemand mocht meer naar boven. Het werd te vol. En er werd gesprongen, gehost en gezongen door de NEC-spelers die niet meer te houden waren. Trainingsboeken, schoenen, shirts. Bijna alles ging richting de uitgelaten fans. Een klein uur na hun opkomst vertrokken de NEC’ers weer naar het stadion. Daar was een etentje gepland. En konden ze zich omkleden. Voor de tweede keer.