Paniek leidt zelden tot verstandige beslissingen. Het aantrekken van Collins John (23) door NEC, vlak voor het sluiten van de transfermarkt, lijkt geen uitzondering. Na drie maanden wacht de spits nog altijd op zijn eerste speelminuten. En zo stevent de Nijmeegse club af op de flop van het jaar en de tweevoudig international op een gebroken carrière. De frustraties dreigen uit te monden in een rel aldus de VI.
Hij is het scoren nog niet verleerd. De eerste twee ballen die Collins John aanraakt, zoeven tegen het net. Eerst een diagonale kopbal, daarna een verwoestend schot in het dak van het doel. Teamgenoten vliegen om zijn nek, trainer Mario Been grijnst tevreden en de supporters langs de kant stoten elkaar even aan. Het is een wat sneu tafereel. De grote zomeraanwinst John glorieert niet tijdens.een wedstrijd van NEC, maar op een trainingsveld in de bossen naast De Goffert. Meer zit er voorlopig ook niet in. De 23-jarige spits worstelt met de situatie. Hij viert de doelpunten tijdens de onderlinge partij met de blijdschap van een kind, maar na de training overheerst de teleurstelling. ‘Tja, die ballen zaten er aardig in. Lekker belangrijk. Dit was een training, het zegt me niets. Zoals elke andere voetballer wil ik wedstrijden spelen. Ik ben er klaar voor, maar de trainer vindt van niet. Natuurlijk is dat klote! gromt John.
Geen tijd
Zijn komst naar Nijmegen is de Moeder van alle Paniekaankopen. Afgelopen zomer blijft NEC achter met een afgeroomde selectie na het vertrek van onder anderen de aanvallers Brett Holman, Jeremain Lens en Kevin Bobson. Technisch directeur Carlos Aalbers hengelt in allerlei vijvers, maar krijgt nergens beet. De stress slaat toe. En dan, luttele uren voor het einde van het winkelseizoen, tovert NEC plots Collins John uit de hoge hoed. De Gelderse club huurt de spits voor één seizoen van de Engelse club Fulham en bedingt daarbij een optie tot koop. De aanvan¬kelijke juichstemming in Nijmegen slaat echter al snel om in afgrijzen. John blijkt verre van fit en kan niet deelnemen aan de groepstraining. Eind september speelt hij zijn vooralsnog enige wedstrijd voor NEC. Met het tweede elftal, tegen Feyenoord. John scoort, maar raakt daarna alweer snel geblesseerd. Pas op maandag 17 november is hij in staat de gezamenlijke training te hervatten.
Mario Been zucht eens. Collins John. Wat moet hij daar nu toch over zeggen? ‘Als je een speler van zijn kaliber aantrekt, is het jammer dat hij niet inzetbaar is’ de trainer van NEC. ‘Collins kan heus wel voetballen. Dat heeft hij afgelopen week op de training weer laten zien. Tijdens de partijtjes zei ik nog tegen Ron (de Groot, assistent-trainer, red.): potverdorie, deze jongen heeft zóveel talent! En onze looptrainer Toine van de Goolberg is onder de indruk van zijn kracht en snelheid. Maar ja, conditioneel is hij nog lang niet in orde. Ik verwacht dat hij pas volgend jaar zijn debuut in het eerste gaat maken. Heel treurig.’ Been erkent dat er nogal wat inschattingfouten zijn gemaakt. ‘We moesten natuurlijk iets doen. Als je dan de mogelijkheid krijgt Collins John aan te trekken, dan zie je dat als een buitenkansje. Ik kende hem nog uit zijn tijd bij FC Twente, prima speler. We hebben hem getest, maar er was geen tijd om hem helemaal binnenstebuiten te keren. Toch hebben we de knoop doorgehakt.’ De coach vindt het te vroeg om nu al zijn spijt over het aantrekken van de spits uit te spreken. ‘Maar we mogen het onszelf wel aanrekenen dat we in een zo laat stadium nog moesten handelen.’
