Vandaag in zijn eigen krant De Pers geeft Marcel Boekhoorn een interviewtje.
Marcel Boekhoorn is de investeerder achter Dagblad De Pers. Hij kwam woensdag in het nieuws toen bekend werd dat hij een belang van vijf procent in De Telegraaf heeft. Wie is Boekhoorn en wat drijft hem?
U geeft zelden of nooit een interview. Is dat niet wat wonderlijk voor een man die nota bene investeert in een journalistiek medium als De Pers?
‘Het is geen valse bescheidenheid, maar ik heb mijn werk altijd in betrekkelijke luwte gedaan. En daar voel ik mij het plezierigst bij. Ik wil genieten van het leven en daarbij past niet dat je publiek bezit wordt.’
Uw investering in De Pers leidde tot golven publiciteit, ook over de privé-persoon Marcel Boekhoorn. Dat voelt onbehaaglijk?
‘Ik ben er echt niet blij mee, maar ik begrijp ook wel dat het de consequentie is van de weg die ik ben ingeslagen. Publiciteitshonger is mij vreemd. Na vandaag hoop ik weer tien jaar mijn mond te houden.’
U bent onwaarschijnlijk rijk geworden. Vaak worden mensen in uw positie omgeven door slijmjurken, leugenaars en anderen die iets van je willen. Lukt het nog een beetje om normaal mens te blijven?
‘Ik sta nog steeds op dezelfde manier in het leven als toen ik nog geen cent had. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik nooit van mijn roots ben afgedwaald. Ik voetbal nog steeds bij Oranje Blauw, mijn voetbalclubje in Nijmegen. En dan zit ik echt wel eens op de reservebank. Mijn voetbalmaatjes zijn nog steeds mijn beste vrienden. Ik heb een skybox bij m’n geliefde NEC en die is elke thuiswedstrijd gevuld met makkers met wie ik ben opgegroeid. De jongens en meisjes uit mijn jeugd, mensen van de grootst mogelijke diversiteit. Daar voel ik mij senang, ik spreek er mijn thuistaal. Trouwens, mijn vader zou het nooit accepteren als ik mij anders zou voordoen.’
Uw vader is belangrijk voor u?
‘Hij is een wijze, belezen, authentieke man, ongetwijfeld een baken in mijn leven. Al zeventig jaar NEC-supporter; als kind liep ik hand-in-hand met hem naar het stadion. Hij is iemand met wie ik veel, zoniet alles deel. Ook als het om zaken gaat, schakel ik vaak met hem.’
U bent nog altijd oprecht verbaasd over uw zakelijke successen?
‘Ik beschouw mijn leven als een groot avontuur. Ik ben ooit met één gulden begonnen. Ik zal niet ontkennen dat ik met een zekere verwondering naar mijn leven en loopbaan kijk. Het is net Gullivers Travels. Hoe ik ook eindig, alle avonturen en belevenissen die ik heb meegemaakt kan geen mens me nog afpakken. Ik voel me de rijkste man ter wereld en dat bedoel ik niet in materiële zin. Net als alle belangrijke mensen om mij heen, voel ik me kerngezond; ik bruis van energie en lach iedere dag volop.’
Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Er zit geen strengetje chagrijn in uw DNA?
‘Geloof het of niet: ik ben nooit of te nimmer chagrijnig. Zit gewoon niet in mijn aard.’
Dat geldt ook voor uw zakelijke optreden? Hou zou u uw stijl typeren?
‘Open. Snel. Direct. Onderhandelingen met chagrijnige types duren bij mij heel kort, dan haak ik af, zelfs als het om de mooiste deals gaat. Ik sluit deals waarbij iedereen wint. Dat is een van de belangrijkste lessen na al die jaren, dat je successen ook deelt met anderen. Noem het gunnen, noem het fun.’
Het verhaal gaat dat u al uw vrienden, spelers van NEC, zakenpartners en vele anderen hebt laten meedelen in uw successen.
‘Het is de Wet van Boekhoorn: ‘Als je niet kunt delen, kun je ook niet vermenigvuldigen.’ Samen met je vrienden rijk worden is veel leuker dan in je eentje rijk worden.’
Treedt er ooit een moment van verzadiging op?
