Vandaag in de Gelderlander
2008 werd het mooiste jaar in de geschiedenis van NEC. Het jaar begon evenwel met een diepe sportieve en bestuurlijke crisis. Algemeen directeur Jacco Swart kijkt op het einde van het jaar terug op die roerige fase en op het onvergetelijke vervolg.
Eigenlijk begon 2008 al een paar dagen eerder. Het jaar 2007 eindigde zeer onstuimig, zowel in sportief als in bestuurlijk opzicht. Op tweede kerstdag gaven we thuis in de slotfase nog twee punten weg tegen VVV, vier dagen later volgde nog de beruchte wedstrijd bij Willem II.” Vooral die zondagmiddag in Tilburg zal Swart nog lang bijblijven.
„Wij vieren elk jaar oud en nieuw met een aantal bevriende gezinnen. Vorig jaar hadden we een pand gehuurd in Reusel, vlak onder Tilburg. Ik kwam op het lumineuze idee iedereen uit te nodigen om de wedstrijd te komen bekijken, daarna zouden we de jaarwisseling gaan vieren. Zat ik daar nagels te bijten tussen 25 mensen van wie de helft nog nooit een stadion van binnen had gezien. Met in mijn achterzak het persbericht over het opstappen van Vincent Paes als voorzitter van de raad van Commissarissen.”
„ Het werd een rampzalige wedstrijd. Een half uur voor het einde zei ik tegen mijn vrouw Lilian: ‘Ga jij maar vast, ik weet niet hoe het vandaag verder gaat lopen’. Toen ik ’s avonds laat in Reusel aankwam, zat ik er behoorlijk doorheen. Maar het was op dat moment een verademing dat ik terechtkwam in een groep mensen die niet zoveel heeft met voetbal. Kon ik het allemaal toch even loslaten.” Maar op 2 januari zat Swart er alweer middenin. „ Op die dag is traditioneel de nieuwjaarslunch van de businessclub OSRN. ’s Morgens hebben we met de raad van commissarissen, het bestuur van de aandeelhouders en de directie de koppen bij elkaar gestoken om te bekijken hoe we er voorstonden en wat we konden doen om de problemen te lijf te gaan. En tijdens de lunch hebben we een groep sponsors en investeerders bijeengetrommeld. Nog diezelfde middag zijn er spijkers met koppen geslagen, zodat Carlos Aalbers met een oorlogskasje de transferperiode in kon.” Volgens Swart heeft NEC zich in die moeilijke periode een echte club getoond.
„ Als zich een crisis voordoet, zie je vaak dat er meer over dan met mensen gepraat wordt. Dat was bij NEC niet anders. Maar met steun van iedereen binnen de club zijn we toch in staat gebleken de rug recht te houden. En toen puntje bij paaltje kwam, waren ook de investeerders weer bereid de portemonnee te trekken. Achteraf kun je daarom misschien zeggen dat we de juiste keuzes hebben gemaakt, maar in die moeilijke periode heb ik er zelf ook wel eens aan getwijfeld of we het allemaal wel goed deden.”
Swart erkent dat de maanden van tegenspoed hem niet onberoerd lieten. „Het is natuurlijk niet zo dat ik me alleen met NEC bezighoud vanaf het moment dat ik ’s ochtends de auto voor het stadion parkeer en dat ik het helemaal loslaat als ik de deur ’s avonds achter me dichttrek. Je bent continu bezig met de vraag: hoe kun jij het beter doen, hoe kan de club het beter doen.” "Los daarvan krijg je in zulke situaties meer dan anders te maken met kritiek van de buitenwacht, die mij in veel gevallen zag als de belangrijkste aanstichter van alle ellende. Ach, het hoort er ook een beetje bij. Het voetbalbedrijf heeft een glazen dak, iedereen kijkt mee. Dat is ook een van de mooie aspecten van dit vak. Als je niet ijdel bent, ga je niet in de voetballerij werken. Maar van de andere kant: ik zoek het niet voortdurend op. Ik ben niet iemand die de internetforums afstruint om te bekijken wat ze nu weer over me geschreven hebben. En op sommige momenten is het ook wel prettig dat ik niet in de buurt van Nijmegen woon waar je voortdurend wordt aangeklampt over het reilen en zeilen van NEC.”
De start van het nieuwe jaar markeerde voor NEC op tal van terreinen een nieuw begin. Swart: „Er was onrust, over de sportieve prestaties, de positie van de trainer, over de bestuurlijke structuur van de club. Wij kwamen tot de conclusie dat NEC op alle fronten ondermaats presteerde. En dat dus ook alle geledingen binnen de club moesten bijdragen aan verbetering van de situatie.” De bestuurlijke structuur van NEC werd onderwerp van een studie door voormalig Ajax-directeur Arie van Eijden.
Swart: „In het rapport Van Eijden wordt een driehoofdige dagelijkse leiding aanbevolen, met een technisch en een commercieel directeur met daarboven een algemeen directeur. Carlos en ik hebben aangegeven dat wij het prettig zouden vinden als we het met zijn tweeën konden blijven doen. Wij werken nauw samen, ook al hebben we gescheiden verantwoordelijkheden. Maar alleen al doordat wij een kantoor delen, hebben we veel informeel contact. Ik kan natuurlijk niet voor Carlos spreken, maar ik ervaar de samenwerking als buitengewoon prettig.”
Voor de nieuwe start uitmondde in succes, kreeg NEC nog een paar bittere pillen te slikken. „ De grootste zeperd was natuurlijk de bekerwedstrijd tegen Zwolle. In onze ogen was de beker het enige dat nog kleur aan het seizoen kon geven, maar ook dat liep mis. Er ontstond na afloop rumoer met supporters die door stewards en door de politie moesten worden tegengehouden, anderen drongen door tot aan de deur van de kleedkamer en er deed zich een vervelende situatie voor rondom Jeremain Lens. Maar toch vormde die avond de ommekeer, sindsdien is het eigenlijk alleen maar beter geworden.”
De play- offs, de kroon op een geweldige tweede seizoenshelft, beleefde Swart in een roes. „Vooral de galavoorstelling thuis tegen NAC was onvoorstelbaar mooi. We speelden zo goed en er hing zo’n enorme lading in het stadion. In Breda was de spanning eraf. Daar stond echter de onvergetelijke huldiging in het Goffertpark tegenover. Er kwamen zoveel emoties los bij veel supporters. Dan zie je pas echt wat voetbal teweeg kan brengen.”
Het Europese avontuur van NEC, dat na de jaarwisseling een vervolg krijgt tegen HSV, maakt bij Jacco Swart louter positieve gevoelens los. „Het is zo mooi om dit mee te maken, bovendien houden we er nog wat geld aan over. Voor een club die elk jaar Europees speelt, is het misschien anders. Maar voor NEC is dit een unieke ervaring. Wij gaan straks naar Hamburg, spelen in een stadion dat net als het onze in een stadspark is gelegen. Een locatie ook die een historische rol heeft gespeeld in het Nederlandse voetbal. Dáár werd twintig jaar geleden in feite het EK gewonnen.” „Natuurlijk, al die extra wedstrijden vormen een belasting, niet alleen voor de spelers, ze trekken een wissel op de hele organisatie. Maar tegelijkertijd is dat precies waarom je het allemaal doet. En de wedstrijden tegen Spartak Moskou en Udinese, met die onvergetelijke scenario’s, dat wil toch iedereen meemaken die in de voetbalwereld werkt. Als je dit niet wil, moet je lekker bij Cambuur gaan werken.”