Gepensioneerde
De situatie is schrijnend voor NEC, maar uiteraard ook voor John zelf. De komeet is met een smak teruggekeerd op aarde. Waar ging het mis met de aanvaller die onder Marco van Basten debuteerde in het Nederlands elftal? Al sinds het prille begin van zijn loopbaan torst John een negatief stempel met zich mee. Hij zou moeilijk kunnen omgaan met de verleidingen van het profbestaan. Foppe de Haan is altijd een van zijn voornaamste criticasters geweest. De bondscoach van Jong Oranje krijgt hoofdpijn als hij terugdenkt aan zijn ervaringen met John. ‘Met kwaliteit alleen kom je er niet in het voetbal, je hebt ook een geweldige drive nodig. Die miste ik bij Collins,’ verhaalt De Haan. ‘Zijn talent staat buiten kijf. Hij is fysiek hartstikke sterk, kan aardig voetballen én weet hoe je een goal maakt. Maar je moet ook willen trainen. Alles eruit willen halen wat erin zit. Een echte topper vindt dat vanzelfsprekend, voor Collins was het een probleem.’ Ter illustratie verwijst de Fries naar een verhaal dat ooit verscheen in het inmiddels opgeheven maandblad Nummer 14. ‘In een dagboek stond zijn leven in Londen beschreven. Ik was verbijsterd. Naar de film, uit eten, elke zaterdag naar dezelfde kapper.
Hij leidde het leven van een gepensioneerde! Toen heb ik hem ook gebeld om te vragen of het verhaal klopte. Collins vond het allemaal heel normaal. Ik vroeg: Vind je dit nu echt de manier waarop het moet? Zou je niet eens wat meer kunnen trainen, in jezelf kunnen investeren? Dat vond-ie niet. Klaar. Op allerlei manieren heb ik hem proberen te raken, maar hij is slecht stuurbaar. Eén keer heb ik echt spijkerhard de confrontatie gezocht. Na een wedstrijd met Jong Oranje tegen Armenië in Tilburg, waarin Collins waardeloos speelde. Ik zat in de auto op weg naar huis en dacht: dit kan toch niet? Toen heb ik hem gebeld en gezegd hoe ik erover dacht. Dat het helemaal niks was. Kreeg ik later een telefoontje van de toenmalige manager van Fulham, Chris Coleman. Of ik dat niet meer wilde doen. Fulham vocht namelijk tegen degradatie en kon het niet gebruiken dat Collins last zou krijgen van de kritiek. Tja. Dan houdt het op. Dimmen nu, zei ik tegen mezelf.’ De Haan beseft dat het te simplistisch is om alleen kritische kanttekeningen te plaatsen bij het gedrag van John zelf. Achtergronden en omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol.
Zijn jeugdjaren waren hectisch en traumatisch. John werd geboren in Liberia, maar vluchtte uit het Afrikaanse land vanwege de heersende burgeroorlog. Die eiste het leven van zijn vader. Met zijn moeder en twee broertjes arriveerde hij op achtjarige leeftijd in Nederland. Al snel bleek John gezegend met een bijzonder voetbaltalent. Op zijn zeventiende debuteerde hij in de hoofdmacht van FC Twente, een jaar later maakte hij de overstap naar de Premier League. Foppe de Haan: ‘Het is gemakkelijk die keuze te veroordelen. Maar je moet ook rekening houden met zijn achtergronden en zijn verantwoordelijkheid voor zijn familie. Zeg dan maar eens nee als je ergens veel geld kunt gaan verdienen. Het punt is: wil je op jonge leeftijd overeind kunnen blijven in het buitenland, dan moet je heel stabiel zijn. Collins komt uit een heel andere wereld, zijn fundament is misschien niet zo stevig. Daarom moet zo’n jongen goed worden begeleid en aangestuurd. Maar of dat is gebeurd, waag ik te betwijfelen. In algemene zin is dat een probleem met zaakwaarnemers, de goede daargelaten. Een voetballer heeft niets aan iemand die alleen maar ja en amen zegt en hem naar de mond praat. Een zaakwaarnemer moet de intentie hebben een jongen daadwerkelijk te helpen. Een type zoalsb Collins helemaal. Die moet je niet loslaten, daar moet je dagelijks bovenop zitten. Dit is het plan, zó moet je trainen en zó ga je met geld om. Voor Collins is het nu zaak dat hij iemand vindt die door zijn dikke laag vernis heen kan prikken, anders kan hij het wel schudden. Ik had daar de kwaliteiten niet voor. Als je het mij vraagt, heeft hij echt een psycholoog nodig.’
