Vandaag in de Gelderlander.
Han Tijshen waakt over het fysieke heil van NEC
Bij NEC wordt het belang van fitheid steeds meer onderkend, de medische staf wordt almaar belangrijker. Toen fysiotherapeut Cees van der Linden dit voorjaar aangaf dat hij overstapte naar PSV, was het de vraag wie hem zou opvolgen. Bij NEC hoefden ze daar niet lang over na te denken, ze hadden de kandidaat immers in huis. Han Tijshen, al ruim twee jaar de rechterhand van Van der Linden, had laten zien dat hij over de kwaliteiten en de gedrevenheid beschikt om leiding te geven aan de sportmedische begeleiding bij de Nijmeegse club.
Tijshen (34) was voorbestemd om de ouderlijke zaak in Doornenburg over te nemen. Dat hoopten zijn ouders althans, zelf dacht hij daar anders over. Ik zat op de handelsschool maar had het gevoel dat ik de verkeerde richting op ging. Ik was gek op sport, tenniste op een behoorlijk niveau en wilde daar graag iets mee. Van de ene dag op de andere ben ik een cursus sportmassage gaan doen. Daarmee begon het balletje te rollen. Tijshen werd al gauw verzorger bij de plaatselijke amateurvereniging GVA en stootte op zijn 21e door naar het betaalde voetbal. Dankzij zijn neef, oud NEC’er Berry Arends, die op dat moment bij TOP Oss voetbalde. In het begin stuitte ik wel op weerstanden. Ik ben een perfectionist, altijd op zoek naar het optimale. TOP was, zeker in die tijd, nog een kleine club met bescheiden ambities. De toenmalige medische staf vond mijn drive wel eens bedreigend.
Tijshen besloot om, naast zijn fulltime baan bij TOP, in Utrecht de (deeltijd)opleiding fysiotherapie te gaan volgen. Dat was een drukke periode. Maar wanneer je als fysio in de sport wil werken, moet je geen uren tellen. Je kunt tegen een speler die op vrijdagmiddag bij je op de behandeltafel ligt, niet zeggen: ‘Kom maandag maar weer terug’. Zo werkt dat niet. Nadat hij bij TOP Oss tot volwaardig fysiotherapeut was opgeklommen, kreeg Tijshen 2,5 jaar geleden de kans om bij NEC aan de slag te gaan. De medische begeleiding bij TOP had zich flink ontwikkeld en dat was niet verborgen gebleven voor de buitenwereld. Ook wel doordat ik daar zelf artikelen over schreef. Het was Cees van der Linden die het initiatief nam om mij naar Nijmegen te halen.
Dat hij in het fysioteam van NEC niet de eerste viool zou spelen, vond Tijshen geen enkel probleem. In een team is de hiërarchie ondergeschikt aan de resultaten die je bereikt. Cees en ik werkten in teamverband aan de ontwikkeling van de medische en fysieke begeleiding van de spelers. Net zoals Michel de Gruyter en ik dat nu gezamenlijk doen. Wie eerste man is of tweede man, ach dat zegt mij heel weinig. In Van der Linden vond Tijshen bij NEC een geestverwant die net als hij inzag dat er nog forse stappen te maken waren op het gebied van de medische en fysieke begeleiding. En dat streven naar professionalisering kwam in een stroomversnelling met het aantreden van Carlos Aalbers als technisch directeur. Carlos vroeg ons om eens op papier te zetten hoe in onze ogen de medische en fysieke begeleiding verbeterd kon worden. Gelukkig hebben we met Mario Been een trainer die ons de ruimte geeft om onze ideeën in de praktijk te brengen. Vanaf januari zijn we er gericht mee aan de slag gegaan. Het bleek aan te slaan. Spelers werden fitter, konden meer belasting aan en voelden zich daardoor ook prettiger. Ik ben er heilig van overtuigd dat onze aanpak een rol heeft gespeeld in de successen die we in de tweede helft van het seizoen hebben geboekt.
Tijshen stelt dat wat betreft de verbetering van de medische en fysieke begeleiding van voetballers het einde nog lang niet in zicht is. We gaan dit seizoen nog meer meetmomenten inroosteren. Meten is weten, het is een goede manier om spelers duidelijk te maken op welke terreinen zij zich kunnen verbeteren. In een ideale situatie zie jij wat een voetballer tekort komt en ziet hij dat zelf ook. Maar in de praktijk zul je een speler vaak moeten overtuigen van de noodzaak om zijn zwakke punten te verbeteren. Als je een voetballer aan de hand van cijfers, tijden, kilo’s kunt laten zien waar progressie mogelijk is, dan wordt hij vanzelf enthousiast om daar tijd en energie in te steken. Een andere stap voorwaarts is de aanstelling van een specifieke conditietrainer bij NEC. Tot voor kort namen Cees en ik de fysieke training voor onze rekening. Als fysiotherapeut heb je natuurlijk wel wat kaas gegeten van trainingsleer, maar we waren het er over eens dat het nóg beter zou zijn als er een echte specialist bij zou komen. Met Toine van de Goolberg heeft de club de grootste autoriteit op dat vakgebied binnengehaald. Cees en ik zijn allebei door hem opgeleid en ons rapport is gebaseerd op zijn lesstof. Toine is een vakidioot, maar het is een genot om hem bezig te zien. Ook omdat het werkt. Spelers worden fitter, gaan sneller handelen. Dat komt het spel ten goede en het voorkomt blessures. Het kan niet anders of NEC gaat daar het komend seizoen de vruchten van plukken.