In de Gelderlander van vandaag een interview met de trainer van jong NEC Wim Rip over zijn carriere,zijn team en natuurlijk over de bekerfinale tegen jong PSV van vanavond in Waalwijk:
Jong NEC en Jong PSV strijden vanavond om de KNVB-beker voor beloftenteams. De jonge honden uit Nijmegen worden getraind door Wim Rip, al dertien jaar verbonden aan NEC.
Ze bellen elkaar regelmatig, staan nu en dan samen op de golfbaan en twee keer per jaar tegenover elkaar op het voetbalveld.
De laatste twee seizoenen zelfs drie keer. Maandagavond gaat Wim Rip proberen Jong NEC naar bekerwinst te loodsen, Anton Janssen, die de beloften van PSV begeleidt, zal er alles aan doen om dat te voorkomen. Die tegengestelde belangen zullen het wederzijdse respect en waardering niet in de weg staan. "Anton is een fijne kerel", zegt Rip uit de grond van zijn hart. "We kennen elkaar al jaren. Ik ben in 2000 zelfs zijn stagebegeleider geweest toen hij de versnelde cursus trainer/coach 2 en 3 doorliep."
Ook Rip deed de trainersopleiding, op grond van zijn kortstondige profcarrière bij Go Ahead Eagles. "Ik was niet zo’n hele goeie voetballer, zat meestal op de bank." Rip combineerde zijn profavontuur in Deventer met een opleiding aan de sportacademie in Arnhem, waar Wilfried Brookhuis zijn klasgenoot was.
Net als illustere vakbroeders als Rinus Michels, Louis van Gaal en Co Adriaanse ging ook Wim Rip het onderwijs in. Jarenlang verdiende hij de kost als gymleraar. Min of meer toevallig raakte hij halverwege de jaren negentig in het betaalde voetbal verzeild. "Na het overlijden van mijn moeder ben ik op advies van mijn vrouw met de trainerscursus begonnen."
Toen Jan Pruijn, belast met het opzetten van de voetbalschool, bij de KNVB informeerde of zij nog een geschikte jeugdtrainer kenden, viel de naam van Rip. Hij begon in deeltijd, als coach van de B1. Maar na verloop van tijd werd de jeugdopleiding bij NEC zodanig uitgebreid, dat hij in 2001 fulltime op De Eendracht ging werken. Niet alleen als trainer, ook nam hij allerlei logistieke taken op zich.
Drie jaar geleden kreeg Rip Jong NEC onder zijn hoede. "Na het ontslag van Johan Neeskens werd Cees Lok hoofdtrainer, ik schoof door naar de beloften. Wel een lekkere binnenkomer. We stonden bovenaan en promoveerden dat seizoen naar de eredivisie."
Omdat NEC op dit ogenblik over een brede selectie beschikt, kan Rip op maandagavond meestal een hoop spelers uit de eerste selectie opstellen. Kostje gekocht, zou je zeggen. De 47-jarige oefenmeester ziet het wat genuanceerder. "Jong NEC is het moeilijkste elftal dat er is", beweert hij zelfs. "Ik moet elke week afwachten wie ik kan opstellen, vijf wedstrijden achtereen met de zelfde formatie spelen, is voor mij niet weggelegd. Bovendien zit je altijd met jongens die in hun hart vinden dat zij in het eerste horen te spelen."
"Voor mijn eigen spelers is het nog veel moeilijker. Soms moet ik op maandag wel zeven, acht selectiespelers opstellen in Jong NEC. Logisch, de belangen van het eerste elftal staan voorop. Dat betekent wel dat er van mijn eigen groep maar drie of vier kunnen voetballen, de rest zit op de bank."
"In de voetballerij is de wedstrijd de belangrijkste graadmeter, dat is bij de beloften lang niet altijd het geval. Dat is psychisch niet gemakkelijk, zeker omdat we het hebben over jongens die altijd bij de besten van hun lichting hoorden en dus elke week speelden. Nu moeten zij op het trainingsveld progressie zien te boeken. Maar het vergt zelfkennis. En geduld. Toen we van de week uit bij Groningen speelden, zaten er zes jongens 400 kilometer in de bus die vervolgens geen minuut meespeelden. Maar goed, dat wisten ze van tevoren."
"Om die jongens te helpen inzicht te kijken in hun ontwikkelingsproces, hebben we een speciaal coachmodel ontwikkeld. In het kort komt het er op neer dat we samen doelstellingen formuleren en afspraken maken hoe ze die kunnen bereiken. Ik moet zeggen: ze pakken het goed op dit jaar. Ze trainen keihard en maken ook stappen. En er zijn toch weer twee jongens, Joey Brock en Joel Tshibamba, die volgend seizoen naar de A-selectie worden overgeheveld."
Het zijn de besognes waar de coach van een beloftenelftal mee te maken krijgt, maar Wim Rip laat er zijn goede humeur niet door bederven. De vrolijke Wageninger geniet van zijn werk, zeker nu de acute degradatienood lijkt afgewend en hij maandag in Waalwijk de kans krijgt geschiedenis te schrijven. "De competitie is door allerlei omstandigheden wat moeizaam verlopen. In de beker liep het op rolletjes. In de poulefase hielden we Go Ahead, Graafschap, Heracles en zelfs Twente, dat vrijwel zeker kampioen wordt, achter ons. Daarna schakelden we ADO Den Haag, Heerenveen en RKC uit. En nu treffen we PSV in de finale. Vorig seizoen kwamen we ze ook tegen in de beker. Het werd 4-4, we verloren na penalty’s. Schoot Pothuizen op de paal"
"In de competitie wonnen we bij PSV met 0-1, thuis kwamen we er vorige maand niet aan te pas. Ik heb nog geen flauw benul welke spelers Anton meeneemt, ik weet nog niet eens wie ik kan opstellen. Het eerste speelt drie dagen later om de play-offs en dat is natuurlijk het allerbelangrijkste. Maar dit wordt ook geen doorsnee potje voetbal. Het is voor het eerst in de clubhistorie dat Jong NEC een echte prijs kan pakken. En deelname aan het ‘grote’ bekertoernooi is natuurlijk ook iets geweldigs. We moeten die cup maar pakken."