Pot snoep
Romeo Zondervan reageert geprikkeld op de uitlatingen van Foppe de Haan. Zondervan, die zelf geen licentie heeft, is als spelersbegeleider werkzaam bij het bureau RZ Voetbal van FIFA-makelaar Anton Slabbers. De oud-prof van onder meer FC Twente, NAC en Ipswich Town behartigt de belangen van John. ‘Foppe praat voor zijn beurt. Hij geeft een mening zonder de feiten te kennen, (dat gebeurt hem wel vaker) vindt Zondervan. ‘De waarheid is dat ik Collins in het verleden juist heb gewaarschuwd voor zijn vroege overstap naar het buitenland. Wacht in ieder geval tot het einde van het seizoen, adviseerde ik hem. Maar hij wilde zelf dolgraag naar Fulham en besloot nog in de winterstop te vertrekken. In Engeland is zijn hoofd op hol gebracht door andere makelaars. Collins koos er toen voor om met een ander bureau, een Engels bedrijfje, in zee te gaan. Dat recht heeft hij. Wél heb ik in die jaren altijd intensief contact met hem gehouden, ik was een vaderfiguur voor hem. Je hoort mij niet zeggen dat Collins de perfecte prof is, maar heel veel wilde verhalen die over hem de ronde doen zijn sterk overdreven. Hij kreeg een etiket opgeplakt, zou onhandelbaar zijn. De tabloids stonden er vol van, maar in de praktijk viel het wel mee allemaal. Collins is een jonge jongen, die fouten heeft gemaakt. Zo raar is dat niet. Als je een kind een grote pot met snoep geeft. begint hij te eten. Grote auto hier, dure zonnebrillen daar. Hij is niet altijd even verstandig geweest, maar de kritiek is overtrokken. Sinds en half jaar laat hij zijn zaken weer doen door ons bureau. We helpen hem nu en hopen dat hij snel weer aan voetballen zal toekomen. Dan kan hij laten zien dat sommige mensen veel te snel hun oordeel klaar hebben. Collins is gebrandmerkt en afgeschreven. Dat verdient hij niet.’
Leugens
Dan John zelf. In eerste instantie geeft hij aan dat hij best wil meewerken aan een verhaal, daarna krabbelt hij terug. ‘Wat heeft het voor zin? Ik zit niet lekker in mijn vel, wat moet ik zeggen?’ Even later schuift hij toch aan in het restaurant in De Goffert. Hij bestelt een uitsmijter met kaas en trekt zijn pet nog wat verder over zijn hoofd, John voelt de bui al hangen. ‘Kan ik weer gaan reageren op allerlei leugens en meningen. Typisch Nederlands, na mijn transfer naar Fulham heeft iedereen zijn oordeel klaar over mij. Ik ging te vroeg naar het buitenland, was niet rijp. Verdiende te veel geld. Zo zitten Nederlanders in elkaar. Ik verdien maar drie ton, dan mag hij geen zes ton verdienen. Dat is de hele sfeer hier en die vind ik fout. Als ik ’s ochtends wakker word, maakt het me soms spontaan chagrijnig. Ik ben ook niet achterlijk, ik weet wat voor verhalen er nu weer over mij worden verteld. Dat ik niet echt geblesseerd ben, dat ik te zwaar ben, dat ik een slechte conditie heb. Het zal allemaal wel. Als ik een dief of een oplichter zou zijn, zou ik me druk maken over wat de mensen over mij roepen. Maar ik heb niets te verbergen.’ Hij vertelt over de blessure die hij een half jaar geleden opliep bij Watford, dat hem destijds huurde van Fulham. ‘Ik scheurde een spier in mijn linkerbovenbeen. Heb ik nu nog steeds last van. Twee maanden lang moest ik mijn been gestrekt houden, de boel werd helemaal papperig. Het kost gewoon tijd voor je de kracht en de vorm weer terugvindt. Maar ik had niet verwacht dat het zo lang zou duren. Toen ik naar NEC kwam voelde ik me lekker, ik keek ernaar uit weer wekelijks te kunnen voetballen. Maar op een gegeven moment voelde ik me niet optimaal en moest ik een paar stappen achteruit zetten. Nu ben ik klaar en is het puur aan NEC. Dit is een frustrerende periode. Ik wil doelpunten maken en juichen. Daar leef ik voor.’