‘Ik geloof niet dat een term als verzadiging in mijn persoonlijke woordenboek welkom is. Ik ben heus geen veelvraat, maar ik kan niet leven zonder de kick van een deal. Ik heb het de laatste maanden om allerlei redenen wat rustiger aan gedaan, nogal wat vakantie gevierd. Heerlijk ontspannen. Maar tegelijkertijd woedt binnenin de onrust, de adrenaline om te ondernemen.’
De verslavende werking van de deal. Worden die zogenaamde kicks niet steeds korter?
‘Elke deal beschouw ik als een wedstrijd, maar ik heb geleerd dat je ook je zegeningen moet tellen. Dat is ongetwijfeld ook mijn ambitie: nog veel meer genieten van het leven. Ik ben er achter gekomen dat je iedere dag in al zijn facetten moet beleven. You only live once. Het grote wint aan betekenis door het kleine en andersom.’
Laten we het over De Pers hebben. Waarom viel u voor het idee van een gratis kwaliteitskrant?
‘Het was er niet. Dat is een mooi en eenvoudig motief. We zien al jarenlang dat betaalde kranten het lastig hebben, abonnementenbestanden die vergrijzen. Nederland zat te wachten op een gratis kwaliteitskrant. Punt.’
En ineens wordt die succesvolle Marcel Boekhoorn geconfronteerd met verliezen?
‘Ho, ho. Ik haat verliezen en ik heb wel voor hetere vuren gestaan in mijn leven. De Pers wordt een lonende operatie. Het kost wat meer en duurt wat langer dan we hadden gewild, maar ik twijfel er niet aan dat we ook in zakelijk opzicht aan iets moois bouwen. Het is juist dat de advertentie-opbrengsten zijn achtergebleven, de markt is taaier en conservatiever dan we hadden ingeschat. Maar op grond van het marktaandeel dat wij nu hebben moeten we binnen een of twee jaar in staat zijn om de reële reclamebudgetten binnen te halen.’
In gewoon Nederlands: Boekhoorn gelooft onverminderd in De Pers?
‘Dat is geen kwestie van geloven, dat is mijn overtuiging. We hebben de krant met een groep enthousiaste en gepassioneerde mensen vanaf niks opgezet. We wisten dat het een drukke markt was, maar dat was voor ons geen reden om er van weg te blijven. We hebben de eerste gratis kwaliteitskrant van Nederland, ja zelfs van de wereld opgezet. Al waren er tegenslagen. Maar die heb je altijd bij start ups. Ik ben er meer dan trots op.’
Aanvankelijk was u van plan om die gratis krant samen met het uitgeversconcern PCM in de markt te zetten. Op het laatste moment blies Apax, PCM’s Britse grootaandeelhouder, die deal eenzijdig af. Dat was niet zomaar een tegenslag, lijkt me?
‘Ik ben daar nog altijd laaiend over. We kwamen plotseling in een stand alone-positie, dat maakte het ongetwijfeld lastiger. Je hebt niet de synergievoordelen die in krantenland zo belangrijk zijn. We hadden met PCM een briljante deal. We zijn genaaid, ik ga het niet mooier zeggen dan het was. Het is trouwens mijn ervaring dat de meeste Engelsen gewoon volstrekt onbetrouwbaar zijn. Ook dit was een zeldzaam staaltje van onbetrouwbaarheid, een deal die op het hoogste niveau was afgesloten en ineens voor waardeloos werd gehouden. Mijn verbijstering is er nog altijd. En hoewel ik zelden of nooit procedeer, in deze zaak vecht ik door tot aan de Hoge Raad. Ik moet wel zeggen dat het binnen De Pers misschien zelfs louterend heeft gewerkt: we zijn bedonderd, maar we gaan onze plannen hoe dan ook uitvoeren.’
U twijfelt niet aan het succes van De Pers. Maar de cijfers spreken toch andere taal?
‘Even de feiten. Na zeven weken hadden we al meer dan 700.000 lezers per dag. Dat is meer dan de andere gratis kranten na drie jaar hadden bereikt. Inmiddels hebben we een geschat bereik van meer dan een miljoen, 1,3 miljoen om precies te zijn. En De Pers wordt uitstekend beoordeeld. Beter dan de andere gratis kranten en de betaalde regionale kranten. Conclusie: je kunt met een mooi product prima een groot publiek bereiken.’
