Vandaag in de Gelderlander.
Het ‘rood-zwart-groen’ zit in de koffer
Eerste supporters NEC zijn al in Boekarest voor duel tegen Dinamo.
Terwijl het gros de koffers nog moet pakken, landden Roy van der Pol, Rijk Kersten en Roy Janssen gistermiddag als eerste NEC- supporters op de luchthaven Baneasa in Boekarest. De avond moet nog vallen in de Roemeense hoofdstad, die op een half uur rijden van het vliegveld ligt. Terwijl de ochtend in Nijmegen begon met een hoosbui, is het hier nog aan het nazomeren. Het drietal verblijft in Hotel Nelisse. „ Daar zitten volgens mij alle NEC’ers”, weet Roy Janssen. Zeg maar de reisleider van het kleine gezelschap. „ Roy heeft alles geboekt”, zegt Van der Pol. Ze blijven maar liefst een week in Boekarest.
Janssen: „We zijn vanmorgen vanaf Dortmund gevlogen. Rechtstreeks naar Boekarest. Zondag gaan we pas terug. Voor 329 euro! En voor die zes nachten in het hotel betalen we maar 100 euro!” Maar hoe moet dat zondag dan. Als zij op de luchthaven in Boekarest staan, verzamelen de spelers van NEC zich alweer voor de uitwedstrijd tegen Feyenoord. „We landen om half een in Dortmund. Als een speer naar huis en dan Eredivisie Live kijken. Halen we net”, heeft Janssen al uitgerekend.
Voor alle drie was een week vrij krijgen geen probleem. „We maken er een korte vakantie van”, zegt Rijk Kersten, die net als Roy Janssen geen problemen verwacht met Roemeense supporters. „Donderdag trekken Roy en ik dan ook gewoon ons NEC- shirt aan”, belooft hij. Van der Pol heeft het rood, zwart en groen niet ingepakt. Nog geen sjaaltje van NEC heeft hij bij zich. ,, Onze broekpoeper”, plaagt Janssen. „Maar wel de enige van ons drie die de ongevallenverzekering straks niet nodig heeft gehad”, grijnst Van der Pol terug. „Ik ben al bang als ik hier een sigaretje zit te roken.”
En dan serieuzer. „ Maar je mag gerust weten dat ik getwijfeld heb. Wordt het wel een uitje. Het is leuk als het leuk is, maar je moet natuurlijk niet de hele tijd met pijn in je pens rondlopen, omdat je bang bent dat er iets gebeurt.” Roy de reisleider blaast alle zorgen weg. „Joh, dat dachten we vijf jaar geleden ook toen we naar Krakow gingen. En dat was hartstikke gezellig. En dan nog iets. Er wonen twee miljoen mensen in deze stad. Je verdwijnt in de massa.” Zijn naamgenoot knikt, fleurt op als een zeer aantrekkelijke Roemeense passeert en zegt: „We houden het wel uit tot zondag.”