Als het gesprek op de kritiek van Foppe de Haan komt, verschijnt een diepe frons op Johns voorhoofd. ‘Foppe pakt iedereen aan. Ik geef je de namen, en dan mag je het verband er zelfbij bedenken: Drenthe, Sno, Quincy, Babel, Aissati, ikzelf. Hij verwijt ons allemaal dezelfde dingen. Dat we moeilijke jongens zijn, dat we te laat naar bed gaan, dat we niet luisteren. Dat is wel heel verdacht. Maar niemand zal een keer opstaan en Foppe daarop aanspreken. Hij mag een mening hebben over mijn prestaties op het veld. Maar hij moet zijn mond houden over hoe ik buiten het voetbal ben. Hij weet niks, heeft nooit koffie gedronken met me. Maar hij zeikt me wél altijd af. Terwijl ik met andere trainers geen problemen heb gehad.’ Hoe het zij, toch is er onmiskenbaar een knik gekomen in zijn carrière. Hoe ziet John dat zelf? ‘Vorig seizoen heb ik het moeilijk gehad. Als Chris Coleman nog bij Fulham had gewerkt, had ik misschien nog wel zes jaar bij die club kunnen blijven. Maar de manager werd ontslagen en zijn opvolger Lawrie Sanchez kocht een stuk of veertien nieuwe spelers.
In december moest óók hij alweer vertrekken. Roy Hodgson kreeg de baan en die haalde ook weer een hele bus nieuwelingen. Uiteindelijk waren Moritz Volz en ik nog de enige spelers die over waren uit het Coleman-tijdperk. Zo snel gaat het in Engeland. Ik kwam niet meer voor in de plannen van de manager en moest aan mijn carrière denken. Eerst werd ik verhuurd aan Leicester City, maar door een hamstringblessure kon ik niet veel spelen. Bij Watford raakte ik dus ook geblesseerd. Als voetballer moet je ook een beetje geluk hebben. Dit seizoen wil ik vooral weer aan spelen toekomen. Ik kon naar andere clubs, maar wilde graag terug naar Nederland. Om weer lekker bij mijn moeder in de buurt te zijn. Zij houdt me op de been, maakt me blij in deze moeilijke periode. Zonder haar had ik het niet gered.’
Over zijn sportieve toekomst zegt John zich geen zorgen te maken. ‘Ik twijfel nooit. Druk heb ik nooit gevoeld, ook nu niet. Naar mensen die me afschrijven luister ik niet en ik respecteer ze ook niet. Geef me de tijd om er weer bovenop te komen. Ik ben een bijtertje en zal terugvech- ten. Mijn echte niveau heb ik nog nooit ge haald, ook niet bij Fulham. Ik kan nog veel beter.’ Heeft hij ergens spijt van? ‘Ja, van een paar dingen. Maar die houd ik voor mezelf. In het leven maak je voortdurend keuzes en soms pakken die verkeerd uit. Dat vind ik meteen het mooiste van het leven. Je leert steeds bij.’