Waarom hebben adverteerders zo lang geaarzeld?
‘Zoals ik al zei: de markt is conservatiever dan wij hadden gedacht, bovendien duurde het erg lang alvorens de officiële oplagecijfers werden gepubliceerd. Maar we zien de advertentie-inkomsten stijgen; ook adverteerders beginnen nu te onderkennen dat wij met onze kwaliteit, oplage, waardering en unieke distributiemix een zeer waardevol medium zijn. Misschien zijn wij aanvankelijk iets te arrogant geweest.’
Arrogant?
‘We hebben iets te enthousiast geroepen: wij zijn de beste, de grootste en de enige. Dat was, achteraf beschouwd, een ongelukkige profilering, daarmee win je niet onmiddellijk de sympathie in de markt. Dus naar de adverteerders toe zou ik willen zeggen: die arrogantie – ook voortgekomen uit zoiets als heilig vuur – moet er uit, we proberen dat met man en macht te corrigeren. Ik zie heel veel in het samen ontwikkelen van concepten die een win-win propositie kunnen zijn.
Volkskrant en NRC zijn ijzersterke kwaliteitskranten. Is het niet een illusie om te veronderstellen dat je met een gratis kwaliteitskrant kunt wedijveren met dat soort journalistieke instituten?
‘Welnee, aan illusies doen wij niet. Wij zijn er niet om anderen het leven moeilijk te maken, wij zijn er omdat wij een eigen positie claimen. Onze website DePers.nl is door het publiek gekozen tot Nieuwssite van het jaar 2007 en is qua unieke bezoekers nu al een van de grootste nieuwssites van Nederland. Van mij zou de krant nog best wat spraakmakender mogen zijn, maar misschien is het maar goed dat ik mij nooit met de inhoud bemoei. De professionals bij De Perskijken continu hoe zij de krant inhoudelijk kunnen versterken.’
Wat moet De Pers dan zijn, inhoudelijk?
‘Afgestemd op een jong en hoger opgeleid publiek, met veel puntig nieuws, een stevig accent op financieel en economisch nieuws en goede achtergrondverhalen. En De Pers wil van deze tijd zijn: aantrekkelijk, op niveau, zonder ook maar enigszins elitair te worden.’
Hier spreekt een bevlogen investeerder?
‘Jazeker.’
Terwijl er – door sommige journalisten en adverteerders – op wordt gespeculeerd dat u binnen een paar maanden de stekker eruit trekt.
‘Onzin. Niet aan de orde. Geen sprake van. Ik heb je verteld van onze inspanningen, de diepe overtuiging dat onze marktpositie een hele sterke is. Ik ga hier tegenover jou toch geen verhaal ophangen om er daarna de stekker uit te trekken. Dit is een klus die wij gaan klaren. Natuurlijk kan dat verlies niet eeuwig doorgaan, maar er komt een omslagpunt. Dat is me tot nu toe altijd gelukt.’
Deze week werd bekend dat u een belang van 5 procent heeft genomen in de Telegraaf. Liggen daar strategische overwegingen aan ten grondslag?
‘Ik heb die investering gedaan omdat ik denk dat De Telegraaf ondergewaardeerd is, gelet op haar marktpositie, de waarde van de verschillende onderdelen en in vergelijking met sectorgenoten. Er is volgens mij voldoende ruimte voor resultaatverbetering. Als De Telegraaf er in slaagt om vanuit haar diverse activiteiten een multimediaal platform te bouwen voor de Nederlandse consument, zal een winstgevendheid mogelijk zijn, in lijn met die van haar Europese tegenspelers.’
Zo’n investering maakt duidelijk dat Boekhoorn nog lang niet klaar is?
‘Ik heb altijd hard gewerkt en zal dat blijven doen. Maar zoals ik al zei: meer dan ooit combineer ik het met genieten. Bij investeringen let ik meer op de fun factor dan voorheen. Dat kan zitten in de mensen, de producten of de diensten van een bedrijf, het businessmodel, het productieproces of de strategische kansen.’
Waar let u specifiek op bij investeringen?
