Deze week in de VI-rubriek Hoe gaat het met? aandacht voor Stefan Jansen. De spits die het waarmaakte in de Eerste Divisie maar bij NEC nooit aan de hoge verwachtingen heeft voldaan.
Stefan Jansen (36) kwam van 1990 tot 2007 uit voor Roda JC, FC Den Bosch, Cambuur Leeuwarden, Salernitana (Italië), Top Oss, NEC, weer FC Den Bosch, SW Bregenz (Oostenrijk) en FC Zwolle. De voormalige aanvaller woont in Rosmalen met zijn vriendin Monique, dochter Thomée (6) en zoon Kay (3). Uit een eerder huwelijk heeft hij nog een zoon, Jordan (10).
Jij stopte anderhalf jaar geleden abrupt.
“Fysiek kon ik het nog wel aan, maar ik kwam niet voor in de plannen van FC Zwolle-trainer Jan Everse. De eerste wedstrijden na de winterstop zat ik niet eens meer op de bank en als je zelfs tijdens een trainingspartijtje reserve bent terwijl de assistent-coach wel meespeelt… Vond ik respectloos. Anderzijds heb ik in Zwolle ook niet gebracht wat van mij werd verwacht. De laatste jaren was ik meer als aanspeelpunt gaan voetballen maar je wordt als spits toch afgerekend op je goals. Ik had daarna nog aanbiedingen van mindere clubs uit de Jupiler League en één van Olympiakos uit Cyprus. Over die laatste heb ik wel even getwijfeld, maar omwille van mijn gezin heb ik het niet gedaan. Toch ben ik altijd een avonturier geweest. Maar in het buitenland heb ik wat pech gehad. Bij Salernitano in de Serie B scheurde ik na een half jaar een kruisband. Later bij Potenza mocht ik niet spelen omdat ik te laat was gecontracteerd. Vervolgens kon ik naar Brescia, maar Selernitana wilde dat niet en heeft toen verteld dat mijn knie niet in orde was. Ging de transfer niet door… In Bregenz had ik een contract voor de Oostenrijkse Bundesliga, maar we degradeerden en daardoor moest ik vertrekken.”
Je was vooral succesvol in de Eerste Divisie.
“Bij Top Oss werd ik mijn derde seizoen,2001/01 topscorer met dertig doelpunten. Daarna had ik de clubs voor het uitkiezen. Ik koos voor NEC waar ik in de voorbereiding prima samenspeelde met Gorgi Hristov. Maar toen de competitie begon, zei trainer Johan Neeskens ineens dat wij dezelfde types waren en dat hij een fysiek sterke spits naast Hristov wilde. Daarna heb ik bij FC Den Bosch wel weer veel gescoord, we werden ook kampioen. Ik heb niet alles uit mijn carrière gehaald, maar kijk toch tevreden terug. Ik vind niet dat ik te kort kwam voor de Eredivisie. Op sommige momenten had ik meer geduld moeten hebben, maar dan bekroop mij altijd het gevoel dat ik wilde voetballen en belangrijk zijn voor een elftal. Dan maar op een wat lager niveau. Vorig seizoen heb ik bij Zondaghoofdklasser Schijndel door blessures weinig gespeeld. Bovendien ergerde ik me aan de mindere beleving. Daarom speel ik ook niet meer in een lager elftal; een balletje trappen kan ik ook met mijn kinderen… Ik heb niet de ambitie trainer te worden. Via een subsponsor van Schijndel ben ik een uitzendbureau begonnen,maar na vijf maanden ben ik gestopt, het voetbal bleef kriebelen. Inmiddels ben ik zelfstandig spelersmakelaar, dat past beter bij me. Ik werk samen met enkele FIFA-makelaars in binnen- en buitenland en met Trainingtrips, waar ik de spelers in de talentpool begeleid. In maart ben ik helaas gezakt voor mijn licentie, die hoop ik volgend jaar alsnog te halen.”