Een dag later belt John verontwaardigd op. Hij heeft gehoord dat anderen in het verhaal de ruimte krijgen om hun kritische mening te verkondigen en wil zijn medewerking alsnog intrekken. Hij dreigt zelfs met een advocaat. Het is een nieuwe toevoeging aan een jammerlijk hoofdstuk. Zelfkritiek en zelfkennis zijn ver te zoeken. Op deze manier dreigt een veelbelovende loopbaan in mineur te eindigen.
De klok tikt door, voor NEC en voor Collins John. Mario Been probeert de moed erin te houden. ‘Als hij de tweede seizoenhelft straks nét zo goed presteert als Jeremain Lens vorig jaar, dan komt het misschien nog in orde allemaal.’
Technisch directeur Carlos Aalbers van NEC reageert openhartig als hem wordt gevraagd naar het aantrekken van Collins John. Hij steekt de hand diep in eigen boezem. Eerst schetst Aalbers de achtergronden. ‘Twee dagen voor het sluiten van de transfermarkt kregen we de tip dat Collins mocht vertrekken bij Fulham’, vertelt hij. ‘We kregen te horen dat we hem voor één seizoen konden huren en hem daarna transfervrij konden overnemen. Gezien zijn status een interessante mogelijkheid, zeker omdat we voor het huurjaar maar een deel van zijn salaris hoefden over te nemen. Fulham zou het overgrote deel betalen, Collins legde zelf bij en voor ons resteerde dan nog een procent of twintig. Ik heb vervolgens geïnformeerd bij spelers die hem nog kenden van FC Twente. Zij hadden een positief oordeel over de voetballer Collins John. Uit het gesprek dat Mario Been en ik met hem hadden, bleek dat hij zich graag weer wilde bewijzen in Nederland.
De medische test toonde daarna twee dingen aan: dat er een lengteverschil zit tussen beide benen van Collins én dat hij nog niet helemaal was hersteld van een bovenbeenblessure. Die uitslagen heb ik besproken met Collins en zijn begeleider Romeo Zondervan. Ik sprak mijn twijfel uit, maar zij gaven aan dat er niks aan de hand was. Collins had de voorgaande zes weken volop meegetraind bij Fulham en was honderd procent fit, beweerden ze. We hadden geen tijd meer om hem verder te testen. En dus zei ik: ik geloof jullie en geef jullie hierbij mijn vertrouwen, maar ook de verantwoordelijkheid.’ Al snel betreurde Aalbers die woorden. ‘Ik had gauw genoeg in de gaten dat het niet klopte. Collins was helemaal niet fit. Het zal ook nog wel even duren voor het zover is en dat stelt me enorm teleur. Ik neem dit zeker ook mezelf kwalijk, ik ben te goed van vertrouwen geweest. Dit gebeurt mij eens en dan nooit meer. Dit is mijn fout en mijn verantwoordelijkheid, daar loop ik niet voor weg. Ik heb mijn teleurstelling uitgesproken naar Collins en Romeo Zondervan.
Nu moeten we verder. We zetten de schouders eronder en bieden hem alle faciliteiten om op het gewenste niveau te komen. Het is nu aan Collins om zich te revancheren en ons vertrouwen alsnog waar te maken. En van Zondervan verwacht ik dat hij zijn verantwoordelijkheid gaat pakken.’ De reactie van Zondervan: ‘De afspraak met NEC was dat we geen vertrouwelijke informatie naar buiten zouden brengen. Aalbers doet dat nu wel en dat is niet netjes. Bovendien klopt zijn lezing niet. Toen wij met hem rond de tafel zaten, heb ik gezegd: als je twijfelt, moetje Collins niet halen. Hij heeft dat besluit toch genomen en moet zijn verantwoordelijk nu niet gaan afschuiven.’