‘Alles begint bij goed management. Goed management is in staat om een matige onderneming te veranderen in een excellente tent. Bij slecht management is zelfs het meest briljante businessplan een dode letter. En verder wil ik met mijn team echt in staat zijn om iets toe te voegen aan de bestaande business. We doen niet mee als wij niks kunnen betekenen. We bemoeien ons ook intensief met de deelnemingen. Niet op afstand zoals de gebruikelijke private equity-partijen doen, maar ‘on the job’, met beide voeten eerst in de modder. Ik heb gelukkig een team fantastische mensen om me heen. En ik blijf altijd op zoek naar uitzonderlijk talent, want voor elke goede vent heb ik een goede tent.’
Hoe moet ik me dat voorstellen? Bent u een veelvraat die in allerlei sectoren toeslaat of zit daar een zekere lijn in?
‘Ik richt me niet op specifieke sectoren of regio’s, maar ik heb absoluut een voorkeur voor vernieuwende bedrijven die een wereldwijde potentie hebben. Vaak ondernemingen met unieke technologieën of knowhow. Bedrijven waar je trots op kunt zijn.
Zoals?
‘Een heel mooi voorbeeld is ons bedrijf dat de technologie van stemauthenticatie heeft ontwikkeld. Om het eenvoudiger te zeggen: een techniek waarmee je via de telefoon de identiteit van de beller onomstotelijk kunt vaststellen, een identificatie betrouwbaarder dan via bijvoorbeeld vingerafdruk of irisscan. De commerciële mogelijkheden daarvan zijn ongekend: betrouwbaar geld overboeken via de mobiele telefoon, password-beveiligingen, fantastische toepassingen. Wij leveren die technologie nu al aan IBM, Siemens, CIA, kerncentrales en het Zwitserse leger. Dat is het soort vernieuwingen waar ik heel warm van word. En verder investeren we ook meer en meer in bedrijven die willen bijdragen aan een schonere, veiliger wereld. In China bouwen we, met lokale partners, waterzuiveringsinstallaties. Ernstig vervuild water – dat voorheen rechtstreeks in de rivieren werd geloosd – en dat nu wordt gezuiverd voor hergebruik in de gewassenteelt.’
Maar voor de ware passie moeten we, geloof ik, dicht bij huis zijn: NEC en Ouwehands Dierenpark. U heeft in het verleden flink in spelers van NEC geïnvesteerd, maar dat was ineens afgelopen.
‘NEC zit heel diep bij mij, ik ben al veertig jaar supporter, die club stroomt door mijn aderen. Maar toen het even moeilijker ging met de club, kreeg ik ineens mensen aan de deur, bedreigingen. Ik was amper nog een publieke figuur en ben me rotgeschrokken, voelde me werkelijk bedreigd. Ik heb heel veel geld in die club gestoken, ben nog nooit in de bestuurskamer geweest, heb me nooit met het beleid bemoeid en toch kreeg ik stank voor dank. Onbegrijpelijk!’
Toch kon u er onlangs hossend worden aangetroffen, toen NEC via een miraculeuze wederopstanding ineens Europees voetbal haalde.
‘Fantastisch toch. Ik was dolgelukkig. Ook voor Mario Been, de beste trainer die ze in Nijmegen ooit hebben gehad. NEC mag trots zijn op zo’n figuur. Mario die ineens dat team aan het voetballen kreeg, plotseling stond daar een bijna onverslaanbaar elftal. Bij NEC moeten ze die man koesteren. Maar ik blijf op de achtergrond. Ze doen het goed, er is visie, er is talent. Maar in bange dagen zal ik de club nooit laten vallen. Daarvoor is de hartstocht te diep.
En de dierentuin?
Ouwehands Dierenpark, dat is blijft natuurlijk een van mijn grootste passies. Het was een nogal ziek bedrijf toen ik het in 2000 kocht. Er is heel veel in geïnvesteerd, maar het is nu een van de mooiere parken in Nederland, misschien zelfs Europa. We begonnen met 220.000 bezoekers per jaar, dat zijn er nu 850.000. Het is een behoorlijke lange, intensieve weg geweest, in zekere zin misschien wel vergelijkbaar met De Pers. Het is een misverstand om te veronderstellen dat ik alleen op het snelle geld uit zou zijn. Kwaliteit loont altijd. Dat zie je in Rhenen, dat zullen we ook bij De Pers meemaken