Vandaag in de Gelderlander.
NEC-trainer is alleen bezig met bereiken van groepsfase in UEFA Cup.
Als de uitzending op Eurosport begint, schilt Mario Been in het spelershome van NEC op z’n gemak een sinaasappeltje. De gestuurde loting voor de eerste knock-out-ronde is de coach van de Nijmeegse UEFA Cup- deelnemer deze vrijdagmiddag een doorn in het oog. „Die tachtig ploegen in één pot pleuren en trekken maar”, vindt Been.
Maar voordat in Monaco de eerste koppeling gemaakt wordt, is al bekend dat NEC maar vijf ploegen kan treffen: Benfica, Everton, Galatasaray, Santander en Dinamo Boekarest. „Doe mij maar Boekarest of Santander”, zegt Been. „Wat interesseert mij een mooi affiche. Ik wil de eerste ronde overleven.”
De spanning druipt er niet echt af in het spelershome waar de complete selectie in afwachting is van de loting. Als het Zwitserse Bellinzona tegen Galatasaray loot en voor NEC alleen Racing Santander en Dinamo Boekarest nog overblijven, stuurt Been een knipoog naar zijn assistent Ronnie de Groot.
Er stijgt gejuich op als ‘NEC Nijmegen’ als eerste getrokken wordt en dus met een thuiswedstrijd begint. Dan wordt op het grote scherm het papiertje met ‘Dinamo Boekarest’ omhoog gehouden. De reactie is opmerkelijk rustig.
„ Ademen, ademen, jongens”, roept Youssef El-Akchaoui. Voor het grote scherm maakt doelman Gábor Babos een kleine ereronde. „Hij voorspelde vanmorgen voor de training al dat we aan Boekarest gekoppeld zouden worden”, grijnst aanvoerder Peter Wisgerhof, die een vreemde dag beleeft. „Toen ik hoorde dat Jonas (Olsson, red) toch naar Engeland ging, had ik het even moeilijk. Ik heb toch drie seizoenen met hem in het centrum gestaan. Voor Jonas is het mooi, hoor. Maar voor NEC en mij een enorme aderlating.”
Over de loting toont hij zich voorzichtig tevreden. „ Op papier hebben we tegen Boekarest de grootste kans om te overleven. Maar dan nog blijft die vrij klein, hoor.”
Arek Radomski is optimistischer. „Ik ben eigenlijk wel tevreden. Thuis een goede overwinning boeken en je bent er.”
Terwijl de loting nog in volle gang is, maken de spelers zich massaal uit de voeten. Been kijkt ze na en roept: „ Jongens, en nu weer fixeren op De Graafschap, hè.”