Mario & Ronnie in De Gelderlander

Vandaag kwamen wij het volgende artikel tegen in De Gelderlander over Mario Been en Ron de Groot.

Tegenpolen zijn een hecht duo
Wat vindt Mario Been van Ron de Groot. En andersom. Op Bonaire deden de hoofdtrainer van NEC en zijn assistent onafhankelijk van een elkaar een boekje open.

‘Natuurlijk heb ik in mijn tijd als speler van Feyenoord nog tegen Ron gevoetbald. ‘Bikkeltje’ noemden ze hem. Hij was een stofzuiger op het middenveld bij NEC. Ging altijd als een speer. Toen ik op de cursus zat, moesten ik met Ruud Krol een training van NEC leiden. Ron was daar ook. Hij had dat diploma al. Straalde discipline uit. Er stond gewoon een volwaardige trainer. Onze opdracht was om De Gier en Hristov voorin gevarieerder te laten vrijlopen. Na die training verloor NEC prompt een hele serie wedstrijden op rij.

Toen ik bij NEC kwam heb ik Ron gelijk bij mij in de kleedkamer en op kantoor gezet. Onder Lok zat de assistent-trainer apart. Dat wilde ik niet. Ik werk op basis van gelijkheid. Lekker de hele dag over voetbal en andere dingen met elkaar lullen. Ron is bij ons verantwoordelijk voor de spelhervattingen. Hij tekent alles uit op van die grote vellen en die hangt hij dan op in de kleedkamer. Ik vind hem een vrij complete trainer. Hij voelt zich op zijn gemak in de rol van assistent. Prima. Hij zit hier al zestien jaar. Geeft aan hoe ze bij NEC over hem denken. Ron is een echte cultuurbewaker. Die zijn belangrijk voor een club.

Hij bekijkt ook de tegenstanders. Het liefst doen we dat voor een wedstrijd allebei een keer. Samen bepalen we dan de strijdwijze. Hij is een echte tegenpool van mij. Ron geeft mij reden tot nadenken. In de dug-out is hij rustig. Soms vraag ik tijdens een wedstrijd wel eens: ‘Ron ben je er nog?’

Dit seizoen kwamen tegen Sparta geheel tegen de verhouding in thuis tien minuten voor tijd met 2-1 achter. Vroeg ik hem: ‘Ron wat denk je? Pothuizen erin?’ Dan hoor je een hele tijd niks. Vraag ik: ‘Ron doen we het nog?’ ‘Ja’ zei hij toen. Wonnen we met 4-2. Twee doelpunten van Pothuizen.

Soms laat hij me ook maar lullen op kantoor. Vraag ik hem tot drie keer toe iets. Krijg ik gewoon geen antwoord. Is-ie met andere dingen bezig. Het volgende moment wijst hij naar buiten en zegt. ‘Kijk het sneeuwen’. Draai ik me om. Weer erin getrapt. Daar word ik wel eens gek van.

De enkels van Ron zijn niet zo goed meer. Maar als ik hem soms zie meetrainen bij ons, zou ik willen dat mijn knie in die staat was. Ik zou elke dag wel willen doen. Daarom plaag ik hem wel eens. Het is goed dat jij gestopt bent, zeg ik dan als hij weer eens heeft meegedaan.

Hij heeft twee zoontjes. Bram en Daan. Daan is de jongste. Die zie ik vaak bij NEC. Roept altijd dat-ie voor Ajax is en jat dan weer een kauwgumpje bij me. Heerlijk ventje. Lijkt veel op zijn moeder.

Ron is een supervader. Zoals hij met zijn jongens omgaat. Heel geduldig. Schiet nooit uit zijn slof. Eigenlijk heb ik hem sowieso nog nooit boos gezien.

En nou gaan we dan samen op vakantie. Toeval, maar wel hartstikke leuk. Ik heb er echt zin in."

‘Mario en ik zijn alle twee middenvelder geweest. Echt duels tegen hem kan ik me echter niet herinneren. Hij liep meer tegen Toon (Willemse, de spijkerharde rechterverdediger van NEC, red) aan. Als cursist heeft hij een keer een training bij NEC gegeven. Was in de tijd van Johan Neeskens. Toen viel me al op dat hij vrij duidelijk was.

Dit wordt mijn derde seizoen met hem als hoofdtrainer. Mario geeft me de vrijheid en het vertrouwen om eigen dingen in te brengen. Het scheelt ook dat hij zelf assistent is geweest bij Excelsior en Feyenoord. Hij kent die rol. Meestal zitten we op een lijn. Als ik er eens anders over denk, moet ik dat van hem wel goed kunnen onderbouwen.

Naar de spelers toe is hij altijd duidelijk. Direct na een wedstrijd wil hij ze in de kleedkamer bij elkaar hebben. Zegt hij gelijk wat hij ervan vond. Ook als iets hem niet aanstond. Dan is hij het kwijt en weten de spelers waar ze aan toe zijn. Kan Marion weer rustig naar huis rijden.

 

Dat heeft hij ook met supporters. Sommige coaches willen na een nederlaag wel eens via de achterdeur verdwijnen. Mario loopt nooit weg. Hij staat iedereen te woord. En blijft rustig. Dat befaamde ‘het komt goed’ was het afgelopen seizoen niet zomaar een kreet van hem. Ook toen de resultaten slecht waren, is hij nooit in paniek geraakt.

Mario is honderd procent een familieman. Zijn gezin gaat voor alles. Een warm persoon die mensen graag ook even vastpakt. En een echte Bourgondiër. Qua uiterlijk lijkt hij het meest op zijn moeder. Maar in zijn doen en laten is hij meer zijn vader. Die komt naar elke thuiswedstrijd. Mooie man.

Die humor heeft hij van zijn vader. Mario houdt van woordspelingen. De hele dag door. Zitten we hier op Bonaire in de bus. Wijst hij naar buiten. ‘Kijk daar zit poep tussen’. Rijden we langs allemaal cactussen.

Het is jammer dat hij zelf weinig meer kan doen, door die slechte knie. We zitten wel eens samen in het krachthonk. Maar de loopband kan hij niet op. Ik doe nog wel eens mee met een trainingspartij, maar alleen als we een man tekortkomen. Daar hoeft hij echt niet aan te beginnen. Soms zie ik die knie. Helemaal stijf en dik. Er staat al heel lang een kijkoperatie in de planning. Maar die wordt steeds verschoven. Misschien is hij wel bang dat zijn been er af moet. Been. Vat je ‘m?

Hij is ook gigantisch bijgelovig. We hadden op een donderdag in De Bok gegeten. Daarna wonnen we. Sindsdien zit hij elke donderdagavond in De Bok. En steeds hetzelfde ritueel. Gaan we aan tafel, gooit hij eerst het vaatje met tandenstokers om. Die raapt hij weer allemaal bij elkaar. Stopt ze terug en daarna kunnen we bestellen. Een keer was hij het vergeten. Stonden we al buiten. Ging hij weer naar binnen. Gooide de tandenstokers eruit en deed ze weer terug. Over twee weken gaan we samen op vakantie. Toeval hoor. Onafhankelijk van elkaar dezelfde camping in de buurt van Salou geboekt. Maar leuk wordt het wel."

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.